Eindelijk is het zover: de biografie van Hella Haasse (1918-2011) komt uit, geschreven door Aleid Truijens. ‘Leven in de verbeelding’ heet het. Mooie titel.

En ook: niks mis met leven in de verbeelding, ook al heb je een echtgenoot en kinderen. Hella Haasse is gelukkig nog altijd bekend, beroemd en veelgelezen, en terecht ook. Dat alleen al maakt dat de biografie aandacht krijgt. Bij de NOS las ik een artikel over een vrouw (Hella dus) die moeite had met het gezinsleven. Net of dat een slechte eigenschap is. Zo gemakkelijk is het gezinsleven nou ook weer niet. De kop van dat artikel was: ‘Schrijver Hella Haasse was niet zoals we haar kenden, blijkt uit biografie’. Ja, dat mag ik hopen. Thuis ben je anders dan in het openbaar. Dat geldt voor iedereen, ook voor u en mij.

Pyjama

Thuis draag ik een roze pyjama, in het openbaar een zwart mantelpak met vintage blousje.
Ik heb slaapsokken voor thuis.
En hoge hakken voor het openbaar.
U heeft vast ook een lijstje.

De boekaankondiging zette me wel aan het denken: wat mogen we over andere mensen schrijven en wat niet?

Eerst een zijstapje. Hella Haasse heb ik eens ontmoet. Dat kwam zo. In Den Haag werd een Indische Zomer georganiseerd met tal van evenementen. In het theater kwam een literaire middag die ik presenteerde, waar ook Hella Haasse aan zou deelnemen.
Als haar gezondheid het toeliet, had ze gezegd.
Dus bij wijze van Plan B gingen we bij haar thuis een interview opnemen. En inderdaad, dat werd die middag uitgezonden.

(tekt gaat door onder video)

Wat wel en niet

Nu terug naar die ene vraag: wat mogen we over andere mensen schrijven en wat niet? Er is een verschil in wat u voor uzelf schrijft en wat u publiceert.
Voorbeeld. Misschien heeft u van uw ouders de oorlog meegekregen, mogelijk droegen zij de oorlog in zich mee en dat heeft u in uw jeugd beschadigd. U voelt het verlangen om uw kant van het verhaal op te schrijven, met naam en toenaam en met alle details. Kan dat?

Erkenning

Ik zou zeggen: schrijf het eerst voor uzelf op. Gewoon zoals u het voelt, ook met woede en pijn. Het manuscript is dan een soort logboek van uw jeugd. Een persoonlijk document.
Dat kan al veel verlichting brengen, want u geeft dan erkenning aan uw ervaring.
Wilt u het daarna publiceren? Ook al maakt u vijf kopietjes, dan brengt u uw verhaal in de openbaarheid en daarmee ontstaat een nieuwe situatie. U mag de goede naam en faam van een ander niet zomaar aantasten, dat kan leiden tot een aanklacht van smaad en laster. Voorzichtig zijn is dan de beste leidraad. En als optie: eerst juridisch advies inwinnen. Better safe than sorry.