Rudy Hartung

Waarom is er geen cultureel Indisch museum?

Rudy Hartung

Rudy, uiterst links.

Het is zomer en het leven is raar. Geen Tong Tong Fair met herinneringen, 15 augustus komt eraan en hoe gaat het toch verder met corona. Ik voel me een beetje zweven. Was er maar een mooi cultureel Indisch museum. Dan ging ik erheen.

Museum

Een paar dagen terug las ik in de nieuwsbrief van het Moluks Historisch Museum dat ze geen ruimte genoeg hebben om de collectie tentoon te stellen. “Juist nu er veel behoefte aan is”, stond er. Dat snap ik. Een museum is een eilandje in deze tijd. Je kunt weg uit de drukte van alledag en terugreiken naar wat er was en wie er waren.
Ja, we hebben hier en daar collecties uit het verleden om te gaan bekijken, maar een groot centraal museum, dat is er niet.

Collectie

Af en toe krijg ik via de mail een vraag die daarmee te maken heeft. “Waar kan ik deze boeken kwijt?” Dan is er iemand die verzamelde gaan hemelen, het huis moet worden opgeruimd en ja, het zijn bijzondere Indische boeken, dus weggooien kan niet, maar wat dan?
Ik mail dan wat suggesties. En ik weet ook, op enig moment stelt iemand die vraag over mij. Waarheen met de romans van Annie Foore en Melati van Java, waarheen met die collectie boeken over het KNIL?
Dan denk ik weer aan dat grote Indische museum. Met een opslagplaats. Met een bibliotheek waar elk geschreven levensverhaal welkom is. En romans. En naslagwerken. Waar ook een boekenverkoop is, want zestig dezelfde romans op de plank, dat hoeft nou ook weer niet. Daarvan kan een deel naar de jongere generaties.
Groot pluspunt: de collectie levensverhalen op papier. Elke stem telt immers.

Rudy

Ik dacht hier ook deze week aan, omdat ik hoorde dat Rudy Hartung naar de hemel is vertrokken. Corona. Hij was een Indische man die op latere leeftijd weer in Indonesië ging wonen. Voor de Indische Schrijfschool schreef hij mooie verhalen waarin heden en verleden zich vermengden. En hij publiceerde zijn levensverhaal, in eigen beheer. Dus er zijn wel mensen die een boek van hem bezitten, maar ik had toch ook graag gezien dat er ergens een boek van hem voor altijd bewaard werd. Want wat voor hem vanzelfsprekend was aan kennis, is een paar generaties verderop een vraag geworden. Kennis vervaagt.
Daarom was ik ook zo blij met Rudy’s verhalen, en anderen ook. We zullen je stem missen, Rudy.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Rudy Hartung: over koenir en mbah Paisah

koenir

Koenir of koenjit (Curcuma domestica). Wat is dat koenir? In het boek over Indische planten, vruchten, enz van mevrouw J. Kloppenburg-Versteegh, staat er over koenir het volgende. “Deze plant komt over geheel Java wildgroeiend voor, vooral in djati-bosschen en is een van de meest bekende temoe soorten, dat zijn planten die om de wortel gezocht zijn. De Javaan noemt haar koenir of temoe koening. In de Maleische streken zegt men koenjit. Men kan deze plant gemakkelijk zelf op het erf kweken. Het beste gelukt dit in lossen grond. Als de aarde goed wordt omgespit krijgt men overvloedig knollen. Deze knollen worden gestampt of geraspt en leveren zo de kerrie, die dient om spijzen te kruiden en geel te kleuren. Men kiest daarvoor bij voorkeur de kleine zijknollen, terwijl de hoofd- of moederknol als medicijn wordt aangewend, vooral wanneer deze overjarig is.“

Aromatisch

Verder schrijft mevrouw Kloppenburg-Versteegh: “Deze hoofdknol of empoe, zoals de Javaan zegt, moet op de doorsnee oranjekleurig zijn en bevat veel olie. De knol moet versch worden gebruikt, want gedroogd heeft het althans als ontsmettingsmiddel weinig waarde meer. Op Sumatra eet men de bladeren, die zeer aromatisch zijn, als groente.”

Mbah Paisah

Dit verhaal over koenir gaat ook over mbah Paisah. Zij is een wat oudere vrouw (76 jaar) die vlak bij ons in een andere desa woont. Mbah Paisah is voor ons de “leverancier” van koenir- sap. Elke week komt zij ons 3 flessen koenir-sap brengen. Een zelf gemaakte, geconcenteerde koenir- sap. Dus niet zo dun zoals door vele andere djamu verkoopsters wordt verkocht. Al vroeg in de ochtend raspt zij op de paroet een paar van deze koenir wortels. De geraspte koenir wordt met wat water vermengd. En dan kneedt zij met haar vingers al die heel kleine stukjes koenir in het water. Het wordt een geconcentreerde koenir-sap. Daarna wordt het gekookt. En na afkoelen is het klaar om in een paar flessen te gieten. Mbah Paisah houdt daarna een gele hand over. “Maar na een paar dagen of zo, is het weer weg ” zegt mbah Paisah.

Voor ons huis ligt de desa van mbah Paisah, verscholen in de bossen.

k ga nu naar haar desa. Want er is iets met mbah Paisah gebeurd. Ik neem jullie mee om met haar kennis te maken. De desa waar zij woont is in de bossen gelegen, tegenover ons huis. Wij gaan door een dal vol met sawah’s. Het is de kortste weg voor die desa. Mbah Paisah loopt ook altijd door dit dal naar ons toe, met de 3 flessen koenirsap. Par en Hanif, gaan met mij mee. Wij lopen de helling af naar beneden. Het is een heel smal pad. En dan gaat het verder over al die smalle dijkjes langs de sawah’s. Met grote kans op uitglijden. Ik doe het voorzichtig aan. Maar toch gebeurde het, dat ik uitgleed. Op zo’n glad stukje smalle dijk. En ik mijn evenwicht verloor. En op drassige gras kwam te vallen. Ik blijf nog even zitten om bij te komen. En dan verder.

De sloot

Wij komen bij een sloot aan. Het is niet zo’n heel brede sloot. Het vormt de grens van de desa met de sawah’s. Wij moeten over een smalle bamboebrug. Zo voorzichtig als mogelijk loop ik over die bamboebrug. Ik wil niet in die sloot vallen. Want dat is mbah Paisah pas overkomen. Dat zij van deze brug in die sloot is gevallen. Met drie flessen koenir sap, die zij naar ons wou brengen. Zij heeft toen voor zo’n paar minuten in het water gelegen. Met haar gezicht in het water. Het is geen diepe sloot. Met regentijd is het zo’n 20 cm diep. Toen zij wakker werd is zij uit de sloot gekropen. En is naar huis terug gegaan. Zij was natuurlijk drijfnat. Zij heeft gauw gebaad, van kleren gewisseld.

Een tijdje later, toen haar dochter thuis kwam heeft mbah Paisah haar dochter wat uitgelegd. Wat haar was overkomen en dat zij in die sloot was gevallen. Haar dochter was natuurlijk geschrokken. En mbah Paisah moest thuisblijven. Haar dochter heeft toen de flessen koenir sap bij ons gebracht. En ons uitgelegd wat mbah Paisah was overkomen. Daarom dat ik mbah Paisah nu ga bezoeken. Via een pad omhoog en door wat bos, komen wij in de desa van mbah Paisah. Een groepje kinderen is aan het spelen. Ik vertel dat wij mbah Paisah willen bezoeken. En of zij ons er naar toe willen brengen. “Ya om” zegt het oudste meisje. En de kinderen brengen ons naar mbah Paisah. Je hoort ze wat kletsen. Over mij. Waarom ik naar mbah Paisah moet. Wij komen bij het huis van mbah Paisah. Zij staat ons al op te wachten. Voor haar huis samen met een buurvrouw.

Mbah Paisah rechts op de foto met een buurvrouw.
Wij gaan naar binnen en mbah Paisah gaat naar de keuken om wat lekkers te halen.
Het groepje kinderen blijft in de buurt. Zij gaan gezellig zitten. Bij de deur van de huiskamer.
Zij luisteren mee. Maken natuurlijk wat grapjes onder elkaar. Ik vroeg of zij ons straks ook weer konden begeleiden. Niet meer door de sawah’s. Maar langs de kali en zo naar de gewone weg.

Mbah Paisah vertelt. Het was een beetje glad op die brug. En dat zij daarom was uit gegleden. En dat zij even in die sloot had gelegen. Met haar gezicht in het water. En toen na een poosje wakker werd. Met de tas nog in haar hand, waarin de drie flessen koenir. En de flessen waren niet gebroken. En dat zij toen heel voorzichtig uit de sloot is gekropen. Zij was nog wat duizelig. En toen naar huis terug gegaan. Er was toen niemand thuis. Eerst wou zij maar niets aan haar dochter vertellen. Maar natuurlijk kwam haar dochter er wel achter. Dat er iets met haar was gebeurd. Al die natte kleren natuurlijk. Maar verder had zij niets meer overgehouden van die val in de sloot. Zo vertelt zij met een vrolijk en lachend gezicht. Wat haar was overkomen. Alsof er niets ernstigs was gebeurd. Mbah Paisah zo’n aardige en lieve Javaanse vrouw. Een kordate vrouw. Wij drinken onze thee, snoepen nog wat van lekkere koekjes uit de stopflessen, die op de tafel stonden, en namen toen afscheid van mbah Paisah.

Kinderen

Het groepje buurkinderen loopt weer voor ons uit. Al kletsend en lachend gaat het naar de rivier. Want ik wou een andere route naar huis. Weer een week later heeft mbah Paisah, zoals gewoonlijk, zelf de drie flessen koenir bij ons gebracht. En vertelt het verhaal ook aan Warni en Yati. Zij moesten allemaal wel lachen hoe mbah Paisah het vertelde. En mbah Paisah vertelt erbij dat zij voortaan niet meer op die brug mag lopen. Maar dat zij gewoon door het water, naar de overkant moet lopen. Dat is veiliger. En… het is ook voor mij een goed advies.

Rudy Hartung: een eerbetoon, en over Oma Clara

oma Clara

Aan Indische mannen en vrouwen
Aan Indische jongens en meisjes
Aan Hollanders of andere Europeanen
Aan kinderen, van deze Hollanders en Europeanen
Aan de oma’s Tjangs
Aan de Njai’s
Aan de Indische stammoeders
Aan hen allemaal…
Die op een Kerkhof
Of ergens, op een onbekend plekje
Of ergens, op een plekje in een donker bos
Of ergens, in de diepte van de zee
Van het voormalig Nederlands Indië
Van Tempo Doeloe
Een laatste rustplaats hebben gevonden

Verhaal over het graf van mijn oma Clara (1883-1945)

Mijn bronnen over het leven van oma Clara, komen van mijn beide tantes: Tante Troel en tante Martha. De twee oudere zusters van pap. Tante Martha was weduwe. Tante Troel was ongetrouwd. Zij hebben vaak over hun vroeger leven in Semarang gesproken. En over oma Clara verteld. Vooral tante Troel kon heel geestig en leuk vertellen. Mijn oudere nicht Wanda, dochter van tante Martha, had ook haar herinneringen aan oma Clara. Wanda die ongehuwd was heeft in Nederland altijd bij/met tante Martha in huis gewoond. Moes, zo noemde Wanda haar moeder altijd. Ook haar broer Kees noemde tante Martha altijd “moes”. Het klonk altijd erg lief. Tot aan mijn vertrek naar Indonesië, heb ik met mijn familie van pap, in Amersfoort, altijd een bijzonder fijne band gehad. Hieronder een foto van tante Troel. Samen met een paar collega’s op het kantoor Prauwenveer in Semarang. En een foto van tante Troel met pap.

 

oma Clara

Oma Clara met haar ouders

oma Clara

Tante Troel met collega’s

 

oma Clara

Tante Troel met pap

 

Oma Clara is op 28 september 1883, in Semarang geboren. Oma Clara was enig kind van haar Javaanse moeder en haar Duitse vader met Urban als zijn achternaam. Dankzij verhalen, verteld door tante Martha en tante Troel, heb ik over oma Clara een bepaald beeld gevormd. Het beeld van een kordate vrouw. Die actief is geweest op humanitair gebied. Die in de Boeloe vrouwengevangenis van Semarang heeft gewerkt. Met allerlei bezigheden. Vooral afgestemd op sociale activiteiten samen met de gedetineerde vrouwen. Oma Clara was ook muzikaal. Tante Troel vertelde dat zij goed kon piano spelen. Ik heb één herinnering aan oma Clara. Een herinnering toen ik zo’n jaar of vier was. Het was tijdens de Japanse bezettingsjaren. Toen wij samen, hand in hand, van de pasar naar huis terugliepen. En dat ik met een klapper spaarpot in mijn hand naar huis terugliep. Een cadeau van oma Clara. Op de pasar gekocht.

oma clara

Oma Clara met haar ouders en haar drie kinderen. Met een bediende die achter tante Martha en tante Troel staat (Foto ca 1909)

 

Oma Clara is op Kerkhof Kobong begraven. Oma Clara was een buitenkamper. Zij overlijdt op 7 mei 1945. Oma Clara was suikerpatient. Gedurende die moeilijke jaren was er een tekort aan insuline ontstaan. Net als vele andere Indische Nederlanders uit Semarang, werd Oma Clara op het Christelijk Kerkhof Kobong begraven. Kort voor hun vertrek naar Nederland hebben tante Martha, tante Troel en ook mijn pap en mam, het graf van oma Clara voor het laatst bezocht. Het was hun allerlaatste afscheid van oma Clara. Voor mam en pap was dat afscheid met Augustus 1955.

Brieven

Plotseling aandacht voor oma Clara. Het is 1996. Ik was voor een lange vakantie naar Nederland gekomen. Pap moest in een verzorgingstehuis worden opgenomen. Er kwamen toen drie brieven van pap ter sprake. Het waren brieven van jaar 1976. Brieven die pap steeds had bewaard. Zus Carla laat mij de brieven lezen. Het gaat over de begraafplaats Kobong. Over het graf van oma Clara. Vroeger had ik nauwelijks iets over deze begraafplaats Kobong gehoord. Maar wist wel dat oma Clara op Kobong was begraven. Alleen, ik had mij erover nooit druk gemaakt. Maar door deze brieven had ik plotseling mijn volle aandacht voor oma Clara. Mijn andere oma Anna, van mam’s kant, is naar Nederland gekomen. Oma Anna ligt in Apeldoorn begraven. Op een Katholieke begraafplaats. De begraafplaats waar nu ook mijn mam en pap hun laatste rustplaats hebben gevonden.

Brieven over het graf van oma Clara. Het is 1976 toen Pap aan het Ministerie Buitenlandse Zaken een brief schreef. Hij schreef dat hij zich veel zorgen maakte over het graf van oma Clara in Semarang. Op het Kerkhof Kobong. Het was ook namens zijn beide zusters, tante Martha en tante Troel. Pap vroeg om informatie over de toestand van het Christelijk Kerkhof Kobong in Semarang. Het was naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf over dit Kerkhof Kobong. En dat de begraafplaats Kobong zou worden ontruimd. Het Ministerie van BUZA reageert met een brief. En bevestigt dat er plannen zijn voor het overbrengen van de stoffelijke resten van deze begraafplaats Kobong. En dat nabestaanden tot maart 1977, in de gelegenheid worden gesteld, om actie te ondernemen. Verder in die brief, informatie over de procedure hoe te handelen voor nabestaanden. En over de onkosten voor nabestaanden, om de stoffelijke resten van het graf naar een nieuwe begraafplaats over te brengen.

 

De vervolgbrief

Maar kort daarop kwam een 2e vervolgbrief van Ministerie van BUZA. Met een héél ander verhaal.
Met een heel geruststellend bericht! Dat het graf van oma Clara, onder Nis Z. 196, niet zou worden ontruimd. En dat de Nis er verzorgd uitziet. En dat volgens de betrokken autoriteiten, het graf niet zal worden ontruimd. Het was informatie van de Consulair Correspondente in Semarang. Ongetwijfeld is die laatste brief een geruststelling geweest. Voor pap, tante Martha en tante Troel. Het graf van oma Clara zou niet worden ontruimd. Vandaar dat de familie geen verdere actie heeft ondernomen, om oma Clara te laten verhuizen.
Een gevoel van onrust. Het was alsof ik werd gedwongen, om die brieven te lezen. Brieven van 20 jaar geleden. Pap had de brieven steeds zorgvuldig bewaard. Tijdens het lezen overviel mij het gevoel, dat het geen toeval kon zijn. Dat deze brieven boven water zijn gekomen. Het had meteen mijn volle aandacht. Tegelijk ook een gevoel van onrust. Immers het waren brieven van zo’n 20 jaar geleden. En het graf van oma Clara zou misschien allang zijn ontruimd? Het was1996 toen ik die brieven las. Pap was een oude man van bijna 90 jaar. En inmiddels in een verpleeghuis opgenomen. Ik nam mij voor om het direct te onderzoeken, zodra ik weer terug in Indonesië zou zijn. Ik gaf mij zelf weinig kans. Ik dacht: “Kobong bestaat vast niet meer.” Ik besprak het met Carla. Zij begreep het goed en zegt “Ja, dat moet je zeker doen Ruud” De brieven gingen met mij mee. Ik woonde toen in het bergplaatsje Bandungan. Niet zo ver van Semarang.

Naar Semarang

Zou oma Clara hebben gewacht? Samen met Par ben ik naar Semarang gegaan.
Naar het Kerkhof Kobong. En toen ik daar aankwam zag ik tot mijn grote opluchting dat het open was!
Kobong bestond nog! Het was gewoon open! Open voor bezoek! Maar wel bleek dat er géén nieuwe begravingen meer plaatsvonden. Zag ook dat er nog heel veel graven waren. Maar zou het graf van oma Clara er nog zijn? Op het kantoortje van het Kerkhof heb ik wat uitgelegd. Ik liet de brieven zien.
De brief met het nis nummer van het graf van oma Clara. Meteen werden boeken uit het archief gehaald. En na wat bladeren in één van die boeken, vond men de gegevens, over het graf van oma Clara.
En toen bleek dat het graf niet was ontruimd. Wat een geweldige opluchting ! Ik was er stil van. Het was ook zo spannend. Over die onzekerheid of haar graf nog bestond. Het was mijn eerste keer dat ik het graf van oma Clara bezocht. Ik werd naar de plek gebracht. Er waren geen grafstenen te zien, alleen paaltjes met een code. Het moet een eenvoudig graf zijn geweest.

Mijn “allereerste kennismaking” met oma Clara, ik sta voor het graf van oma Clara. Ik maak met oma Clara kennis. En begon met haar wat te praten. In gedachten natuurlijk. Heb haar de groeten gedaan van pap. En dat ik héél blij was dat ik nu voor haar graf stond. Had al zoveel over haar gehoord. Van tante Martha en tante Troel. En dat ik mij eigenlijk ook heel gelukkig voelde. Omdat zij allemaal weer met elkaar zijn verenigd. Oma Clara met tante Martha en met tante Troel. Ook met nicht Wanda en neef Kees. En ja ook met mam. Zij allemaal samen, daar ergens boven… in de hemel….met z’n allen. Ik leg oma Clara ook uit dat ik pas uit Nederland was gekomen. Ik vertelde wat over pap. Hoewel hij al heel oud was, je toch goed met hem kon praten. Maar hij had last met die ziekte van Parkinson. En had hij geen controle meer over het bewegen van zijn armen. Maar naar omstandigheden ging het goed met pap. En toen legde ik oma Clara uit wat verder de bedoeling was. Dat zij moest verhuizen. Naar een nieuwe rustplaats. Ook in Semarang. En dat zij zich geen zorgen hoefde te maken, want het moet een mooie begraafplaats zijn. En oma Clara ? Zij luisterde….

Veilig plekje

Terwijl ik daar voor het graf stond, gingen mijn gedachten, in een flits, even terug naar mijn laatste afscheid van pap. Het was kort geleden. Pap was net opgenomen in een verzorgingstehuis. Maar Pap was volkomen helder van geest. Hij begreep dat het voor ons beiden, onze allerlaatste ontmoeting was.
Ik had pap omhelsd. Mijn lieve pap. Mijn laatste ontmoeting met pap. Mijn laatste afscheid van pap.
Oma Clara heeft geluisterd. En zij was het er helemaal mee eens. Om te verhuizen naar een nieuw en veilig plekje. Een veilige begraafplaats, hoog gelegen op de heuvels van Zuid Semarang.

Het blijft een heel bijzonder moment uit mijn leven. Met mijn enig kind’s herinnering van vroeger aan haar. Over die klapper spaarpot, die ik van haar kreeg. Heb altijd ook het bijzonder fijn gevoel behouden over mijn lieve pap. Dat hij die drie brieven steeds heeft bewaard. Zou oma Clara al die tijd hebben gewacht?
Voorbereidingen van de verhuizing. Ik heb het grootste respect voor alle instanties van deze begraafplaats Kobong. Over hun zorgvuldigheid en discipline voor het bewaren van al die oude archieven van dit kerkhof. Maar ik kreeg wel het advies, om niet te lang te wachten met het overplaatsen. Want alle graven moesten worden ontruimd. Er bleken nog veel graven niet te zijn ontruimd. Want men wachtte nog steeds op familie en nabestaanden. Maar het plan tot volledige ontruiming stond vast. Het was duidelijke taal. Ik heb toen meteen opdracht gegeven voor overplaatsing van oma Clara. Ik heb haar naam laten omzetten naar Clara Hartung – Urban. Dus zonder de naam Zimmerman. Het is om praktische redenen. Voor de verdere administratieve afhandeling van de verhuizing was dat beter. Want ik ben een Hartung én een kleinzoon van oma Clara. Er moest nog wat geregeld worden. Met de administratieve afhandeling voor de nieuwe begraafplaats. Verder een steen bestellen met tekst, een grafzerk bestellen die niet zo groot hoefde te zijn. En nog wat meer. Maar alles liep lekker vlot.

oma clara

Kedung Mundu

Uw land

Oma Clara ‘verhuist’ naar Kedung Mundu. Het dal van Mundu bomen. En toen, een paar maanden later, met augustus 1996, ben ik op een vroege ochtend, samen met Par naar Semarang gegaan. Voor de overplaatsing van oma Clara. Naar de nieuwe begraafplaats. Wij waren getuigen bij de opgraving van de botjes van oma Clara. Ik heb haar schedel nog even vastgehouden. Heb mijn hand op ‘haar hoofd’ geplaatst. Een herinnering, die diep in mijn hart is bewaard. Haar stoffelijke resten werden toen keurig in een kleine begraafkist gelegd. De mensen van de opgraving, vertelden mij, dat oma Clara een tamelijk grote vrouw moet zijn geweest. Zij zagen het aan de lengte van enkele botten. Het is tot verhouding met Javaanse vrouwen die wat kortere botten hebben. En toen werd ‘oma Clara’, heel officieel, in een speciale dienstauto, met sirene en zwaailicht aan, naar haar nieuwe rustplaats gebracht. Een klein graf dat ik voor 30 jaar heb gepacht. Het is tot en met 2026.
Oma Clara en haar Nieuw Land. Op de grafsteen staat : GEEF MIJ UW LAND! AMEN Met die tekst is door de steenhouwer een kleine vergissing gemaakt. Ik had als tekst opgeschreven GEEF MIJ UW HAND! Maar de steenhouwer had er een LAND van gemaakt. Want die goede man dacht echt, dat ik mij met het woord HAND had vergist. Want voor hem, was het woord LAND duidelijk. HAND vond hij maar raar. Het had geen zin om uit te leggen dat het de tekst van een gedicht betrof : “Geef mij Uw Hand en kom dicht bij mij staan.” Maar ik had er vrede mee. Het is een goed passende tekst, voor oma Clara.
Zij heeft het nieuwe LAND gevonden.

oma clara
Nawoord

Kort nadat oma Clara was verhuisd, overlijdt pap, op 22 januari 1997. En zo was ook pap, weer met oma Clara samen. Samen met mijn mam, samen met tante Martha en tante Troel en Wanda en met Kees. En met veel andere familie. In het Nieuwe Land.

Opmerking: Inmiddels zijn alle stoffelijke resten van begraafplaats Kobong naar de nieuwe Christelijke begraafplaats Kedung Mundu overgeplaatst Ze liggen op een aparte plek van deze begraafplaats.
De Christelijke Begraafplaats Kobong van Semarang bestaat niet meer.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

 

Rudy Hartung: Een verhaal over een brief per post gestuurd

Rudy Hartung

Mijn oudere nicht Els is van 1932. Zij was in een verzorgingstehuis opgenomen. Tweemaal soms driemaal per jaar ontving ik een brief van haar in mijn PO BOX van het Postkantoor Purworejo. En ik schreef haar terug. Met een brief, ook verstuurd per post. “Beste volle neef,” zo begon mijn nicht Els meestal met haar brieven. Wij schreven elkaar op ouderwetse manier. Via de post. Want mijn lieve nicht Els gebruikte geen E-mail en ook geen whatsapp. Ik bewonderde het mooie handschrift van haar. Het schuinschrift, dat zij op een Lagere School in het voormalig Nederlands-Indië heeft geleerd. Ikzelf zag er tegenop om Els ook met handgeschreven brieven te beantwoorden. Ben al zo gewend, dat ik mijn brieven door mijn laptop laat schrijven.

 

Mijn nicht Els

rudy hartungHet is eind juli 2017 toen ik een mail van haar kinderen ontving. Het gaat niet goed met Els. Neef Ron schreef:
“We hebben slecht nieuws over mamma. Je weet dat zij borstkanker heeft, maar het gaat niet echt vooruit. En bij de scans die toen waren gemaakt, kwamen uitzaaiingen te voorschijn in de lever, longen en lymfe. Het is een grote klap voor haar. maar zij vermoedde al iets. Zij had allerlei problemen van erg moe, pijn in arm en rug, slecht eten enz.”

De allerlaatste wens van mijn volle nicht Els. Kort na die verdrietige en zorgelijke berichten, ontving ik een droevige mail. Dat hun lieve mamma was overleden. En dat hun lieve mamma in vrede was heengegaan. En dat de crematie in besloten familiekring zou plaatsvinden. Neef Ron schrijft ook over de allerlaatste wens van zijn mamma. Of de kinderen haar as, op een heel mooi plekje, ergens op Java, konden uit strooien. En Ron vraagt of ik daarbij misschien kon helpen. Om zo’n mooi plekje, ergens op Java te vinden. Haar geboortegrond. Een plekje, wat goed bij mamma zou passen. Neef Ron zou mij op de hoogte houden, als het zover zou zijn dat zij naar Java zouden komen. Het zou dan een reis “samen met mamma” worden. De allerlaatste reis van mijn volle nicht Els. Naar haar zo geliefde geboorteland Java.

Het is Mei 2018. De kinderen van Els komen naar Indonesië. Het zijn Ankie, Francis, Ron met Heidi en hun zoon Robert. Het is geen gewone vakantie. Het is een vakantie met een “heel bijzondere missie” eraan verbonden. Zij komen naar Java, naar Midden Java. Om een mooi en een gepast plekje vinden, om het as van hun mamma uit te strooien. Ik heb hen opgehaald, toen zij in Jogja waren aangekomen. En toen gingen wij naar Purworejo. Een rustige oude plaats, met de grootste aloon aloon van Java, zo wordt beweerd. Purworejo is vlak aan de Zuidkust van Midden Java gelegen. Allemaal eerst bij mij thuis om Par, Warni en Hanif te begroeten. Met koffie, thee en lemper. En koekjes met andere lekkernij. En toen heb ik hen naar de kali gebracht, vlak bij ons in de buurt. Allemaal waren zij onder de indruk van die mooie natuur, daar bij die kali. Het is een heel rustige plek. Met vlakbij een kleine desa. Zo’n kleine Javaanse desa, langs die kali. De bevolking haalt stenen uit de kali. Bestemd voor de bouw. Het is een mooie, rustige plek voor hun lieve mamma.

Gedicht

Nicht Francis had een gedicht geschreven. Het gedicht bestond uit zeven verzen. Met de allerlaatste wensen van hun lieve mamma. En toen is het gedicht, vers voor vers voorgelezen. Francis las het voor. En na elk vers werd door één van ons, een beetje as langs de oever van die kali uitgestrooid. En een beetje as uitgestrooid tussen de bomen. En een beetje as in de kali. Zó werden deze zeven versen van het gedicht voorgelezen. Het waren ontroerende momenten. Voor de kinderen van Els. Voor ons allemaal. Voor Ankie, Francis, Ron en Heidi en zoon Robert was het een definitief afscheid van hun lieve mamma. Maar met een bijzonder goed gevoel, dat zij hun mamma naar haar “geliefd landje” hebben teruggebracht. Hieronder het gedicht van Francis:

WENS
Laat mij nog éénmaal mogen wederkeren
Naar het land van zon en weelderig groen
Dat land zo vol herinneringen
Uit al die mooie jaren van toen
Laat mij nog éénmaal mogen dwalen
Langs sawah’s spiegelend onder een blauwe lucht
Omzoomd door het groen van pisangbomen
Waar bamboehutjes staan van een eenzaam gehucht
Laat mij nog éémaal mogen aanschouwen
De blauwe bergen in de vurig rode gloed
Van de morgenzon, die langs de wijde hemel
Haar lange dagtaak nog beginnen moet
Laat mij nog éénmaal mogen toeven
Tussen ruisende tjemara’s, glanzend in morgenlicht
Bij het stille ravijn, waar de ochtendnevel
Gelijk een lange witte sluier ligt
Laat mij nog éénmaal mogen luisteren
Naar het zingen van de wind door een bamboebos
Naar het lome getinkel van zware bellen
Als een tjikar voorbij komt, getrokken door een os
Laat mij nog éénmaal mogen staan
Bij het vlammend rood van een bloeiende flamboyant
En de bloemenpracht van de bougainville
In zachtroze en diep paarse kleuren, zo briljant
Laat mij nog éénmaal mogen gaan
En dit wens ik keer op keer
Naar het land waar eens mijn wieg stond
Wondermooi Java; ik zie het hopelijk weer

Kinderen en kleinzoon van Els.

Brief

Enkele maanden later schrijf ik naar Ankie, Francis, Ron en Heidi en Robert:
Lieverds, al die wensen van Els  komen uit,  zoals in het gedicht van Fransje is geschreven! Ik begrijp heel goed, dat jullie gedachten nog vaak bij jullie mamma zullen zijn. En dat is niet erg. Ja toch? Volgende week ga ik weer naar Jogja en Jakarta. En dan gaat Els weer met mij mee. Misschien zullen jullie verbaasd afvragen wat bedoelt Rudy nou? Dat Els ook meegaat? Wel ik heb een beetje as van Els  bewaard. Het zit in mijn schouder draagtas, die ik bij me heb, als ik ergens naar toe moet. Daarom dat al die wensen van Els  uitkomen. Zoals Fransje in het gedicht heeft geschreven. En zo reist Els met mij mee.  En zo kan zij genieten van haar zo geliefde geboorteland. Sinds die dag dat jullie hier waren,  is Els met mij al naar verschillende plekjes en plaatsen op Java is geweest. Plaatsen zoals Salatiga, Magelang, Jogja, Cilacap, Jakarta, Surabaya. Ja zelfs naar Porong een kleine plaats dat net als Surabya in Oost Java ligt. En al die andere kleinere of plaatsen waar je langs komt, als ik ergens naar toe moest.  Vaak ook de weg Purworjo- Magelang, als wij zondags naar de mall gaan. Els is er dan altijd bij.  Ik reis vaak met een bus. Grote snelle bussen, maar ook heel vaak met wat kleinere bussen. Het zijn vooral die kleine bussen die veel gelegenheid geven om wat rustiger van alles te genieten. Want de kleine bus stopt vaak. om mensen te laten uitstappen. Of mensen weer mee te nemen. En dat is een leuke gelegenheid voor Els om met al die vriendelijke Javanen, die in zo’n kleinere bus zitten om zo met elkaar “kennis te maken.” Of dat zij kan meeluisteren, naar wat zij allemaal te vertellen hebben. En er wordt heel wat afgekletst. Ook zo’n ritje met een kleine bus, als ik naar Salatiga ga, is altijd heel gezellig. Het is zo’n 2x per jaar, voor mijn bezoek aan mijn tandarts die in Salatiga woont.

Langs de weg Magelang Salatiga

Het is de weg van Magelang naar Salatiga. En een paar dagen later ga ik weer terug naar Magelang. Het is de weg die over de berghellingen gaat van de berg Merbabu. En dan kom je langs vele kleine plaatsen. We komen langs drukke pasars, we gaan over bruggen, en de weg is vol met bochten. En je ziet prachtige landschappen. In dit stukje bergland van Midden Java. Met een vergezicht naar enkele andere bergen. Zoals de Sumbing en de Sindoro. Met heel in de verte de Ungaran bij Semarang in de buurt. Het moet dan wel helder weer zijn. Veel vrouwen stappen in en uit die bus. Met hun manden vol met allerlei groenten, en andere etenswaren. Alles voor verkoop op een pasar. Of gaan weer met lege manden. Terug naar hun desa. Op deze berghellingen van de Merbabu, kom je langs velden waar groenten wordt verbouwd. Zoals veel kool en worteltjes  Zo kan Els heel veel haar “landje” terugzien !!  Ik denk dat zij intussen plekken en gebieden heeft gezien waar zij vroeger nog nooit was geweest! Els geniet ervan! En ik zo blijf ik nog even doorgaan samen met Els. Als ik ergens naar toe ga. Kortgeleden zijn wij naar het bergplaatsje Bandungan geweest. Bij Ambarawa. Gelegen op de heuvels en hellingen van de berg Ungaran. Het is een berggebied met veel koffietuinen en rubber bomen. Els heeft genoten! En zij blijft genieten, van die prachtige natuur van haar geboorte land Java. Ik stuur een paar foto’s mee, van wat Els allemaal heeft gezien. Veel Liefs Rudy

rudy hartung

Langs de weg Magelang Salatiga

 

Rudy Hartung

Langs de weg Magelang Salatiga

 

Een wonder

rudy hartungEen wonder. Het is zo’n half jaar later, nadat het as van mijn nicht Els was uitgestrooid, dat ik een bericht kreeg van het postkantoor. Of ik wou langskomen. Er was een brief voor mij gevonden, die in een verkeerde postbus heeft gelegen, Het bleek een brief van mijn nicht Els te zijn! Gedateerd op 5 September 2016. Een brief die Els bijna een jaar geleden, voor haar overlijden had geschreven. Op het postkantoor vertelt men dat die brief, per ongeluk, in een verkeerde postbus was terecht gekomen. In de postbus precies boven mijn postbus. Zoiets was mij nooit eerder overkomen. Men heeft welgemeende excuses aangeboden. En men erkent dat de vergissing door iemand van hun medewerkers is gemaakt. Maar natuurlijk was ik allang blij dat zij mij op de hoogte hadden gebracht. Over deze brief van Els, dat die in een verkeerde postbus was terecht gekomen. Heb uitgelegd dat deze brief een “ bijzondere waarde” voor mij had. Want Ibu Els, was inmiddels overleden. Met ernstige gezichten hebben zij geluisterd. En zij hebben mij gecondoleerd. Zij hadden goed begrepen hoe mijn gevoelens waren over die brief. Thuis gekomen was ik even stil. Die brief had al die tijd, in een lege postbus gelegen. Precies boven mijn postbus. Terwijl ik al die tijd, met regelmaat, langs kwam om mijn postbus te openen. Ook toen Els inmiddels was overleden. En ook nog een keer, nadat haar as was uitgestrooid. Het was zo’n zes maanden geleden. Alsof Els daar al die tijd rustig heeft gewacht. Wat een wonder! Dat die brief toch was ontdekt! Ik gaf dit alles door aan de kinderen van Els. Nicht Fransje vond het heel frappant. En nicht Ankie de oudste, ging ervan uit dat het de geest van Els is geweest. Die “gestuurd heeft” zodat die brief te voorschijn moest komen. Zelfs na zo’n twee jaar in een verkeerde postbus te hebben gezeten. Het moest zó gebeuren. Daarom is het géén toeval. Het was zó gestuurd! Door Els. Dat schrijft Ankie mij. Nicht Ankie schreef mij ook : “ Els heeft van boven erop toegezien dat die brief zou terecht komen.   Echt een wonder.” Ankie vertelde ook dat Els, toen al, in 2016 zich had afgevraagd, waarom zij nog geen antwoord van mij had ontvangen. En daar was ik stil van. Toen ik dat van Ankie hoorde.

De allerlaatste brief van mijn volle nicht Els : Vleuten 5 sept. 2016 “Hoi Ruud, Is alles naar wens? Je hebt je zusje en zwager op bezoek, fijn voor je, een hele afleiding. Hoop voor de nichten dat ze alles beleven/zien…” En Els eindigt haar brief met: “Soms kan ik zo “sakit hati” zijn, graag zou ik dan daar in mijn landje willen zijn. Maar niet zeuren, nuchter blijven, je zit hier goed. Reizen is van de baan.Gelukkig kan ik nog e.e.a voor de geest halen hoe ‘t was, rook, voelde, nou Ruud, ik dreig sentimenteel te worden, mijn hand raakt vermoeid door de artrose, en stop ik maar voor ‘t onleesbaar worden gaat. Hou je goed, de groeten aan de huisgenoten, Els. “

Het Adres

Mijn allerlaatste brief aan mijn lieve volle nicht Els
Indonesia, Jawa Tengah, Purworejo, 15 Desember 2010
“Lieve volle nicht Els, Ik schrijf jou nu naar “Het Adres”, waar jij nu bent. Het is “ Ergens in Het Grote Heelal”. “Ergens in de Hemel”, of “ Ergens in het Hiernamaals”. Deze brief stuur ik ook niet per post. Dat hoeft ook niet. Want het komt vanzelf wel bij jou terecht. Daarom geloof ik, lieve Els, dat jij deze brief vast zult lezen. Jij bent nu met Miel verenigd. Met jouw mam en pap. Met jouw broer en jouw zus. En met nog zo veel andere familie van ons. Doe ze maar de hartelijke groeten. Ik denk heel vaak aan jullie allemaal.

Lieve Els, jouw laatste brief van 5 september 2016, was per ongeluk in een verkeerde postbus gestopt. Ik kon je daarom ook niet eerder terugschrijven. Ik hoorde het pas veel later van het postkantoor. Maar toen had jij inmiddels “ Het Leven op Onze Aarde” al verlaten. Het was een jaartje later, dat ik samen met jouw kinderen jouw as bij die kali hebben uitgestrooid, die een paar km voor mijn huis stroomt. En dat toen Fransje het mooie gedicht voorlas, over jouw laatste zeven wensen. Jij zult het vast, van boven hebben gezien! Of vanuit het postkantoor van Purworejo? Een grapje hoor lieve Els! Maar ik zie zoiets helemaal voor me. Want die brief van jou, zat toen nog steeds in die Postbus , precies boven mijn Postbus. Maar dat wist ik nog niet!!! Lieve Els, ik ben zo blij, dat die allerlaatste brief van jou, toch nog goed is terecht gekomen. Weliswaar met behoorlijke vertraging! jouw brief is per ongeluk in een andere Postbus terechtgekomen! Precies boven mijn Postbus. Echt waar!! Of wist jij het misschien ook al? Dat jij in een verkeerde Postbus terecht was gekomen? Zo denkt Ankie. En zij kan best gelijk hebben. Lieve Els nou weet jij het van mij zelf, dat ik die brief inmiddels heb ontvangen. En ik dank je alsnog er heel hartelijk voor. Daarom dat ik jou nu terugschrijf. Het is bedoeld ter geruststelling voor jou. Want jij was wat ongerust, toen jij aan Ankie vroeg, of ik jouw brief wel zou hebben ontvangen. Ik hoorde het onlangs van Ankie. Grappig is het dat ik ook van Ankie hoorde dat jij, en misschien dat Ankie het heeft aangevoeld, daar jij vanuit die andere postbus, steeds erop hebt toegezien dat jouw brief toch bij mij zou terecht komen. En nu schrijf ik jou dat het ook klopt, alhoewel het zo’n zo’n twee jaar heeft geduurd. En nogmaals, ik had dit al die tijd niet geweten!! Trouwens, het was toch geweldig goed hé Els, dat die mensen van het postkantoor mij erover hebben bericht! Mijn compliment voor Kantor Pos Purworejo. Ik heb die laatste brief van jou aan Ankie gegeven. Dat zul jij vast wel goed vinden! Het is voor haar een heel dierbare herinnering. Natuurlijk hebben Fransje, Ron en Heidi, Robert en andere kinderen die brief ook gelezen. Maar goed, lieve volle nicht, nu weet jij het dus, dat het helemaal in orde is gekomen. Met die laatste brief van jou. Die zo’n twee jaar in een vreemde postbus heeft gezeten. Daarom dat ik jou nu schrijf. Lieve Els, doe jij de groetjes aan iedereen daarboven? Heel veel groetjes en heel veel liefs, vanuit Midden Java. Van jouw volle neef Rudy. PS. Hieronder een bougainville langs die weg Magelang Salatiga:

Rudy Hartung


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung over Hanif, vragen en antwoorden over vroeger

Hanif

Het is ‘s middags twee uur. Kom Hanif ben je klaar? ‘Even opa.., mam waar zijn mijn boeken?’ Hanif zit in de 1e klas SMP. En vertrouwt altijd op de hulp van Warni. Zijn lieve moeder.

 

Hanif

Hanif met Warni

We lopen door het bos, achter ons huis. Er staan wat huizen in het bos. Nieuw gebouwde huizen met stenen muur. Maar ook nog gedek (gevlochten bamboe wand) huizen. Vaak wonen oma en opa in hun oudere gedek woning. Met een nieuw gebouwd huis met stenen muur, naast het gedek huis. Het nieuwe huis wordt door een van hun kinderen gebruikt. Meestal een dochter, die inmiddels ook een eigen gezin heeft. Dat is natuurlijk handig. Als dochter werkt, passen oma en opa op hun kleinkinderen. Maar het is ook vooral bedoeld dat een kind zijn/haar ouders kan verzorgen als zij oud zijn geworden. Zo gaat het altijd in de provincie met al haar desa’s. Het is natuurlijk lastiger voor de grote steden. Maar daar heb je al bejaardenwoningen. Maar toch gebeurt het nog vaak dat oudere mensen vanuit de stad het liefst naar hun geboortedorp, in de provincie, terugkeren. Waar meestal nog een kind of andere familie woont.

Hanif aan het woord en vraagt zoveel

Tijdens de wandeling, komt Hanif altijd met verhalen en vragen aanzetten. Verhalen en vragen over wat hem interesseert. Dank zij smartphone en internet heeft hij YouTube en instagram ontdekt. Hij heeft nu veel belangstelling over wereld geschiedenis. Ook belangstelling over de wereldoorlogen uit vorige eeuw. Hanif leest, ziet en luistert via youtube over, Hitler, Nazi’s, Stalin. Over Amerikaanse en Duitse generaals. Over U-duikboten van de Nazi’s. En over nog veel meer. Ik was best verrast toen hij daarover begon te praten. ‘Opa wat zijn ‘concentration camps?’ vraagt hij. Dáár kan ik op antwoorden en iets uitleggen. Maar over tanks en Amerikaanse vliegdekschepen, duikboten en gevechtsvliegtuigen, kan hij mij veel vertellen. Zoals over het snelle Duitse slagschip Bismarck, dat door de Engelsen achtervolgd werd. En dat het haar ondergang was geworden. Ik wist het niet! Hoewel ik vroeger wel iets erover heb gelezen. Hanif komt met vragen aan zetten over D-Day. Toen Duitsland door Amerika werd verslagen. Zulke vragen kan ik wel beantwoorden. Ik heb vroeger enkele Amerikaanse films gezien over de bevrijding van Europa. Herinner mij ook enkele bekende Amerikaanse generaals zoals Patton en generaal Eisenhouwer. Zo vertel ik wat aan Hanif. Hoe Amerika het bezette Europa heeft bevrijd.
Over D-day. Met hulp van Engeland, Canada en Rusland.

Hanif praat wat over de aanval op Pearl Harbour door Japan. Die oorlog van Amerika tegen Japan interesseert Hanif. Ik leg wat uit. Dat met die plotselinge en onverwachte aanval op Pearl Harbour onder de Amerikanen op Hawai veel slachtoffers vielen. Met ook een behoorlijk groot verlies aan oorlogsschepen. En dat toen Amerika direct oorlog verklaarde tegen Japan. En dat het voormalig Nederlands Indie toen ook erbij betrokken raakte. En dat toen Java en andere eilanden door Japan werd veroverd..

Geesten van Loano

Wij komen bij een plek aan in het bos, waar vroeger een Kraton heeft gestaan. Met muren eromheen.
En van die muren zijn een paar overgebleven. De geschiedenis over deze Kraton tijdperk gaat heel ver terug. Het was ver voor de VOC periode en van voormalig Nederlands Indie. In de loop van al die eeuwen is de plek waar deze Kraton heeft gestaan een bos geworden. De grond is particulier bezit van een familie uit Loano. Hanif en ik vragen om permisi om langs te mogen. Niet aan die familie. Maar aan geesten die daar op deze plek van het Loano bos wonen. Waarom doen wij dat?

De bevolking van Loano gelooft dat op deze plek waar die Kraton heeft gestaan, geesten wonen. Maar het is nu een bos en wordt omringd door wat oude muren. Veel delen van die muren zijn allang tot aan de grond verdwenen. Voor zover ik weet, is er nimmer iets aan onderhoud gepleegd aan die muren. Vanaf vroeger niet. Nooit iets aan onderhoud zoals met de Prambanan of Burubudur. Het is een mystieke plek geworden, waar geesten wonen. En je moet altijd permisi (toestemming) vragen als je er langs komt. “Het moet”, dat zeggen de mensen hier van Loano. Het is traditie. Hanif en ik, vragen dus ook altijd om permisi, als wij er langs komen. Want ik wil geen moeilijkheden hebben. Met de geesten van deze plek. “Je kunt ze beter te vriend houden,” denk ik. Boven ons bundelen zich donkere regenwolken samen.

Hanif

Oude muur Kraton

Langs een muur van vroegere Kraton

“En opa, die atoombom van Amerika ? Hoe komt dat?” Ook daarover kan ik wat uitleggen. Amerika wou Japan tot overgave dwingen. Want Amerika had al heel veel millitairen verloren. Amerika heeft toen een nieuw soort bom ontwikkeld. De atoombom. Zo’n bom werd eerst op de stad Hiroshima geworpen. Maar Japan wou zich nog niet overgeven. En toen had Amerika, een paar dagen later, een tweede atoombom op de havenplaats Nagasaki geworpen. En pas daarna gaf Japan zich over aan Amerika. Japan is na deze oorlog door Amerika geholpen met de wederopbouw van het land. En sindsdien zijn Japan en Amerika goede vrienden van elkaar zijn geworden.

Clublied Feijenoord

Hanif laat mij liedjes horen. Het zijn allemaal liedjes op ‘marsdreun’ uit de Nazi-periode. Alles via youtube.  Ikzelf had die liedjes en filmpjes nog niet eerder gehoord of gezien. En tot mijn verrassing hoor ik plotseling het clublied Feijenoord. Want ik hoor de wijs of melodie van: “Hand in hand kameraden.” Maar dan in het Duits en met andere tekst. Het was één van die Duitse propaganda Nazi marsliedjes. Ik heb het nooit geweten. Dat Fijenoord een wijs van een Nazi propaganda lied, voor haar clublied heeft overgenomen.

De lagere school van Loano gebouwd door Nederland.
We komen op het schoolpleintje aan. “Dag opa,” een handkus en Hanif loopt de klas in. Ik blijf buiten wachten en ga op de stoep zitten. Aan de schoolmuur hangt een bordje. Met tekst: Dit schoolgebouw is op 24 november 1910 geopend. De tekst geschreven in het Indonesisch: RUMAH SEKOLAH DIBUKA MULAI 24 NOVEMBER 1910. Maar tot kort geleden hing daar nog het bordje met de Nederlandse tekst.
Het geeft mij een goed gevoel.

Schoolplein lagere School Loano

HanifDit schoolgebouw is op 24 november 1910 geopend
Ik wacht op Hanif.
Een zware regenbui barst los. Ik blijf onder mijn payung zitten. Het schoolplein voor mij zie ik in een grote waterplas veranderen. Het is een meer geworden. Het water stroomt langs mijn voeten. Ik blijf het wegstromende water nog even volgen. Mijn gedachten dwalen af.

Als Indonesië nooit een kolonie van Nederland zou zijn geweest.
Wat als het land nooit een Nederlandse kolonie zou zijn geweest? Hoe zou Indonesië er dan nu hebben uitgezien? Het antwoord is voor mij niet moeilijk. Ik zou geen twee Javaanse overgrootmoeders hebben gehad. Ik zou dan niet als een Indische Nederlander zijn geboren. Ik zou Par en Warni niet hebben gekend. Ik zou Hanif nooit hebben ontmoet. En ik zou nu ook niet op Hanif zitten te wachten. En hij zou nooit zulke vragen kunnen stellen: Opa waarom dit ? En waarom dat? Ik word er verdrietig van. Dus die vraag gaat de prullenmand in. En terug naar de realiteit van ons leven. Hier op onze aardbol.

Hoe denkt Indonesië nu over Nederland ?

Elk verleden of geschiedenis, van elk land, is een vaststaand feit. Het is geschiedenis. Het kan niet worden uitgepoetst. Ik vind dat Indonesie goed omgaat met haar geschiedenis en cultuur. Zelfs als het cultuur betreft, dat niet oorspronkelijk van het land zelf is. Cultuur geimporteerd. Door de eeuwen heen zijn er in Indonesie diverse culturen binnen gebracht. De Hindoe cultuur, Boeddhisme cultuur, Islam cultuur. En als allerlaatste de koloniale cultuur van het voormalig Nederlands Indie. Met ook het Christendom. Ook van die Nederlandse koloniale cultuur is er veel overgenomen.
En dan heb je die culturen van al die andere eilanden van Indonesie. Met elk eiland haar eigen cultuur en eigen taal. Haar eigen gebruiken en gewoontes. Indonesie een land dat bijzonder rijk is aan verschillende culturen. Met eeuwenoude geschiedenis. Indonesie is daar trots op.

En ja hoor. Wat betreft die cultuur van Nederland? Het hoort er ook bij. Cultuur van toen het nog “Nederlands Indie” heette. Indonesie doet daar beslist niet moeilijk over. Een paar keren per jaar gaat een groepje Indonesiers hier op Java, in alle grote plaatsen, als een koloniale Hollander op de fiets. En fietsen door de stad. In een wit tropenpak, met de tropenhoed op. En een beetje plagerig en altijd als humor bedoeld word ik weleens “Meneer Rudy” genoemd. Of zo’n klein stukje pisang, gebakken als kleine pannekoek, wordt door de Javaan “LEKKER” genoemd. Vooral langs scholen wordt het aan de jeugd verkocht. Als een een “lekker hapje” En zo zijn er zoveel Nederlandse woorden in de Indonesische taal. Vaak zijn de technische woorden zoals: onderdil, pelg, kopling of operasi. Ook woorden zoals: wortel, kol, seladri, ongkos, oper, ongkos of pensiun. Allemaal van een Nederlands woord afgeleid. En hoe denkt men over Nederland? Voor de televisie juicht heel Indonesië mee, als Nederland een WK wint. Of de Europa cup. Namen zoals Cruiijf, van Persie en nog veel andere bekende Nederlandse voetballers, behoren hier nog altijd tot bekende sporthelden. En er zullen weer oranje voetbalshirts met een rood wit blauw vlaggetje, worden gekocht, als Nederland ook weer hoog scoort met WK voetbal. En dan kun je weer van die leuke bekers kopen, met Rood Wit Blauw. Dus kom op Nederland ! Waar blijven jullie met voetballen? Doe er wat aan !!! Indonesië wacht op het Oranje elftal.

