Indische schrijfschool

Wat is dat: peranakan? (video)

peranakanWat is dat: peranakan? De eerste keer dat ik het gezicht van Sajia zag, vroeg ik me dat af. Want ik zag een vrouw met een Chinees gezicht. Zij was de grootmoeder van de schrijfster Melati van Java (1853-1927) De vraag bleef.

peranakanToko Semarang

De vraag was er ook toen ik jaren geleden Go Oen Gwan interviewde. Oom Go vertelde dat zijn grootvader kapitein der Chinezen was te Paseroean. Ach, had ik ons gesprek maar op de film, hij vertelde ook zo mooi. Ook over zijn ouders, de oprichters van de Haagse Toko Semarang in de jaren 50. Zijn moeder Han Kim Nio en zijn vader Han Kim Nio.
Oom Go zei tegen mij: “Door de winkel voel ik mij hier thuis, alle Indo-Chinezen kwamen vroeger hier en tegenwoordig komen hun kinderen ook. Het is een vast punt voor ze. Ik kom niet zoveel in de stad, de stad komt hier. Je wordt een centraal punt voor de mensen. Je spreekt hun taal, je begrijpt ze.”
Nu is hij er niet meer, maar de herinnering blijft en ook dat woord: Indo-Chinezen.

Ik las het mooie boek van Oei Hong Kian: Kind van het land, peranakan Chinezen in drie culturen. “kind van het land”, zo legt de auteur peranakan uit. Daar geboren, uit Chinese (voor)ouders.

Wat is wat

  • Indo-Chinezen
  • Indische Chinezen
  • Peranakan Chinezen
  • Indonesische Chinezen

Iedereen heeft het recht zichzelf zus of zo te noemen.

Chinezen uit Indonesië

Op de afgelopen Tong Tong Fair interviewde ik mr dr Patricia Tjiook-Liem, voorzitster van het Chinese Indonesian Heritage Center, kortweg CIHC. (hier staat de website: https://cihc.nl/ )
Vooral dankzij het CIHC komt de geschiedenis van de Chinezen uit Indonesië meer voor het voetlicht. Dus niet: Indië, waar Oom Go zich meer verwant mee voelde.
Er zijn dus families waar de ene generatie meer verbonden is met Indië, en de generatie erna meer met Indonesië.
Hoe is dat, denk ik. Misschien heel anders dan Eerste Generatie die daar geboren is en de Tweede Generatie die hier geboren is. Ik ken verhalen van gezinnen waar de kinderen verdeeld zijn tussen daar-hier.
De kinderen uit Indië, al lang volwassen, vinden dat ‘hier’ is: Indië. De andere kinderen vinden Indië juist weer ‘daar’.
Ja, dat is ingewikkeld tot je denkt: het is een mozaïk, en elk steentje is deel van het geheel.

Ik heb een korte video uit het gesprek geknipt. Door het rumoer van de Tong Tong Fair heen, is Patricia Tjiook-Liem goed te horen. Ze vertelt over het belang van deze boeken.

(tekst gaat door onder video)

Twee boeken

Naast mij op tafel liggen twee boeken over Chinezen uit Indonesië, van het CIHC:
1 Een foto vertelt. Vijftig familieverhalen van Chinezen uit Indonesië
Steeds: een foto en dan het verhaal erbij, soms een pagina, soms wat meer. Allemaal ingezonden door de achterban. En nog komen ze binnen.
Zo kan het dus ook, een boek maken en het is onderhoudend door al die verschillende aspecten. Geweldige foto’s van vroeger, ook vrouwen in een shanghai-dress, waar koop je tegenwoordig toch nog zoiets moois?

2 Chinezen uit Indonesië: de geschiedenis van een minderheid
Een nuttig boek voor mij, want het bouwt goed op, van 1619 tot 1961, zijnde het eerste en laatste jaartal in de inhoudsopgave.
Ooit was ik bevriend met een Chinees-Indische vrouw die nooit veel wilde vertellen over de tijd kort-voor het vertrek naar Nederland. En ik wist: beter niet vragen. Het voelde zo ongepast. Door dit boek begrijp ik iets meer van het niet-vertelde. Een voorbeeld uit de na-oorlogse hoofdstukken en het komt flink aan door de onderkoelde zakelijke stijl.

  • Het steeds weer opnieuw moeten bewijzen dat zij Indonesisch staatsburger waren maakte hen echter kwetsbaar voor intimidatie en chantage.
  • Chinezen werden voortdurend geconfronteerd met bedreigingen, vernieling en afpersing.
  • Het leger was in die dagen onderbetaald, militairen waren afhankelijk van onconventionele bronnen, die zij bij Chinezen probeerden te vinden.
  • De regering verkeerde zelf ook in onzekerheid, het gezag moest na de mislukte coup van september 1965 eerst worden hersteld.
  • De situatie was extreem instabiel.

En: geen bescherming van de overheid.
En eerder: de druk om de eigen Chinese naam te veranderen in een Indonesische naam.
En weer eerder: het moeten kiezen tussen de Chinese en Indonesische nationaliteit.

Levensvragen

Het raakt me omdat ik in deze woorden de vraag voel: waar hoort een mens thuis?
en:
wat betekent het dan om ergens geboren te zijn en op te groeien, de aarde te voelen, de lucht in te ademen, daar te leven en dan, door omstandigheden, een ander te moeten worden?
Levensvragen. Dat zijn de belangrijkste vragen. Ook en vooral als u over de familie schrijft. De tijd nemen om te denken is belangrijk. Praten ordent uw gedachten.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Schrijftip: Waar moet ik over schrijven? (video)

“Waar moet ik over schrijven?” Die vraag hoor ik nogal eens en ik begrijp de achtergrond ervan. Want elke week verschijnen er nu boeken over Indië. Alles lijkt al gezegd. Alles lijkt al beschreven. Dus ja, wat moet u daar nog aan toevoegen…

Dat zijn sombere gedachten. Ik kan ze verhelpen. Want inderdaad, de stapel boeken over Indië groeit, het is een onderwerp dat kennelijk in de mode is. Maar er ontbreekt iets. Dat is uw persoonlijke ervaring. Uw herinneringen aan leven met ouders die de oorlog hadden meegenomen. Uw visie op vroegere generaties.

Wat me opvalt: het zijn vooral degenen met een goed verhaal die aarzelen. Dus dan moedig ik extra hard aan om dat op te schrijven.

Ervaring

Als ik aan een boek werk, zoals nu aan het levensverhaal van de Atjeh-generaal Frits van Daalen, dan vraag ik me vaak af, hoe het dagelijks leven hier of daar was. Waar hij woonde. Hoe een doorsnee dag verliep. Het eten.
Dan heb ik even niks aan de grote historische overzichten.
Dan zoek ik naar persoonlijk verhalen, in de hoop dat ze er zijn.
Waar verlang ik dan naar, en met mij ikweetniethoeveel andere mensen?

Video

In deze video:

  •  waarom persoonlijke verhalen belangrijk zijn
  •  een opmerking over toko’s in Batavia
  •  de realistische bemoediging waardoor u hopelijk moed vat

Zet de stap
Heeft u dat ook? En zit er wel een verhaal in uw pen? Praat met mij. Maak een afspraak via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat. (opent in een nieuw venster)


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Hij was de Indische burgemeester van Amsterdam

burgemeesterDe Indische burgemeester van Amsterdam was Willem Frederik van Leeuwen, geboren in Soerabaja, hij kon netwerken als geen ander en aan het begin van de vorige eeuw mocht het koloniale bedrijfsleven voor hem op de knietjes, uit dankbaarheid.
Dat zat zo.

O nee, eerst de burgemeester. Op Parlement.com lees ik een typering:

  • Dominante persoonlijkheid die allergisch was voor SDAP’ers.
  • Stond bekend als slim en gevat, maar ook als enigszins driftig.
  • Hekelde als liberaal lid van de Eerste Kamer de bemoeizucht van de minister van Binnenlandse Zaken in Amsterdam.
  • Eerste vicepresident van de Raad van State die niet van adel was.

Dat je denkt: die man durfde wat. En het lijkt me ook iemand die heel graag zijn zin kreeg. Anders kun je niet zo hoog opklimmen. Je moet zijn: vastberaden. Overtuigd van je kunnen. Niet bang zijn.
En dat dus terwijl iedereen naar jouw Indische gezicht kijkt en daar vast wat van vindt.

Topgasten

Burgemeester Van Leeuwen (1860-1930) verdiende de innige dank van het koloniaal bedrijfsleven toen hij in 1904 een grandioze netwerkbijeenkomst organiseerde.
Topgasten: de aanstaande gouverneur-generaal van Indië J.B. van Heutsz en zijn rechterhand H. Colijn. (inderdaad, de latere minister-president van Nederland). In dat jaar werd Van Heutsz in Nederland bejubeld omdat hij de Atjeh-oorlog had gewonnen (wat natuurlijk niet zo was).
De andere gasten:

  •  bedrijven die een kaartje hadden gekocht dan wel gekregen in ruil voor sponsoring van de bijeenkomst, zoals: de Nederlandse Handelmaatschappij, de Nederlandsch-Indische landbouwmaatschappij, de Koninklijke Paketvaart Maatschappij  en de Stoomvaartmaatschappij Nederland.
  •  Amsterdammers die erbij wilden zijn, maar wel Ons Soort Mensen.
  • veteranen.
  • militaire verenigingen, dat stond goed, vooral wanneer ze met vlag en vaandel op muziek gaan marcheren en dat deden ze.

