WilhelminaIn de stad zag ik deze week de feesten van Koningsdag en vanzelf dacht ik aan die ene bijzondere armband in mijn bezit. Een dubbeltjes-armband, gemaakt van kleine muntjes van koningin Wilhelmina. Een sieraad dat een venster op de tijd is.

Verlangen

Misschien heeft u ook zoiets.
Eens toonde een nazaat van de kruidengeneeskundige mevrouw Kloppenburg mij prachtige kabaja-knoopjes, die waren het eigendom geweest van Lucy, een zuster van mevrouw Kloppenburg. Ik mocht de knoopjes even vasthouden en voelde me dichterbij Lucy.
Kleine friemelknoopjes, een ander zou er niks van vinden, maar ik wist het: het zusje, de kabaja, wat eens geweest was, kon ik bijna aanraken, er zat alleen tijd tussen.
Dat gaat ook op voor andere voorwerpen.
Een kris die al generaties in de familie is, wekt meteen ontzag.
Laatst zag ik een mapje, ooit gekocht bij een kantoorboekhandel in Bandoeng, de naam stond er zomaar op, en in mij borrelde het heimwee op naar een winkel waar ik nooit geweest was.
Elke keer als iemand zegt: “Dat is nog van … geweest,” voel ik wat ik doen voelde: een mengeling van ontroering en nostalgie, een verlangen naar iets of iemand dat nooit meer terug komt.

Dubbeltjes

In die lijn ligt mijn dubbeltjes-armband. Nauwelijks een week voordat de euro werd ingevoerd, werd een sluimerende wens naar zo’n armband klaarwakker.
Want zo leuk, dubbeltjes.
En dan Wilhelmina. Zij werd als jonge achttienjarige vrouw in 1898 ingehuldigd als koningin der Nederlanden, dus inclusief Indië. Met haar inhuldiging leek een militair offensief tijdperk voor de kolonie te beginnen. Evenzogoed markeert dat jaar het begin van een stroom Oranje-feesten, met foto’s van meisjes die grote witte strikken in hun haar dragen.
Voor mij staat Wilhelmina voor een tijdperk: die omwenteling, daarna de moderne tijd, de oorlog.

Toen de wens naar een Wilhelmina-armband urgent werd, wist ik dat er weinig tijd was om te gaan verzamelen. Ik geloof dat ik nog zeven dubbeltjes te pakken kreeg. Twee of drie had ik liggen in een theekopje met kleingeld.

Fast forward naar de eetwijk op de Tong Tong Fair, waar mijn moeder en ik aan een tafeltje zitten. Zij draagt een dubbeltjes-armband om haar pols en ziet me kijken.
“Wil je hem hebben?” vraagt ze.
Zo is ze. Direct.
Ik (toch ietwat beschroomd):”Ja… als het kan….”.
Ze deed de armband meteen af en zei: “Hier.”
“Dankjewel,” zei ik nog, ietwat overvallen.

Zilverpoets

Dus dat is een tweede herinnering aan mijn Wilhelmina-armband: hoe ik die opeens cadeau kreeg. De armband ligt altijd op mijn werktafel en als ik ernaar kijk, denk ik aan mijn moeder, aan Wilhelmina en aan wat er in die bijna een halve eeuw in Indië gebeurde.
En ik denk ook, het is hoog tijd om eens wat zilverpoets aan te schaffen.