Hanif

Beker met kat Krucil

Holland 2014 FIVA World Cup Brazil

De regen is opgehouden. Het water op het plein is weg gestroomd. “Hallo Opa.” Hanif staat weer buiten. Bijles wiskunde zit er weer op. Kom even een ijsje halen Nif. We lopen weer naar huis. Door het bos.
En Hanif komt weer met wat vragen en verhalen.
Duitse Heidebloem Erika en Javaanse Veldbloem Putri Malu
Hanif laat mij weer zo’n Duits Nazi marsliedje horen. Het heet Erika. Ik luister: “Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein. Und das heißt… Erika” Ik vertaal voor Hanif “ Op de heide bloeit een bloemetje. Het bloemetje heet…. Erika.” Nou ja… hier in Indonesië vind je geen heidevelden. Ook denk ik, dat veldbloem Erika van Duitsland, hier op Java niet voorkomt. Maar niet alleen op Java maar door heel Indonesie, zijn er heel veel soorten aan veldbloemen. Ook die heel geschikt zijn voor je tuin. Ja hoor! Ik vertel nu over een bijzondere veldplantje “Kruidje roer mij niet.” Een heel leuk plantje om te zien. Met van die mooie paarse, harige, bloem bolletjes. En met kleine blaadjes. Net als van de asamboom (tamarinde). Op Java heet het: “Putri malu”. En betekent “Een verlegen meisje.” Maar… pas op. De Putri malu is echt niet met die aardige “Kleines Blümelein Erika” te vergelijken. Het lijkt allemaal wel mooi als je haar tegenkomt en je denkt: “Ha, wat een mooie bodembedekker voor mijn tuin! Lekker zacht voor je voeten. Veel mooier dan het saaie gras !! ” Dus je pakt haar vast om haar uit de grond te trekken. Maar dan! Je schreeuwt het uit: “Aduh..aduh … auw..auw!” Want Putri malu heeft heel venijnig in jouw hand en vingers geprikt! Met al haar venijnige stekeltjes. Je had dat niet gezien! En tegelijk sluit Putri malu onmiddelijk haar kleine blaadjes. En zo houdt zij haar dichtgevouwen blaadjes nog even gesloten. En in verbeelding, hoor je haar zachtjes fluisteren: “Net goed jij !! Jij hoeft mij niet aan te raken!” Pas na enige tijd, als de kust voor haar weer veilig is, dan gaan langzaam en heel voorzichtig haar blaadjes weer open. En even later lijkt zij weer op een leuk veldplantje. Putri Malu is beslist niet voor bodembedekker geschikt in de tuin!

Putri malu – Kruidje roer mij niet – Raak mij niet aan!

Hanif

Putri malu – Kruidje roer mij niet – Raak mij niet aan!

Hanif en ik lopen verder. Wij vragen weer om permisi als wij langs de oude muur lopen van de Kraton. Af en toe roept Hanif, ‘Stop opa’. En slaat een muskiet dood, die op mijn been zat. Wij lopen verder. En het wordt al donker. En even later zijn we weer thuis.
Nawoord: Hanif (nu 15 jaar en inmiddels 3e klas SMP), heeft in zijn jonge leven, via YouTube en internet al zoveel gezien. Misschien al meer dan ik in mijn hele leven. Zijn ouders Par en Warni, zijn twee heel lieve mensen. Maar weten over dat soort van kwesties, zoals Hanif aansnijdt, vrijwel niets. Hanif heeft nog een heel leven voor zich. Op Java, in Indonesië. Een land rijk aan cultuur en tradities.

Een korte toelichting over onderwijs van Indonesie. Na het basisonderwijs volgt de SMP. Het is een 3 jarige middelbare school opleiding. Na SMP volgt de 3 jarige SMA. Het voortgezet middelbaar onderwijs. Met tot doel een algemene academische voor opleiding. Voor toelating tot een Universiteit, Technisische Hoge Scholen en diverse soorten Academies. En dan heb je de grote groep scholen voor het beroepsonderwijs. Waar de student een vak leert. Want Indonesie heeft veel vakmensen nodig.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

 

Rudy Hartung: de invasie van kaki seribu’s in ons huis

Rudy Hartung

Bij ons wemelt het nu van duizendpoten!! Hieronder, ter kennismaking, een paar beelden van de Javaanse duizendpoten. Uit onze zijtuin.

duizendpoot

 

kaki seribu

In vakliteratuur wordt deze worm de miljoenenpoot genoemd. Maar voor de Indonesiër blijft het de kaki seribu (duizendpoot). De duizendpoot bijt niet. Is ook niet giftig. En voor zover ik weet is het voor de mens een onschuldig en niet gevaarlijk beestje. Als je het beestje aanraakt dan rolt zij zich meteen op. En als de kust weer veilig is, dan “ontrolt” het beestje zich. En gaat rustig verder met de wandeling. De kaki ribu heeft een nuttige functie. Zij ruimt bladeren op en ander plantaardig afval. Kortom een nuttig en ijverig beestje.

Kun je een duizendpoot ook als huisdier beschouwen? De Javanen vinden het zeker van niet. Voor hen zou het beslist een vreemde vraag zijn. Nee natuurlijk niet! Een kaki seribu moet meteen de deur uit! Ja, en ik vind dat ook wel goed. Als ik nu zo’n kaki seribu in mijn slaapkamer tegenkom dan pak ik haar op en gooi het mijn raam uit!
Warni zegt dat de duizendpoot stinkt. Ik weet dat niet. Ik heb de laatste tijd heel veel duizendpoten in mijn hand gehouden. En geen vreemde of vieze lucht geroken. Dus ik begrijp het niet dat een duizenpoot stinkt. Maar goed.

Waarom kom ik met dit verhaal over de duizendpoot? Wel ik daar heb ik alle reden voor. Ik zit nu midden in een kaki ribu plaag!! Hoe is het begonnen?
Deze kaki seribu’s klimmen sinds enige tijd, via de grensmuur met de buurman, naar onze open wasplaats. Uit de achtertuin van mijn buurman. En dan kunnen zij zo verder binnen wandelen. En het huis binnen komen. En dan zo verder. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dus daarom heb ik gedurende een paar maanden heel veel van deze kaki seribu’s opgepakt. Soms wel per 5 tegelijk. En wat deed ik ermee? Ik gooide ze allemaal in onze zijtuin. Ik dacht, ja waarom niet? Een heel geschikte plaats nietwaar? En zo heb ik mij maandenlang met die gewoonte bezig gehouden. Om al die duizendpoten te vangen. En in die zijtuin te gooien. Naast mijn slaapkamer.

De singkong tuin van buurman 

 

 

De serre met zijtuin

Bos

Achter ons huis is een bos. Een heel mooi bos. Met allerlei soorten bomen en allelei planten. Ook veel jatibomen en veel bamboe. Zonder twijfel zullen er veel van die duizend poten in dit bos wonen. Zo’n bos is natuurlijk hun beste woonplek. Tussen het bos en onze achtertuin hebben wij een muur geplaatst. Zoals ik al eerder zei, komen die duizend poten vooral via de achtertuin van onze buurman, bij ons binnen. Via die grensmuur van onze open wasplaats.
En die muur grenst aan de achtertuin van onze buurman. Het is een tamelijk wilde achtertuin. Nu begroeid met veel singkong (ketela). En het bos is direct achter die tuin, van onze buurman. Zonder muur tussen bos en die singkong tuin.
Plaag van duizendpoten

En plotseling, is bij ons een plaag van duizendpoten uitgebroken. Maar zij komen nu uit onze eigen zijtuin!! Zij kruipen via de trappen naar het achterhuis. En zo door naar de achter keuken. En gaan zo verder ons huis binnen. Zij kruipen naar de woonkamers. Zij kruipen de slaapkamers binnen. En de badkamers. En zij komen mijn slaapkamer binnen. En dat gaat via de ramen van mijn slaapkamer. Mijn slaapkamer grenst namelijk precies aan deze zijtuin. Het is voor hen de kortste route gebleken om het huis binnen te dringen. Op de foto zie je, hoe een paar van hen zich schuil houden. Onder een raam van mijn slaapkamer. Geduldig wachten zij tot de ramen open gaan. Klaar voor een invasie. En dan naar binnen!!

Duizendpoten voor mijn slaapkamer raam

 

Bewaking

Opsporen

En zo kan het niet langer. Het is mijn eigen schuld. Toen ik, weliswaar goed bedoeld, al die binnenkomende duizendpoten oppakte. En hen in die zijtuin gooide. Maar blijkbaar is het voor hen een veel te kleine woonplek gebleken. Voor al die kaki seribu’s die ik gedurende een paar maanden steeds maar, in die zijtuin heb gegooid. Want nu blijkt dat zij deze zijtuin willen verlaten. En ons huis binnen lopen.
Ik werd dus voor een tegenoffensief gedwongen. Tegen deze duizendpoten! Heb direct twee van onze katten opgedragen, om de wacht te houden. Boven op de muur van die open wasplaats. Met opdracht dat zij vooral die singkong tuin van de buurman in de gaten moeten houden. Als de duizendpoten uit die tuin naar boven kruipen.

En wat kan ik zelf doen? Ik ben nu tamelijk druk. Met het opsporen van al die duizendpoten in onze zijtuin. Het terugvinden van duizendpoten, die ik afgelopen maanden in deze zijtuin heb gegooid. Dat is beslist een vergissing geweest. Want nu zorgen zij voor heel veel overlast. Het heeft tot een invasie geleid in ons huis. Noem ze maar indringers!
En daarom moeten zij nu, zonder pardon, terug het bos in. Terug naar die singkong tuin van mijn buurman! En ik moet ze allemaal vangen. Het zal nog enige tijd duren. Voordat ik die zijtuin van al die duizendpoten heb bevrijd. Ofschoon ik wel denk dat het niet zo erg zou zijn om een paar van die kaki seribu’s in de tuin te houden. Zolang het maar geen “overbevolking” wordt. Want dan gaat het ook weer: “Hups terug naar jullie singkong tuin” Ja ja!


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
levensverhaal

Rudy Hartung: Purworejo en de Dolalak dans

Rudy Hartung

Links: Rudy Hartung

 

Purworejo is bekend voor de ‘dolalak’ dansen. Elk jaar wordt een wedstrijd van deze Dolalak dans gehouden. Elke dansgroep doet haar uiterste best om tot winnaar van het jaar te worden uitgeroepen. Hoe komt het dat Purworejo zo bekend is geworden door de dolalak dans?
De oorsprong van deze dans gaat terug naar het Nederlandse Koloniale Tijdperk. Terug naar de tijd toen de soldaten van de Nederlandse Compagnie in Purworejo waren gestationeerd. De soldaten hielden vaak ‘s avonds op het kazerne-plein een feestje. En natuurlijk met bier erbij. En wellicht ook met de bekende kruik van Hollandse Jenever. Al gauw werden zij daar heel vrolijk van. En werden zij een beetje, óf…. heel erg dronken! En ja hoor.
Even later begonnen zij vrolijk te hotsen en te zingen. Hotsend en huppelend en zwaaiend met hun handen, zongen zij allerlei liedjes. Maar altijd werd het bekende Hollandse volkslied gezongen: “En van je hela hola, houd de moed er in, houd de moed erin….” En dat ging zo de hele avond door. Aan elk feest komt een einde. En de soldaten werden naar binnen geroepen. Waggelend en zwaaiend naar het Javaanse publiek, gingen de soldaten hun barak binnen. Om hun roes verder uit te slapen.

