familieverhaalPlop. Mail met bijlage in de bus. Hans Bogaerts (1955) heeft zijn familiegeschiedenis af en gepubliceerd en als ik met hem spreek, denk ik: kantje boord of het er wel of niet kwam. Dat is vaker zo, wie iets aan de ouderen wil vragen, moet opschieten.

Hoe het begon

“Mijn kinderen en kleinkinderen wilden weten wat de familiegeschiedenis is,” vertelt Hans. En: “Ik had al langer het idee gehad om die op te schrijven, maar ja ik werkte nog. Dus ik had weinig tijd. Toen ik 60 jaar werd, hebben de kinderen geregeld dat ik gesprekken kon hebben met Ruud Lapré, en toen is het boekidee langzaam begonnen.
Al met al heeft het nog acht jaar geduurd. Ik had niet altijd tijd en zin om eraan te werken. Na mijn pensionering dacht ik: nu ga ik er serieus aan beginnen.”

Tijd en motivatie, die moeten er zijn. Soms komen die voort uit het besef dat er in de familie nog verhalen onverteld zijn. Dat was ook zo bij Hans Bogaerts. Openhartig zegt hij: “Mijn vader is in 2001 overleden. Een half jaar ervoor merkte hij dat hij niet lang meer te leven had. Toen pas begon hij te praten over het kamp en ik luisterde en stelde vragen.”
Dat was 2001, maar ervoor ving Hans als kind en jonge volwassene ook wel verhalen op. Tantes en oom vertelden, je hoort het een en het ander, maar ja: op die leeftijd ben je vaak nog met andere dingen bezig, net als de jonge generaties nu. “Ik sloeg de informatie niet op. Pas later stelde ik vragen en toen ben ik gelukkig nog het een en ander te weten gekomen. Veel familieleden zijn inmiddels overleden. Was ik maar eerder begonnen met het familieverhaal dan had ik veel meer mensen vragen kunnen stellen.”

Dat hoor ik vaker.
Iets van spijt, van verlangen, van: had ik maar, was ik maar.
Terwijl de verhalen in de lucht hangen. Ook bij Hans, die als kind hoorde hoe zijn vader schreeuwde in zijn slaap, wetende dit is het kamp, wetende hier mag ik niets over vragen.

Familieverhaal

Maar laat is niet altijd te laat, dat laat het boek van Hans zien. In Mijn bijzondere familiegeschiedenis. Een reis door Europa, Nederlands-Indië en Indonesië beschrijft hij verschillende takken van zijn familie, met daarbij foto’s en documenten. De tijd van toen, in woord en beeld bewaard. Belangstelling? Klik hier en lees meer over het boek, ook bestellen.

Er komen heel wat namen voorbij, maar ik kijk steeds weer naar het verhaal an zijn Indische grootmoeder ‘Oma Neeltje’. Wat een vrouw: nog voor de Eerste Wereldoorlog reisde ze naar Nederland om in Delft te gaan studeren. Een intelligente zelfstandige vrouw, muzikaal ook: ze speelde piano. Negatieve opmerkingen? Jazeker. Hans: “Die liet ze langs haar rug glijden, ze negeerde mensen die negatief waren. Zelf stond ze positief in het leven.”

Dat Hans heel wat te weten is gekomen, blijkt uit sommige passages die ik wel drie keer moest lezen. Zoals deze:

  • Oma Neel was op bezoek bij haar broer Ootje Lammers op de suikerfabriek (Demak Idjo) in Prambanan, waar Ootje als chemicus werkte. Zij was hoogzwanger van mijn moeder, toen de weeën opkwamen zetten en is mijn moeder daar op 10 mei 1920 geboren.

Suikerfabrieken, dat is ook al een wereld apart in Indië. En dan 1920: na de Eerste Wereldoorlog. En de vertedering: een man die Ootje wordt genoemd, dan voel je meteen iets van het Indische in je resoneren. Zo kwam de moeder van Hans dus ter wereld. In het oude Indië. Ze trouwde met Joop Bogaerts, samen kregen ze twee dochters Marcella (de moeder van Hans) en Eyla. Een goed huwelijk en een bewogen tijd: na de onafhankelijkheid werden ze warga negara, nieuwe Indonesische staatsburgers.
In dit land werd Hans geboren en groeide hij op, schrijft hij:

familieverhaal

Hans met Oedjoe (collectie auteur)

  • In 1955 ben ik geboren in het Borromeus Ziekenhuis in Bandung.
  • Ik kan me redelijk veel dingen herinneren, maar weet niet of dat door alle verhalen van mijn ouders, oma, ooms en tantes komt en de foto’s.
  • Ik had een onbezorgde jeugd en werd door de kokkies en tuinman verwend. At niet veel van de dagelijkse kost, maar was gek op fruit.
  • Vliegeren totdat ik s’ avonds met een zonnesteek in bed lag, vissen met Oedjoe de tuinman bij de riviertjes tussen de sawa’s, spelen met de kinderen van families uit de buurt.
  • Ik heb nog op een kleuterschool gezeten, maar daar kan ik mij niets meer van herinneren. Van mijn moeder begreep ik dat ik daar gepest werd omdat ik een halfbloed was, een Indo.
  • Omdat mijn moeder hakim (rechter) was, wilden mensen haar graag te vriend houden. Zij vertelde mij een leuke anekdote. Mijn moeder moest nog iets afmaken en Oedjoe de tuinman, wachtte samen met mij buiten op mijn moeder. Iemand kwam langs en stopte iets in mijn broekzak. Toen mijn moeder keek wat het was bleek het een zakcentje voor mij te zijn.

Indische moeder

Twee stukjes uit een onbezorgde jeugd: wat weet een kind immers van veranderingen? De toestand voor het gezin werd onhoudbaar. In Nederland moesten ze, zoals velen, opnieuw beginnen. Hans leerde van zijn Indische moeder hoe om te gaan met reacties:

  • Ik herinner mij als kleine jongen van 6 jaar, dat ik met mijn moeder bij de groenteboer in Nederland stond en de neerbuigende manier waarop hij mijn moeder aansprak.
  • Mijn moeder deed net of zij het niet hoorde en gaf in ABN aan wat ze wilde hebben.
  • Ik kookte van binnen en vroeg later waarom ze daar niet op had gereageerd.
  • Haar antwoord was zo tekenend voor haar: “Sommige mensen weten niet beter en is zonde van je energie om daar aandacht aan te schenken.”

Zo vertelt hij dus zijn familieverhaal. Over de vroege generaties – ook die van de niet-Indische tak – en zoekend en herinnerend. Alles is een bron, officiële documenten en familieverhalen. Hoe voel het boek in de familie? Hans: “De kinderen en kleinkinderen vonden het geweldig. Ze hadden ook geholpen met meelezen en dingen opzoeken.” Werd er niemand boos, vraag ik nog. “Welnee”, zegt hij. “Iedereen was er blij mee.”

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook