mary overzier

“Maar zij konden toch ook kiezen?” Die vraag hoorde ik het meeste toen ik aan dit boek voor HALIN werkte. Over degenen die bij en na de onafhankelijkheid in het nieuwe Indonesië bleven. Kiezen, dacht ik dan, maar hoe vrij is die keuze?

Het lijkt of het kassian met de ouderen daar aan het toenemen is. Er zijn meer stichtingen dan HALIN die zich om hun lot bekommeren, en al werken ze op een eigen manier, ze hebben gemeen dat er altijd geld tekort is. Dat gaat vanzelf, als je voor de ouderen daar zorgt. Er is tekort aan alles. Niet iedereen heeft kinderen die voor je kunnen zorgen.

Kiezen

Wie minderjarig was, mocht niet kiezen. Dat deden je ouders voor je. Dus wat zij wilden, gebeurden. Geen vrije keuze. Er waren mensen die de zorg hadden voor hun vader of moeder die niet weg wilde of durfde. Wat weegt zwaarder in zo’n situatie: de zorg die je voelt, of verkassen naar een ander land? Of je hebt simpelweg niet alle papieren die de Nederlandse regering eist, voordat je naar Nederland mag. Die eisen waren aanzienlijk, ook al werden ze steeds minder hoog.

Nee, echt kiezen was het niet.

Ja, voor een aantal wel. En er zijn er ook, die het uitstekend hebben gedaan als nieuwe Indonesiërs. Maar het gaat nu overt die anderen. Ik lees regelmatig over dat onderzoek over de dekolonisatie-oorlog, en ik hoop maar, dat deze mensen nu ook meer aandacht krijgen.

Mary Overzier

mary overzierVoor mijn HALIN-boek reisde ik naar Indonesië. In Semarang ontmoette ik Mary Overzier. Zij was Nederlandse, zoals haar vader en moeder dat ook waren. Haar eerste herinneringen gaan over de oorlog: door de Japanners uit huis verdreven, naar een kampong, longontsteking, verhuizingen, ziekte. Haar vader hield van haar, maar haar moeder niet: “ze vervloekte mij altijd, ze hoopte dat ik dood ging.” Waarom, wist Mary niet.

Toen moest er gekozen worden. Mary’s vader wilde naar Nederland, maar werd afgewezen omdat hij niet gezond genoeg was, vertelde Mary. Dus zo werd het hele gezin Indonesisch. Dan merkte Mary ook: “Dan mochten de kinderen niet naar een Europese school maar moesten  ze naar een Indonesische school. Wij spraken alleen krom Indonesisch. Mijn zus kon dus niet naar zo’n school. Omdat zij de lieveling was van mijn moeder, mocht ik ook niet.”

Als jong meisje gaat Mary zelf lessen in de taal nemen. Dan is ze eigenlijk al jong-volwassene, een vrouw die altijd weet dat ze Indisch is tenmidden van Indonesiërs. Tijdens onze ontmoeting vertelde ze daar ook over. Dat ze voor haar kleinkinderen zorgt en ze voor de veiligheid geen Nederlands leert. Maar ze weten wel wat Indisch is en zo voelen zich ook, al kan het zijn dat ze dat uit liefde voor haar zeggen.

Levensverhaal

Het verhaal van Mary Overzier raakte me toen en het raakt me nog steeds. Al die ouderen daar, er zijn er nog zo veel, en ze komen zo op leeftijd met alle gevolgen van dien. Het is zo’n belangrijke generatie, aangeraakt door oorlog en Bersiap, de ouderen daar en de ouderen hier hebben verhalen om over te huilen. Maar vooral om naar te luisteren.

 

Praktische schrijftip

Moeilijke herinneringen liggen meestal verborgen onder een deken van verdriet of geen-weg-mee-weten. Toch zijn het vaak juist die herinneringen, waar de volgende generaties iets aan hebben. Zij moeten begrijpen wat het onvoorstelbare is geweest. Misschien kunt u feiten noteren: wat gebeurde er wanneer. Dat is toch iets. En mogelijk kunt u later wat meer schrijven.