De hit van de avond

Zo’n dansavond, met het gezang van de soldaten van de Nederlandse Compagnie, trok altijd volop belangstelling van de plaatselijke Javaanse bevolking van Purworejo. Mannen, vrouwen met hun kinderen. Met hun oma’s en opa’s. Zij allemaal gingen kijken. En zij vonden het prachtig! En vooral het lied “ En Van Je Hela Hola” werkte zooo vreselijk aanstekelijk, op de Javanen. Want zodra dat lied werd gezongen, begonnen de Javanen mee te zingen. En zij begonnen mee te huppelen. Jawel…zooo leuk vond men dat lied. Het was altijd de hit van de avond!!
“ Van je hela hola houd de moed erin”

En toen heeft de kunstzinnige Javaan van Purworejo, van die merkwaardige “Hollandse helahola dans”, van de soldaten van de Nederlandse Compagnie, een Javaanse dans gemaakt. Maar wel aan de Javaanse stijl van dansen aangepast. Het “gehuppel” van de Nederlandse soldaten, dat paste beslist niet bij de dans cultuur van de Javaan. En het werd in een heel mooie Javaanse dans omgezet. Vol met met sierlijke bewegingen. Maar in een vlot tempo. En zo is die traditionele dans van Purworejo ontstaan. Het wordt de Dolalak dans genoemd. Gebaseerd en geinspireerd op dat Hollandse lied: “En van je hela hola houd de moed erin…”

Soldaten

Deze dans wordt altijd door een groep jonge meisjes uitgevoerd. Zij zijn dan als soldaten van de Nederlandse Compagnie gekleed. En in korte broek. En jawel met een zonnebril op! Want dat staat heel stoer! In de volksmond worden zij de “Noni Belanda” genoemd. De Hollandse jonge dames! De muziek is twee-tonig. Met de noten Do en La. Het wordt daarom dolalak dans genoemd. Elk jaar wordt er competitie gehouden. Tussen dansgroepen uit Purworejo en haar omringende desa’s. De dansgroep bestaat uit jonge meisjes. Het zijn vaak leerlingen van de scholen die met deze dolalak dans meedoen. Op de laatste foto rechtsonder een dansgroep van de Lagere School bij mij in Loano.

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung: Mag ik met u kennis maken?

Rudy Hartung

‘Rudy, zou je een keer wat meer over jezelf willen vertellen?’ mailde ik. Dat wilde Rudy. Maar er kwam een piepklein stukje, terwijl u en ik weten: Rudy heeft veel meer te zeggen over zijn leven en wie hij is en hoe het allemaal zo gekomen is. Dat zit hier en daar in zijn verhalen.  Als u die net zo graag leest als ik, heb ik goed nieuws. Rudy heeft toegezegd vaker wat te schrijven. Daar kijken we allemaal naar uit.

 

Ik ben Rudy Hartung. Ik woon op Midden Java. Dicht langs de Zuid kust van Midden Java.
In de desa Loano. Op zo’n zes kilometer van de stad Purworejo.
Samen met een heel lief Javaans gezinnetje.
Het zijn: Par en zijn vrouw Warni. En hun zoon Hanif.
Ik ben een Indo.
Oftewel een Indo Europeaan.
Oftewel een Indische Nederlander.
Ik ben in Semarang geboren (1940).
Met mijn ouders en samen met mijn zusters en broers, ben ik in 1955 naar Nederland gekomen.

Het is in 1992 dat ik naar Midden Java ben teruggekeerd.
Deze keer niet voor een vakantie. Ik was al vaker voor een vakantie op Java geweest.
Maar nu was het mijn bedoeling om op Midden Java te gaan wonen.
En nu woon ik permanent in Loano – Purworejo.
Hier op Midden Java zal ik mijn laatste rustplaats vinden.
Op Java, mijn geboortegrond. Tanah Airku….
Vanuit Loano mijn hartelijke groet.

Rudy


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Rudy Hartung: afscheid van Java

afscheid

Rudy Hartung behoeft geen introductie meer. Hij woont in Indonesië en kijkt terug op de late oude tijd. Hieronder zijn verhaal ‘Afscheid van Java’. Weer met mooie foto’s van toen.

 

Naar Nederland

Sinds 1930 is pap bij de BPM (Bataafsche Petroleum Maatschappij) werkzaam geweest. Op het kantoor in Semarang. Hij was toen 24 jaar. Was nog niet getrouwd. In de jaren 1950 was BPM/SHELL al overgenomen, door PERTAMINA de Indonesische Aardolie Maatschappij. Pap heeft te kennen gegeven dat hij graag op 1 augustus 1955 naar Nederland wou vertrekken. Pap was toen 49 jaar. Mam was 39 jaar. Op 1 augustus 1955 namen mam en pap afscheid van Semarang. Van de BPM/SHELL. Van vrienden, kennissen. Afscheid van onze bediendes. En van onze buren.

Afscheid van Java. Onze geboortegrond. Wij vertrokken naar Nederland.

De leemte

Gedurende zijn werkperiode bij BPM, is er een “leemte” ontstaan, die ruim 5 jaar heeft geduurd.
Pap was krijgsgevangene. Hij werd in maart 1942 naar Japan afgevoerd. Na de bevrijding en na zijn terugkeer uit Japan, kon hij niet direct naar Semarang terugkomen. Pap en mam en kinderen (3) zijn tijdelijk in Balikpapan gebleven. Kort na onze terugkeer in Semarang is pap naar Padang overgeplaatst. Om daar, op het BPM kantoor, Indonesisch personeel in te werken. Het was gedurende de jaren van overdracht van BPM/SHELL naar PERTAMINA. In 1951 gingen wij weer terug naar Semarang.
Gedurende al deze jaren van overdracht, heeft pap een fijne samenwerking gehad.
Met de Indonesische collega’s van PERTAMINA. Het was zowel in Padang als ook in Semarang. Sinds de terugkeer van pap uit Japan, zijn wij met ’twee broertjes en een zusje’ rijker geworden.

Sport verbroedert

Pap is altijd een sportman geweest. In zijn jongere jaren heeft hij altijd gevoetbald. Hij speelde “op de rechter vleugel” van het elftal Go Ahead. In Semarang. In die tijd, dus voor de oorlog, waren ook een paar Javanen in het eerste elftal van Go Ahead opgesteld.
Ik lees de namen: Soejitno, Siswonto en Slametngalim.

afscheid

Het eerste elftal Go Ahead ( Vooroorlogs jaar )
Ook de BPM had een elftal. Pap speelde ook in BPM elftal, en voetbalt later met nieuwe Indonesische collega’s op kantoor. Pap heeft met hen getennist en gevoetbald, hij neemt tennislessen bij een Indonesische collega die in Semarang voor PERTAMINA werkte en die vreselijk goed tennis speelde.

Het BPM elftal 1955
Veel Indonesische collega’s waren dol op voetballen. Een welkome aanwinst voor het vroegere BPM elftal. In 1955 wordt voor “pak Eddy” een “afscheids wedstrijd” georganiseerd door Indonesische collega’s. Pap noemde het nog wel het BPM elftal.
Maar goed… sport verbroedert… nietwaar?

afscheid

 

Het verlaten van je geboorteland doet pijn

Het kan zelfs heel veel innerlijke pijn doen. Iemand noemde het “chronische pijn” en dat is goed verwoord. Geestelijke pijn die je nog kunt voelen en daar is lang niet altijd obat voor.
Pap en mam gingen zich voorbereiden voor hun vertrek naar Nederland. Beiden geboren en getogen op Java. Oma Clara, pap’s moeder, is vlak voor het einde van de Japanse bezettingsjaren overleden.  Zij was al weduwe. Zijn zusters, tante Martha en tante Troel waren al naar Nederland vertrokken. Van mam’s kant waren haar (5) zusters al naar Nederland vertrokken. Mam’s moeder, oma Anna (weduwe) was ook al naar Nederland vertrokken.
Alleen de 2 oudere broers van mam, zijn in Indonesië achter gebleven. Zij hadden de Indonesische nationaliteit aangenomen.

Voor pap was er geen toekomstperspectief meer in Indonesië. Het was een logische keuze om naar Nederland te vertrekken
Pap was altijd meer op “Westerse cultuur” georiënteerd.
Thuis bij ons, werd Nederlands gesproken. Op zijn Indisch. Vooral bij mam. Inmiddels was BPM door PERTAMINA overgenomen
De reorganisatie op het kantoor Semarang kwam op gang. Er waren nog enkele andere Indische Nederlanders op het kantoor.
Hun werkzaamheden werden aan nieuwe Indonesische collega’s overdragen. Zij werden “de Boele of londo” genoemd. De Javaan heeft een groot gevoel voor humor; het is beslist niet als scheldwoord bedoeld of dat het kwetsend zou zijn bedoeld. De Javaan is daar veel te beschaafd voor.

En dan is het zover.  Het is 1 augustus 1955. Wij moesten afscheid nemen. Van de buren, van vrienden. En van onze bediendes. Wij hielden ons goed. Het laatste afscheid was met de familie Younge. Onze naaste buren. Met de kinderen Mary, Tjali en Jany  en Freddy de jongste die nog klein was.
Ook afscheid van enkele schoolvrienden: Humprey Haye, Miel van der Linde en nog een paar. Zij zouden allemaal ook naar Nederland vertrekken.

Er was verdriet  toen wij afscheid moesten nemen van onze naaste buren, van kennissen en vrienden en van onze vier baboes. Maar wij hielden ons goed.

afscheid

Onze lieve kokki en de lieve baboes. Zij hadden zich traditioneel aangekleed.

Familie Younge

De familie Younge had in Semarang een busbedrijf. Mevrouw Younge was een Javaanse vrouw. Zij was een prinses, van één van de kraton’s van Midden Java. Er stond een piano bij hun in huis en mevrouw Younge speelde piano, klassieke muziek.