Het was een hele organisatie geweest. Burgemeester Van Leeuwen had al vroeg een comité in het leven laten roepen dat geld inzamelde voor de netwerkdag. Wie wat gaf, werd netjes bijgehouden in de lijst ‘Bijdragen in het Waarborgfonds ter bestrijding der kosten van ontvangst van den Luitenant-Generaal B.J. [sic] van Heutsz, bij diens bezoek aan de hoofdstad’ .

Ambitie

Stapje verder. Het comité, inmiddels uitgebreid met een commissie, gaat delen van de dag verkopen: kaarten voor de middag of de avond.
Het was inderdaad een prijzige bijeenkomst maar dat lag ook aan de ambities. Dure rijtuigen, een middagbijeenkomst in Artis, een feestmaaltijd in het Concertgebouw en dan een boottocht op de Amstel, waar kostbaar vuurwerk te zien zou zijn.
Aanmelden bij elke activiteit leek voor iedereen open te staan, maar elke aanmelding werd natuurlijk aandachtig bekeken. Voor wanklanken was geen plaats.

Verwachting

Op dinsdag 19 juli 1904 genoot burgemeester Van Leeuwen van een besloten lunch in het Amstelhotel. Enkele anderen en dan de VIP-gasten Van Heutsz en Colijn. Toen bracht de burgervader ze naar het stadhuis waar het officiële gedeelte begon. Van Leeuwen hield een knallende toespraak waarin hij Van Heutsz op een voetstuk zette en ook, min of meer, benadrukte wat de verwachtingen waren. Hij zei onder meer:

  • Hier, in de eerste koopstad des rijks, werd met verklaarbare belangstelling gevolgd al wat ginds in het verre Oosten door u en de uwen werd gewrocht.
  • Door uw krachtig optreden werd de hoop weder levendig dat er eerlang een einde zou komen aan de Aljehellende die den voorspoed van onze kolonie in den weg stond, die knaagde aan de eer van Nederland als koloniale mogendheid en de vastberadenheid die uit al uw handelingen sprak en door uw invloed ook het deel werd van hen die geroepen waren u bij te staan, deed den twijfel die langzamerhand was ontstaan, of de krijgsmacht in Atjeh wel opgewassen was voor haar moeilijke taak, weder plaats maken voor vertrouwen, vestigde de overtuiging dat die taak aan uitnemende handen was toevertrouwd.
  • […] Hulde breng ik in de eerste plaats aan den staatsman, wiens streven het was niet slechts het Atjehsche volk tot onderwerping te brengen, maar door een streng, rechtvaardig bestuur, door het invoeren van een goede rechtspraak, door steun van landbouw en nijverheid, in één woord, door bevordering van de moreele en materieele belangen der onderworpenen, een welvarend land met een tevreden bevolking toe te voegen aan ons koloniaal gebied.

De trefwoorden waren duidelijk: koopstad – ons koloniaal gebied. Van Heutzs begreep uiteraard de bedoeling, dat bleek wel uit zijn toespraak. Hij zei onder andere:

  • … namens mij zelf spreek ik de beste wenschen uit voor den voorspoed voor onze schoone hoofdstad, van de handelstad Amsterdam, van waar ook in vroeger eeuwen het gezag in ons schoone Insulinde is uitgegaan.”

Verdienen

De handelstad, dus. En dan ons schoone Insulinde. Een ideale combinatie als het ging om geld verdienen.
Het diner, de boottocht, het vuurwerk: alles was even geweldig. De kranten jubelden. De bedrijven wisten: wij gaan onze donaties dubbel en dwars terug verdienen, dat heeft de burgemeester goed gedaan.

De afrekening liet zien dat ze in de handelstad goed konden rekenen. Er bleef 186,87 gulden en een halve cent over voor het nationaal huldeblijk aan Van Heutsz. Met de groeten van burgemeester Van Leeuwen.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Schrijftip: Heeft u geen tijd om te schrijven? (video)

Heeft u geen tijd om te schrijven maar wel het verlangen om te schrijven? Dat gevoel ken ik. Plannen hebben en dan opeens is het al avond, en er is weer niks van gekomen.
Ik denk vaak aan al die mooie levensverhalen die ongeschreven blijven, omdat elke keer weer het dagelijks leven ertussenin kwam.
Dan is er weer dit.
Dan weer dat.
En dat blijft zo.

Tenminste, tot u het anders aanpakt. In de video geef ik een praktische tip waarmee u meteen aan de slag kunt. De tip komt uit mijn praktijk, en zo doe ik het dus ook.

Ervaring

U weet, ik leef van de pen. In de loop der jaren heb ik geleerd dat ik moet opletten waar de tijd blijft. Een dag is zo om, en ’s avonds denk ik wat heb ik er eigenlijk mee gedaan.
Tijd is het kostbaarste dat ik heb. Dus daar wil ik zorgvuldig mee omgaan. Ik wil weten waar mijn tijd blijft, net zoals ik wil weten waar mijn geld blijft. Dat gooi ik niet over de balk, dus dat wil ik evenmin doen met mijn tijd van leven. Ik krijg elke dag maar één keer.
Dus hoe pak ik dat aan? Dat leg ik uit in de video.

