
Autoverhuurbedrijven Hudson en Essex te Soerabaja, circa 1930 (KITLV 30259)
Auto-ongelukken, daar stonden de kranten vol mee. Ik bladerde door de kranten van 1918, omdat ik in mijn favoriete Weekblad voor Indië een merkwaardig stuk over een ongeluk had gevonden. Dan wil je meer weten.
In de Preanger-bode eind maart van dat jaar vond ik een aanklacht, tegen de overheid die geen greep had op het toenemend autoverkeer. Doden en gewonden, ellende alom, en de oorzaken?
- …er wordt hier in Indië over het algemeen véél te hard gereden.
- Aan den eenen kant is er gemis aan contrôle en reactie van den kant der politie, wat het misbruik in de hand werkt; aan den anderen kant komt het stuur maar al te vaak in handen van beslist onbevoegden (roekelooze inlandsche chauffeurs, onvolwassenen en half-beschonken volwassenen).
Daar stond nogal wat: te hard rijden, nul gezag, drank in het verkeer, roekeloosheid en zowat kinderen aan het stuur. ’t Lijkt me allemaal even waar. Indië zat nog steeds in de gewenningsperiode van de auto; ik las in Historiek dat de eerste er pas in 1894 was.
De Preanger-bode concludeerde somber, dat mensen alleen maar sneller gingen rijden, als de overheid niet zou ingrijpen:
- Moge dan, zoolang dit laatste niet het geval is, een telkens herhaald beroep op de naastenliefde, het gezond verstand en het eigen belang der auto-bezitters, met een verwijzing naar het veel te groot aantal ernstige auto-ongelukken, dat in Indië plaats vindt, eenige uitwerking hebben.
Dat was een mooie wens-gedachte. Al een paar maanden na dit artikel werd het volledig onderuit gehaald met het zoveelste ernstige auto-ongeluk, ditmaal bij Semarang. De hoofdrol is weggelegd voor de auto, maar dat blijkt later pas.
Wielen omhoog

Daar lag de Hudson, met de wielen omhoog, en bekeken door een nieuwsgierige bevolking. Weekblad voor Indië, 1918
Eerst het ongeluk, dat vol staat met woorden die iedereen toen begreep. Ik volg het Weekblad voor Indië:
- De auto kwam van Probolingo en had, behalve den inlandsche chauffeur, als inzittenden de heer Smit van Semarang en Zelle van Soerabaja, beiden procuratiehouders van de Indische Handels-Compagnie, die op den terugweg waren naar Semarang via Modjokerto.
- Vlak voor de djoerang splitst de weg zich in tweeën, één gaat met de brug erover heen en de andere daarlangs; nu moet de chauffeur kolossaal gezucht gesuft hebben want hij reed naast de brug in den afgrond, waardoor de vrachtwagen op zijn kop in de diepte terechtkwam, dus met de wielen omhoog!
djoerang = ravijn
De foto getuigde ervan. Iemand moet er snel met het fototoestel bij zijn geweest, wie, vermeldt het artikel helaas niet.
Dan wordt de administrateur Franken van de suikerfabriek Sedatie erbij gehaald. Misschien is hij de fotograaf. Hij weet wat er moet gebeuren:
- Beide heeren lagen nog onder de auto, de heer Visser Smits bewusteloos; zij werden er onder uit gehaald en in de woning van de assistent-wedono gebracht, waar de heer Cohen Tervaert, chemiker der s.f. Sedatie, beiden een noodverband aanlegt.
- De heer Visser Smits was intusschen tot bewustzijn gekomen.
- De heer Zelle bleek echter ’t zwaarst gewond te zijn; boven het rechteroog en aan de rechterknie was hij ernstig geblesseerd. De verwondingen van den heer Visser Smits hadden zich bepaald tot kneuzingen.
De administrateur brengt de mannen naar de kliniek van dokter De Graaf te Modjokerto. Daar werden ze behandeld en vervolgens ontslagen.
En de derde inzittende, de chauffeur?
Weg.
Niet op de foto.
Maar wel in het verhaal:
- Later in de middag – het ongeluk vond ’s middags om 1 plaats – werd hij door de kampoeng-politie gevonden doordat hij bij haar komst er vandoor ging en zichzelf dus verraadde: hij wist er geen verklaring van te geven waarom hij was weggelopen. […]
- Voor alle zekerheid werd hij meegenomen en viel door de mand.
- Het auto-ongeluk was door zijn schuld ontstaan; onder het rijden was hij ingedut…
Dat kon toen dus ook al, slapen achter het stuur. De twee passagiers hadden het kennelijk niet gemerkt.
Hudson
Voor de lezers van het Weekblad voor Indië was dit alles een aanloop tot een moment van ja-natuurlijk glimlachend knikken, toen ze de laatste regels lazen:
- Wat de auto betreft, zij heeft niet zoo erg geleden; de carrosserie was aan de linkerkant wat ingedeukt, de kap, die gesloten was, vernield en de voorruit versplinterd.
- Een uur na het ongeluk werkte de motor nog – de auto was een Hudson!
Een… wat?
Een Hudson. Destijds een geweldig goed automerk. Iedereen kende het. Er bestonden speciale Hudson-garages, en er verschenen extra dure uitvoeringen, de droom van en voor elke autobezitter.
Ik wou dat ik er meer over wist. En u vast ook. Omdat het dagelijks leven het interessantste is. We kunnen de hele Atjeh-oorlog van achter naar voren opzeggen, maar de mensen, hoe leefden de mensen, daar gaat het om.
Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan heeft u structuur nodig en kennis van de historie. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan zo’n verhaal? Praat dan met mij:
- voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
- over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
- maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt
Interssant verhaal over auto ongeluk en te hard rijden.
Tjah, misschien begon het allemaal met die grote Postweg aangelegd door Daandels (?). Werden toen niet, de dorpjes, zomaar in 2 gesplitst? Wie zal dat zeggen.
Ander punt was, in die tijd, geen voet- of fietspaden langs de wegen.
Mensen liepen op de wegen, honden en kippen staken de weg over.
Zelfs in 1956 maakte ik mee dat de jeep waar ik in zat, moest uitwijken voor ongerief op de weg. Ik zat met een stel jongelui in de auto, een Hollandse jongeman aan het stuur. De jeep was half weggezakt aan de zijkant van de weg. We konden er allemaal uit maar zagen dat het niet veel scheelde of de jeep was in de ‘djoerang’ gerold.
Met man en macht, ook hulp van toesnellende lokale kerels in hun driekwart wijde broeken en sarong over de schouders (het gebeurde nl in de bergen nabij de krater de Bromo) werd de jeep weer op de weg geduwd.
We reden verder en beklommen de Bromo.
Wat een avontuur was dat, gelukkig dat u het kunt navertellen!