Het is een feit dat de jongere generaties minder begrijpen van Indië dan de generaties ervoor. Want ja, al zijn ze superhandig met de computer, ze moeten wel weten waar ze naar zoeken. Anders noemen ze het “vergeten”, wanneer ze iets min of meer per ongeluk ontdekken.
Dus het komt aan op ons, om kennis over te dragen.
Ons, dat zijn u en ik.

Europese vrouw

Belangrijk is: wat is wat, wie was wat? Hoe noemde iemand zichzelf?
Zo is er het fenomeen van de Europese vrouw in Indië.
Wat is dat?

In vrijwel alle gevallen gaat het hier om een vrouw in Indië (dat is het vanzelfsprekende stukje) met de Nederlandse nationaliteit.
Maar ja: Europees is Europees, dus ze kan ook de Belgische nationaliteit hebben.
Of de Franse. Of Duitse.
Schrijft u over Indië, dan is het raadzaam om daar precies in te zijn.
Stapje verder.

Afkomst

Nationaliteit is iets anders dan etniciteit. Dat laatste is afkomst.
Deze week las ik weer de mooie essays van de Indische schrijfster Beata van Helsdingen-Schoevers (1886-1920). Zij was Nederlandse (nationaliteit) en Indische (etniciteit). Ergens was er een inheemse voormoeder, waar en wie precies, heb ik niet kunnen achterhalen in de biografie die ik schreef. Ze leefde in een koloniale tijd waarin het voor de maatschappelijke positie beter was om zo Hollands mogelijk te zijn, in uiterlijk, gedrag en ook in de stamboom.
Beata publiceerde essays en columns in verschillende Indische kranten. Rond 1913 schreef ze over het fenomeen van de Europese vrouw, en daar kunnen u en ik het wel of niet mee eens zijn, maar het is informatie over de visie van toen. Die visie heeft u nodig om vorige generaties beter te kunnen begrijpen. Vroeger lag het begrip Europees genuanceerder dan nu, lees maar wat Beata schreef:

In Indië vat men onder den naam ‘Europeesche vrouwen’ verschillende groepen samen. Noemen wij eerst de vrouw, die in Europa geboren werd uit Europeesche ouders, en in Europa verder opgevoed, de Westersche vrouw dus.
Verder de Europeesche vrouw, die in Indië geboren werd uit volbloed Hollandsche ouders.
Dan nog de vrouw, wier ouders inlandsch bloed in de aderen hadden: de Indo-Europeesche vrouw, zooals men haar ter verduidelijking noemt. In deze laatste categorie zijn bovendien, wat de rasvermenging betreft, tallooze nuances.

Nationaliteit

Afkomst, etniciteit, bepaalde voor een belangrijk deel de kansen op maatschappelijke vooruitgang. Nationaliteit ook. Wat dat laatste betreft, waarschuwt Beata westerse vrouwen voor een huwelijk met een inheemse man. Er zijn namelijk consequenties:

Intusschen is het niet algemeen bekend dat de Europeesche vrouw in zulk een huwelijk geheel en al de nationaliteit van haar echtgenoot volgt, dus voor de wet inlandsche vrouw wordt.
Daardoor verandert ook haar rechtspositie, omdat de wetten, waaronder de inlanders leven, geheel anders zijn dan die, welke voor ons, Nederlanders gelden.
Deze ingrijpende verandering is wel een factor, die bij dergelijke huwelijken door de vrouw dient overwogen te worden. Zij zelf is daarvan echter vaak niet op de hoogte, of wel zij telt die omstandigheid al heel gering.

Dat laatste is iets van alle tijden: wanneer je verliefd bent, is het moeilijk na te denken over juridische en wettelijke constructies.
Een ‘inlandsche vrouw’ had de positie van Nederlands onderdaan. Weer iets anders, een soort B-categorie van de Nederlandse nationaliteit. Een positie met niet tot nauwelijks rechten.

En ja, die huwelijken kwamen voor. In deze tijd gaan er Indonesische jongemannen in Nederland studeren. Ze waren intelligent, zagen er veelal goed uit, bezaten de aantrekkingskracht van het anders-zijn dan de doorsnee Hollandse man en jawel, daar kwamen huwelijken uit voort met Nederlandse/Hollandse vrouwen.

Koloniale normen en waarden

Het werk van deze journaliste dateert van voor de Eerste Wereldoorlog. De koloniale normen en waarden zijn daarin goed merkbaar. Eens te meer, vermoed ik, wegens de Indische achtergrond van de schrijfster. Ze wilde Hollands zijn maar ze was het niet. Ze zet zich sterk af tegen de Indische bevolkingsgroep.
Wanneer u in de familiestukken ook dit soort afzetten tegenkomt, negatieve opmerkingen van een Europese voormoeder waarvan u een beetje schrikt, zoek dan naar de functie ervan. Waarom zegt iemand wat ze zegt, welk belang diende dat in de koloniale tijd?
Zo ontdekt u wat ze bedoelde, zonder het te zeggen.

Heeft u familiestukken en wilt u daar graag eindelijk mee aan de slag, dan help ik u graag het verhaal op papier te zetten. Dat begint met een voor u en mij vrijblijvend telefoongesprek, waarin we van gedachten wisselen. Dan weet u hoe u het beste kunt beginnen, en dat is vaak het halve werk.