Video

In deze video:

  •  een praktische toepassing van djam karet
  •  hoe u klein kunt beginnen en zo grote resultaten kunt halen
  •  wat u kunt doen om meer aan uw tijd te hebben

Heeft u een vraag,maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Wat de Indische jongen kan als hij wil

indische jongenWat de Indische jongen kan als hij wil: dat stond boven een artikel in het eerste nummer van Onze Stem, per 1 september 1920 het blad van het Indo-Europeesch Verbond.
De duizenden leden zullen het hebben gelezen, met gemengde gevoelens, dat wel.

De uitdrukking ‘Indische jongen’ ken ik uit de Indische gemeenschap. Het is iets van erkenning, herkenning en genegenheid. Je zegt zo: hij is een van ons, hij hoort bij ons.
Dus dat juist het Indo-Europeesch Verbond die kop boven het stuk zette, was te verwachten. Het Verbond zette zich in voor emancipatie van de Indische bevolkingsgroep, en dat moest op twee manieren:

  1. betere maatschappelijke omstandigheden
  2. beter zelfbewustzijn

Onder nr. 2 viel bijvoorbeeld ook het probleem van de bescheidenheid, en hoe daarmee om te gaan in een Europese maatschappij. Zelfhulpartikelen als deze konden dan weer – bij niet te grote verlegenheid – besproken worden tijdens bijeenkomsten van afdelingen van de Bond.

Suikerfabriek Klampok

Indische jongen

Gebouw van Klampok (KITLV 18270).

De redactie had de hand weten te leggen op een brief van de administrateur van de suikerfabriek Klampok (Banjoemas) aan de directie. Die suikerfabriek was, zo licht Onze Stem toe, een van de grootste en modernste onderemingen van Java en het personeel daar bestond ‘vrijwel geheel uit Indische jongens’.
Daar schreef de administrateur over en allereerst over de tegenwoordige neiging om bij voorkeur Hollandse jongens aan te nemen, de ‘volbloed Europeanen’. Uit de brief:

  • Door sommigen is de meening toegedaan bij voorkeur tot aanneming van volbloed Europeanen over te gaan en worden deze dikwijls liefst uit Holland geïmporteerd.
  • Dit is volgens mijn bescheiden mening een zeer verkeerd systeem en bovendien een gevaarlijke politiek. Door het aanstellen van zulke jongelui toch wordt de afstand tussen Javaan en Europeaan steeds groter, terwijl het wantrouwen en de rassenhaat er zeer door bevorderd wordt.
  • Bovendien heeft men 1 grote vijand bijgekregen namelijk de hier geboren Europeaan.

Daarna volgde een uitgebreide opsomming van wat de Indische jongens voor mooi werk deden, een lofprijzing van hun kennis en kunde, zoals bewezen op de suikerfabriek Klampok en elders bij andere ondernemingen. De vergelijking tussen Indisch en Hollands viel gemakkelijk te trekken:

  • Het komt dus hierop neer dat wij de Indische jongens niet in een hoek moeten duwen, terwijl juist de jongens het meest tevreden zijn, omdat Java hun geboorteland is.
  • De tegenwoordig geïmporteerde jongelui zijn vrijwel allen idealisten die met de wonderbaarlijke begrippen hier aan wal stappen om steeds teleurstellingen te ondervinden.

Onze Stem was hier zeer tevreden over. De redactie vond:

  • Zulke van grote waardering voor den Indo getuigende woorden doen goed en bewijzen dat niet alle particuliere werkgevers blind zijn voor de goede eigenschappen van de hier geboren Europeanen.
  • Zij bewijzen tevens dat de Indo een uitmuntende werkkracht kan zijn als hij wil.

Als hij wil

Ja, nee, hoezo? ‘als hij wil’. Daar zat iets in met een onaangename nasmaak.
We zitten in de jaren 1920. De moderne tijd ontwikkelt zich. Fabrieken met machines. Overal auto’s. Telegrafie. De luchtvaart komt langzaam op. De telefonie.
Ook zijn er snellere scheepsverbindingen tussen Indië en Nederland. Het Hollandse element neemt toe, gaat meer dan voorheen domineren. De resultaten van de indertijd ingezette ethische politiek zijn nog voelbaar: daarmee werd de positie van de inheemse bevolkingsgroep bevorderd, wat vaak ten koste ging van de Indo-Europese groep. En als je steeds op achterstand wordt gezet, als je opmerkingen krijgt over wie en wat je bent, en je hebt in je een zekere bescheidenheid, dan is het lastig je te laten gelden. Zwijgen is dan de uitkomst, en eveneens wrokken over het aangedane onrecht. Dat kan weer leiden tot diep wantrouwen tegen dat Hollandse, emoties die gemakkelijk in de volgende generaties terecht komen.

Dat ‘als hij wil’ stak ook iemand anders. Onder het pseudoniem ‘Een Indische jongen’ verscheen een tegenstuk in De Reflector, het blad van de Indische journalist Dominique Beretty. Deze jongen had het artikel “alles behalve sympathiek” gevonden. En wel hierom:

  • Er wordt toch in die mate op de gelijkwaardigheid van den Indo met een volbloed Europeaan, op de flinkheid van ten eerste en zijn energie getamboereerd dat men na lezing zich onwillekeurig afvraagt, of het de redactie erom te doen is den Indische jongen een brevet van inferioriteit uit te reiken.
  • Een hoofdje bijvoorbeeld als ‘Wat de Indische jongen kan als hij wil’, is van zoo holle ijdele kwakzalverige klank dat men onwillekeurig denkt: dus de Indische jongen is zóó beroerd dat het wel speciaal vermeld moet worden, dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen.

Dat was een goed punt. Maar de koloniale tijden waren er niet naar, om de capaciteiten van Indische jongens als vanzelfsprekend op waarde te schatten.

Eigenwaarde

Mr Th. Thomas was het die hierop, in Onze Stem, weer een antwoord gaf. Als advocaat en journalist van vooraanstaande kranten van Indië zat hij niet snel om een mening verlegen.
Dat bleek ook nu.
De gestelde vraag kreeg van hem een uitvoerige behandeling. Zo schreef hij:

  • Of het wel speciaal vermeld moet worden dat er ook nog Indische jongens zijn die wèl wat kunnen? vraagt Indische jongen.
  • Mijn antwoord is helaas, ja. En het behoeft niet alleen speciale vermelding, maar bovendien nadrukkelijke scherpe en verzekering. Een verzekering!
  • Een verzekering niet slechts voor een Indische jongen, maar ook en vooral voor zijn mededingers in de harde strijd om het bestaan.
  • Diens concurrenten moet op duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand gebracht worden, dat de Indische jongen het vertikt voortaan te zijn als een buigende padi-halm, rijpende voor hen alléén.
  • En den Indische jongen moet op even duidelijke en klemvolle wijze aan het verstand worden gebracht dat hij voortaan niet mag zijn de buigende padi-halm, die er slechts is voor de ani-ani (rijstmesje, VL) zijner beter tot de economische levensstrijd toegeruste mededingers.
  • Daarom acht ik het goed, den Indische jongen telkens en telkens weer voor te houden dat ook zij wèl wat kunnen. Dit geeft hun besef van eigenwaarde, den moed van fieren persoonlijkheid [..].

Zo ging mr Thomas nog even door, ook al had hij nu wel afdoende respons verschaft. Het was helemaal in het straatje van Onze Stem. Emancipatie begon met een positief zelfbeeld, en dat werd vervolgens uitgedragen en door de maatschappij geaccepteerd. Wie als Indische jongen wist veel te kunnen, liet zich nooit meer wegdrukken door een Hollandse jongen, hoopte het Indo-Europeesch Verbond.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Schrijftip: Zal ik er maar een roman van maken? (video)

Een roman schrijven lijkt soms alle problemen meteen op te lossen. U weet van het een of ander te weinig? Hup, dat verzint u dan gewoon want dat mag in een roman. U vermoedt dat een bepaald familielid weleens moeilijk kan gaan doen? Hopla, u verandert wat namen en feiten en op de voorkant zet u met grote letters: roman.

Het kan als een oplossing voelen. Maar u verliest er iets mee dat misschien wel belangrijker is: uw oorspronkelijke waardevolle verhaal.
Inclusief de gaten die u in het verhaal heeft.
Ik hoop dat u wilt overwegen juist dat te bewaren, en het kan ook. In de video geef ik een manier.

Ervaring

Al doe ik nog zo lang en intensief onderzoek voor een biografie, er blijven altijd gaten in het verhaal over. Dat komt omdat ik werkelijk het levensverhaal wil leren kennen. Nu ik aan de biografie van de Atjeh-generaal Frits van Daalen werk, is er veel dat ik weet. En daardoor ben ik gaan beseffen wat ik allemaal nog niet weet. Maak ik er dan maar een roman van? Ik dacht het niet.

Video

In deze video:

  •  schrijven is altijd weten en niet-weten
  •  wat u kunt doen als u iets echt niet weet
  •  mijn wens uit het hart voor u

Heeft u een vraag,
Zet de stap
Heeft u dat ook? En zit er wel een verhaal in uw pen? Praat met mij. Maak een afspraak via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat. (opent in een nieuw venster)


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Wat een Indisch meisje niet mocht in 1904

Indisch meisjeEen Indisch meisje, een Indische jonge vrouw, had zich anno 1904 aan veel te houden. Dat wil zeggen, wanneer ze haar positie in de Europese maatschappij wilde behouden dan wel verbeteren.

Rode draad

Door allerlei kleine en grote geboden en verboden binnen de koloniale maatschappij liep dat ene als een rode draad: ken uw plaats. Dat had te maken met de verschillende bevolkingsgroepen. Men kon tot op zekere hoogte met elkaar omgaan, maar elke situatie kende weer eigen grenzen en voorwaarden.
Die waren zeker aanwezig als het ging om 1 liefde, 2 huwelijk en 3 sexualiteit, en de wat oudere lezers en lezeressen weten, dat kunnen best drie verschillende zaken zijn.

Aan het begin van de twintigste eeuw is de situatie een beetje aan het kantelen. Pientere Indonesische jongemannen gaan naar Nederland om te studeren. Hier zijn ze een magneet voor Hollandse meisjes.
Maar ja: dat zijn geen arme jongens uit de kampong.
Klasse, stand. Ook van belang.

Schandaal

In deze situtie verscheen een roman die een schandaal werd. En dat snap ik. Ook waarom de Deli-Courant zo vernietigend uithaalde in de bespreking van het boek.
Wat was er aan de hand?

Het is 1904. Mevrouw E. Overduyn-Heyligers publiceert: Warm bloed. Een zwoele titel, die helemaal werd waargemaakt.

Degene met dat warme bloed is Diana de Kanter, een Indisch meisje met een Indische moeder en Hollandse vader. Het boek begint als ze terugkeert van kostschool. Ze is een uitmuntende huwelijkspartij: mooi, beschaafd, en goed opgeleid, een ideale echtgenote voor een man die carrière wil maken.
Ze trouwt met een luitenant, omdat haar ouders het willen.
Dan begint de roman pas echt: het is de ene romantische en erotische verwikkeling na de ander. Overspel. Liefde Seks. Het zit er allemaal in, binnen en buiten het huwelijk.
Een heleboel verwikkelingen later, woont Diana op stand in Batavia:

  • Ze woonde nu al een half jaar in het mooie huis aan het Koningsplein. ’t Leek Diana een eeuwigheid. Het leven van futiele genietingen begon al den glans van het nieuwe voor haar te verliezen.

Het probleem is: ze verveelt zich.
En haar warme bloed stroomt ontstuimig.
Dan gebeurt het. Ze ziet hoe een van de bedienden, Soerô, naar haar kijkt en hoe. Ik neem de passage over die, ik zeg het even voor de duidelijkheid, over sex gaat:

  • ’t Had haar het bloed naar de wangen gejaagd en haar verward doen tasten in ’t ondoordringbaar duister van menschenvoelen. Zij kon zich nu geen rekenschap geven van het gebeuren in haar nu; nu lieflijk en teer te ontluiken begon haar jeugd-mysterie van ontwaakte vrouw, die als volbloeide bloem te wachten scheen op één enkele ademtocht om te geraken tot vollen prachtigen bloei….
  • Vaag dwarrelden gedachten haar brein voorbij tot, als starend in een oneindig labyrinth van voelen, zij neerzag naar buiten waar de zon gloeide en goud sprankelde voor haar uit…
  • Vergetend bijna een mensch in haar nabijheid, een mensch trillend van ingehouden passie, die gestaag haar had voelen groeien in haar dicht bijzijn, ontsnapte een zucht bijna kreunend haar lippen.
  • Soerô sprong op en in den chaos van haar verward gevoel, van ongeordend denken, werd ze van hem…

Wat niet mocht

Holy moly, wat gebeurt hier?
De lezers moeten dit twee, drie keer hebben gelezen. Een Nederlandse, een Indisch meisje, dat sex heeft met een bediende, een Inlander, zoals het toen heette? “Ze werd van hem”.
Dat hoorde niet. Die scheidslijn mocht niet overschreden worden. Want in elk meisje school de moeder van de nieuwe generatie Nederlanders en die moest dieper- dieper in het koloniale ideaal van blank en Hollands zien te passen.
Dus dit kon ab.so.luut niet.

De Deli-Courant fakkelde de schrijfster van dit fraais af tot aan haar enkels. De krant bespotte het boek en mevrouw Overduyn erbij. Zoiets heet ‘mocking our minds’. Dat heb ik geleerd uit het geniale boek Women of Ideas and what Men Have Done to Them van Dale Spender (1983).
De Deli-Courant schreef onder andere:

  • Die beste, brave mevrouw Overduin-Heyligers ! …
  • Wellicht is ze een ideale echtgenoote en moeder, een onberispelijke bestierster van haar huishouden, niet uitgesloten zelfs dat ze bovenaardsch-lekkere puddingen maakt (al plegen zulke aardsche gaven bij artistiekerige dames niet dagelijks voor te komen), waarschijnlijk ook is ze een beminnelijke gastvrouw …. maar .. . boeken schrijven kan ze niet.

Taboe

Haha, dus wel, en wat voor boeken. Ik ben een fan van mevrouw Overduyn, vooral om dit boek. Want ze voert hier wel een rolmodel op, ze laat een jonge vrouw zien die zelf over haar sexualiteit beslist, maatschappelijk taboe of niet.
Deze Diana is wat wij nu noemen een vrije vrouw, een vrouw die zich door geen enkele conventie tegenhouden, zij bepaalt wat ze met haar warme bloed doet en niemand anders.
Dan kan de Deli-Courant er van alles van zeggen, maar anno 1904 had mevrouw Overduyn wel een rebels romanpersonage geschapen, waar menig opgroeiend meisje geen voorbeeld aan mocht nemen – en dat misschien toch deed.

Daarin is mevrouw uniek. Ik las dit soort scènes en suggestieve zinnen nergens anders.
Damesromans zijn altijd het interessanste in het middengedeelte. Daar zit de actie. Daarna, het slotdeel, dan komt de knieval voor de conservatieve moraal.

Wilt u de roman lezen? Dat kan, als u volwassen genoeg bent. De roman staat in mijn Leestrommel: klik en kijk hoe dat oogt.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

    Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

    gratis ebook

Schrijftip: Schrijf je Bandoeng of Bandung? (video)

Bandoeng of Bandung? Eh… Woorden liggen gevoelig, we lezen het overal. In onze tijd ligt alles onder een vergrootglas en iedereen heeft lange tenen.  Reden te meer om aandacht te besteden aan het gebruik van termen en plaatsnamen.

Ingewikkeld hoeft dat niet te zijn. U neemt een besluit over welke termen u wanneer hanteert en dat doet u consequent. Dat laatste is het belangrijkste.

Ervaring

Omdat ik steeds weer een boek over de oude Indische tijd schrijf, heb ik te maken met de oude spelling en benamingen. Tjimahi is voor mij Tjimahi, al kom ik dat tegenwoordig in verschillende spellingen tegen. Ik vind, we moeten de oude tijd respecteren, ook al denken we nu misschien anders. Dat geldt ook voor plaatsnamen, voor termen en ook voor uitspraken. In de inleiding van elk boek zet ik deze opvatting uiteen. Daarin ben ik bepaald de enige niet.

Video

In deze video:

  • de keuzes die onze tijd ons oplegt
  •  een gemakkelijke oplossing die u zo kunt toepassen
  • waarom consequent zijn mooie resultaten oplevert

Heeft u een vraag, wilt u eens overleggen, boek dan een gratis advies-gesprek via mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Wat we nog steeds niet weten van Indië (2x video)

Wat we nog steeds niet weten van Indië (2x video)Wat we nog steeds niet weten van Indië: heel veel. We missen vooral Indische stemmen uit de moderne tijd, dus van 1870 tot de Tweede Wereldoorlog.
Die stemmen waren er, en veel ook.
Juist die periode is zo belangrijk: daarin ontwikkelde zich de Indische cultuur, daarin leefden de grootouders en ouders van degenen die als ‘Eerste Generatie’ het Indische naar Nederland brachten.

Wat is Indische cultuur?
Kijk naar die tijd.

Enerzijds is er reden voor optimisme.

Want er komt steeds meer online, er komt nog veel meer aan. De stamboeken KNIL-militairen bijvoorbeeld, daar kijk ik enorm naar uit. Literatuur volop in de  Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL.org), kranten en tijdschriften in Delpher en dan veel oude documenten zomaar te vinden online in het Nationaal Archief.
Heerlijk, heerlijk.
Bij de Indische Genealogische Vereniging (IGV) verkopen ze een stick met nog meer digitale bronnen. Heb ik, natuurlijk.
Elke grote bibliotheek, ieder archief is steeds vaker online te vinden.
Ik juich het toe.

Ik voel ook zorgen. Dat is het anderzijds.

1 Het is een doolhof zo langzamerhand
Vind maar eens iets. In Archieven.nl staat ook alweer niet alles.
Dus hoe digitaler alles is, hoe harder we elkaar nodig hebben voor tips en adviezen.

2 Oud Indisch erfgoed: kennen en begrijpen is twee
Op de Tong Tong Fair gaf ik een lezing over het Indisch Dozijn: 12 titels van Indische auteurs, en dan een beetje in de tijd geplaatst. Een beetje, want: ik had drie kwartier voor het boek, de auteur en de tijd.
Toen ik voorafgaand weer De Paupers (1910/1915) las, die magistrale roman van Victor Ido, voelde ik bij sommige stukken ongemak. Want ik wist dat Ido over meer schreef dan ik kon begrijpen. De vanzelfsprekendheden van zijn tijd kennen u en ik niet altijd meer.
Hoe moet dat, kunnen we dat nog redden?
Jawel. In de video heb ik een oplossing:

(tekst gaat verder onder video)

3 Indische stemmen uit Indië zelf
Kent u Onze Stem? Dat is het blad van het Indo-Europeesch Verbond. Ik las de eerste jaargang uit 1920, bomvol Indische stemmen, sprekend over Indisch zijn in Indië. met advertenties, ook dat nog.
Maarrrr… die staan op microfilm. De films liggen in de Leidse universiteitsbibliotheek. Ik kan per middag ongeveer 1 jaargang downloaden dus van film naar een jpg, dat gaat per pagina.
Tijdrovend. Maar er is geen andere manier. En ik wil het zo graag lezen.

4 Delpher: de Indo-pers ontbreekt
Delpher.nl is geweldig, er zit heel veel in. En dan ontstaat het idee dat dit alle oude Indische kranten zijn met dus, al met al, de waarheid hoe er in Indië gedacht werd.
Veel: is niet alles.
Alles is alles.
Wat ontbreekt is de Indo-pers. Een fenomeen, waar ik over las in het krantenboek van Gerard Termorshuizen: Een geschiedenis van de Indisch-Nederlandse dagbladpers, 1744-1905 (2001).

Hij noem het Padangsch Handelsblad als een typisch Indische krant, dus van Indische journalisten en voor de Indische bevolking. 1 hit in Delpher, Erg, toch?
De jaargangen zijn: 1872-1882. De krant komt in 1877 onder leiding van drie Indische journalisten:

  • H. Verleye
  • F.K. Voorneman
  • Arnold Sackey

Termorshuizen: ‘Het is dit drietal dat verantwoordelijk is geweest voor het eerste Indo-Europese blad in de kolonie: een bijzonder fenomeen dat naar mijn mening aan het begin staat van de Indo-Europese emancipatiebeweging.

Hij noemt ook titels als Batara-Indra 1885-1887, voortgezet als Jupiter in 1888. En ik ben vooral benieuwd naar De Telefoon, orgaan voor den Indo-Europeaan. Eerst is het een weekblad, dan krant. Jaargangen: 1886 1897.
Termorshuizen schrijft: ‘Het zijn journalisten geweest – redacteuren van Indo-Europese én Europese nieuwsbladen – die na omstreeks 1880 het Indo-vraagstuk op de agenda hebben gezet. Tussen hun werkzaamheid en het ontstaan van de eerst Indo-Europese organisaties ligt een rechte lijn.’

Dan wil je toch meteen De Telefoon lezen?
Niet in Delpher.
De Telefoon ligt in een archief. Dat wel.

5 Waar is Dominique Berretty?
In mijn lezing toon ik de biografie van Berretty, en ook dat er slechts 23 hits in Delpher zijn op zijn naam. Hij was een invloedrijk journalist, ook oprichter van het persagentschap Aneta en opdrachtgever voor zijn huis Villa Isola te Bandoeng.
Ik las zijn biografie en toen begreep ik: zijn stem hebben wij, die over het Indische verleden willen lezen, hard nodig.
In de video pleit ik voor de uitvoering van een wild en woest plan dat toch redelijk is.

(tekst gaat verder onder video)

Kortom, er is reden voor alertheid: wat hebben we, wat betekent het, wat hebben we niet, en wat betekent dát voor wat we weten van Indië? Moeilijke vragen, en daar wordt het nadenken over Indië alleen maar beter van.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Schrijftip: Hoe moet je iets opzoeken? (video)

Iedereen die over het verleden gaat schrijven, denkt vroeger of later: “Maar waar vind ik die informatie?” We leven nu in een tijd waarin Indië enorm in de belangstelling staat en dat is op zich positief. Alleen: vind maar eens de weg in al die boeken die verschijnen en al die tentoonstellingen en al die discussie-bijeenkomsten.

Het is zo veel dat het overweldigend kan zijn. En u en ik willen alleen iets weten over hetgeen we zelf schrijven. Maar ja, hoe dan?

Ervaring

Ik mag zeggen dat ik best veel ervaring heb met onderzoek doen, en toch denk ik vaak: hoe vind ik dit of dat? Wat ik dan doe, is hetzelfde bij elk ander probleem. Ik veronderstel dat andere mensen het al lang hebben opgelost en die kennis graag met mij willen delen. Ga uzelf maar na. Als u iets weet, is het fijn om dat met een ander te bespreken. Dus daar ligt een deel van het antwoord als u informatie zoet.

Video

In deze video:

  • het drie stappen plan om aan meer informatie te komen
  • hoe u mensen blij maakt met uw mail
  • zo ontdekt u hoe u iets kunt opzoeken

Zet de stap
Heeft u dat ook? En zit er wel een verhaal in uw pen? Praat met mij. Maak een afspraak via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Ga naar de bovenkant