Proefkonijn voor oevéé
In die tijd had ik veel last van puistjes op mijn gezicht.  “Oh Ruud dat is akné,” zegt buurvrouw Younge. Dus jeugdpuistjes.
“Kom maar langs, dan behandel ik jou wel met “oevéé”, zegt zij.
“En gratis hoor!”
“Wat is dat mevrouw Younge, oevéé?” vraag ik

“Oh even kijken Ruud.”
Mevrouw Younge studeerde toen voor schoonheidsspecialiste en buurvrouw Younge. zij bladert in de gebruiksaanwijzingen van de oevéé.
“Oh Ruud, hier staat het. Ultra Violet stralen!”

Dus ik was haar proefkonijn voor oevéé bestraling. En toen heeft zij mij regelmatig met oevéé bestraling behandeld totdat ik van al mijn puistjes was verlost.  Zo’n leuke herinnering aan buurvrouw Younge.
Later heb ik mevrouw Younge nog eens bezocht toen zij in Amersfoort woonde. Meneer Younge was inmiddels al overleden

afscheid

Onze naaste buren de familie Younge.

 

Op het vliegveld. Wachten op het vliegtuig. Ons vliegtuig is geland. Allemaal worden we wat verdrietig.
Wij omhelzen elkaar.
“Tot ziens ja!”
En even later moeten wij instappen.

afscheid

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

afscheid

Rudy Hartung: Padang in mijn herinneringen (1948-1951)

Padang

Hoera, er is weer een verhaal van Rudy Hartung, de Indische schrijver uit Indonesië. Hij kijkt terug op de periode Padang in zijn gezin van herkomst. Soms mijmeringen en toch: het geeft een mooi beeld, om mee te beleven.


Het is midden 1948, Peter kon nog niet lopen, toen wij met het vliegtuig naar Padang vertrokken. Pap wordt naar Padang uitgezonden, om daar op het kantoor nieuw Indonesisch personeel in te werken. Op de Administratie afdeling van BPM kantoor Padang.
Padang ligt aan de westkust van Midden Sumatra. Voor mam en pap een totaal onbekende plaats. Aan de westkust op het eiland Sumatra. Ver weg van hun Java.

Padang

Padang

Padang
De Olo weg en de Belantoeng straat.

Padang is niet zo’n grote stad. Wij hebben daar in twee buurten gewoond.
Eerst in een huis aan de Olo weg. Met de naam “In de olie”, bij de Indische familie van de Berg met hun dochter Mirke, die wat ouder was dan Vonny.

Vlak bij het huis waren Nederlandse militairen gehuisvest. Het was nog gedurende de politionele acties. Toen had Nederland militairen naar Indonesië gestuurd. Mirke vond het best gezellig en was vaak wat aan het kletsen met Nederlandse soldaten.

Meneer van de Berg was ook van de BPM. Het huis aan de de Olo weg was niet zover naar het centrum van Padang en de aloon aloon. Wij hebben niet zo erg lang aan de Olo gewoond.
Na enkele maanden verhuisden wij naar de Belantoeng straat. Die straat lag verder weg van de binnenstad van Padang.
Daar aan de Belantoeng zijn wij blijven wonen, tot ons vertrek terug naar Semarang.

Nieuwe kennissen van mam en pap

Pap en mam kregen een heel leuke en vriendschappelijke band met een groepje Indische families. En met aardige collega’s van de BPM. Ik herinner mij de families: van Ungeren, Van de Berg, oncheret, van der Kastele en de familie Lans.
Meneer van der Kastele was het hoofd van het BPM kantoor. Op de zondagen was het vaak met het groepje kennissen naar Emma haven. En daar werd onder elkaar heel gezellig gekletst. We brachten eten mee en wat andere lekkernij. Vonny, Edith en ik altijd de zee in, met de meisjes Moncheret.

De hartelijke vriendschap met de familie Lans. Meneer Lans was niet van de BPM. Hij was politie-commisaris.
Hij had een heel lieve Nederlandse vrouw. Mevrouw Lans en mam werden heel goede vriendinnen. Mam had het altijd over “de Lansjes”. Ze kwamen vaak bij elkaar op bezoek.
Zij hadden een zoontje Jan Kees, van een jaar of 4. Een paar jaar ouder dan Peter. Met anderen werd er in de jeep van Peter gereden.
Aan de Belantoeng straat kreeg Peter een mooie Jeep van bouwjaar 1948. Zijn Jeep leek een beetje op mijn Jeep van bouwjaar 1981.
Padang
De Jeep van Peter had trap-pedalen. En mijn Jeep rijdt op diesel. Daar in de voortuin aan de Belantoeng straat heeft Peter zijn eerste rij- ervaring opgedaan.

Padang met haar kuststrook van prachtige stranden, met beboste heuvels, die in de zee uitmonden.  De Apenberg van Padang is zo’n bos heuvel. Bij die mooie Emma haven.
Padang
De Apenberg

Padang

Emma haven

 

De meisjes Moncheret

Met de twee dochters van familie Moncheret werden Vonny en ik goede vrienden. Zusje Edith natuurlijk ook. Heel vaak gingen wij zwemmen in de Emma haven. Ik kan niet meer op de naam komen van de oudste dochter. Ik herinner mij alleen de naam van jongste dochter Joyce. Ik vond haar ook liever dan haar oudere zus.

Met de

 

twee dochters van familie Moncheret gingen wij samen bikkelen, knikkeren, hinkelen of verstoppertje spelen. Van die echte Indische kinderspelletjes. Bikkelen is overigens een oud Hollands spelletje. Het is naar Indonesië overgewaaid, tijdens de koloniale periode. Het wordt hier nog steeds gespeeld.
En wat is dat ? Soeten? Bij het spelletje over wie zich mogen verstoppen? Of wiens beurt het is met de fiets. Dan ga je soeten.
Von misschien kun jij wat uitleggen hoe je moet soeten.
En even voordoen ja.
En vertel wel dat je eerlijk en allemaal tegelijk.
Of jouw duim, of je wijsvinger of je pink toont.
Eén van deze drie!

Padang

En soeten voor de fiets.
Met zijn wijsvinger verliest Hanif.
Tegen de duim van zijn neefje.

Op de padvinderij in Padang

Vonny en ik werden bij de Katholieke Verkenners van Padang aangesloten. Op de aloon aloon hadden we elk jaar een tenten kamp. We leerden wat koken en ‘s avonds was er een kampvuur!
We sliepen in een tent. Het was heel spannend. Vonny werd Kabouter en ik werd Welp.
Daar in Padang heb ik geleerd hoe je met touw allerlei knopen kon maken. Zoals de platte knoop en mastworp knoop.

Padang

Mijn padvinderboekje Padang 1949

Padvinderij is hier in Indonesië verplicht op de scholen. Vanaf de lagere school en verder door naar de 6 jaren vervolgonderwijs. Het heet kepramukaan: de padvinderij. Ook Hanif is voor de komende jaren een “pramuka”. Het is “goede traditie” . Overgebleven uit de Nederlandse koloniale periode.
In tegenstelling tot Nederland gaat Indonesië gaat heel zuinig om met haar tradities.

Op vrijdag’s is het Pramuka dag.
In padvindersuniform naar school.
Hanif naar school, nu 2e klas SMP in scouts uniform
Scholen hebben allemaal een eigen uniform. Alleen voor vrijdag’s iedereen in scouts uniform.

Fietsen

Padang
In Padang hebben wij leren fietsen. Pap kocht een fiets. Het was een damesfiets. Volgens mij merk Vesting. Maar misschien dat ik mij vergis met dit merk

Ook aardige Samsoe, onze huisjongen, gebruikte de fiets om Edith naar school te brengen. En later weer ophalen. Edith heeft daar leren fietsen.
Zij kon natuurlijk niet op het zadel zitten.
Zij was nog te klein. Dus zij fietste altijd staande.
Ik heb met die fiets één keer een flinke buiteling op straat gemaakt.
Een flinke schaafwond op mijn knie op gelopen. Deed goed zeer!

Met de familie Lans gingen wij vaak zwemmen in zee, aan een mooi strand, iets ten zuiden van Padang. Of met een groep kennissen een dagtocht naar de plaatsen zoals Bukit Tinggi (Fort de Cock) en Padang Panjang. Het bergland van Padang met haar prachtige natuur.

Onze honden

PadangMam en Peter met Nero en Mitsy; Nero wou niet in de camera kijken

Wij hadden in Padang twee heel lieve honden: Nero en Mitsy. Mitsy was de moeder van Nero. Mitsy was langharig en Nero kortharig. Nero werd wat groter Mitsy.
Beiden bijna helemaal zwart met een beetje wit. Met van die bruine stipjes boven hun ogen. Mam raakte erg gehecht aan deze twee lieve honden. Zij zouden met ons meegaan naar Semarang.

Vonny breekt een voortand

Vonny en de meisjes Moncheret gingen vaak touwtjes springen. Of gingen hoogspringen over een touw. Vonny was best goed met hoogspringen. Ik deed vaak ook mee. En Vonny won van ons allemaal. Wij speelden meestal in de achtergalerij van ons huis aan de Belantoeng straat.

Maar één keer, met hoogspringen, ging het goed fout met Vonny. Zij struikelt over het touw.
Valt heel ongelukkig met haar gezicht op de harde tegelvloer. En breekt een stukje van een voortand. Dat was echt heel vervelend voor Vonny. Want zij moest wachten voor reparatie.
Het kon toen niet in Padang. Pas later toen wij terug in Semarang waren, kon Vonny een tandarts bezoeken.

Picknick langs een kali

Op een vroege zondagmorgen vertrokken wij voor een tocht naar het prachtig bergland van Padang
voor een picknick aan een kali, samen met een groepje kennissen.
De tocht gaat eerst langs vele sawah’s met pas ingeplante padi, dan gaat het verder omhoog de heuvels in, over bochtige en kronkelige wegen.
Edith wordt een beetje wagenziek.
We gaan nog wat verder omhoog e dan plotseling, zie ik langs de weg, tussen de bomen door, een kali stromen.
Wij rijden nog even door.
Wij stoppen bij een plekje vanwaar we een beetje dichter bij de oever van die kali zijn. Een kali, met helder stromend water. Wij zoeken een plekje op. Mam en andere tantes beginnen het meegebrachte eten uit te pakken.
Wij gaan het water in. Het is niet zo diep. Iedereen begint elkaar met water te besproeien

Ik ga op een grote riviersteen zitten. En kijk om mij heen aar al het stromende water om mij heen
Uit de verte, vanuit een rivierbocht, komt het water al maar door, naar mijn steen toestromen.
Het water gaat mijn steen voorbij.
En langs al die andere grote stenen.
Het gaat maar door. Voortdurend botst het water tegen mijn steen.
Het is een ritselend geluid als het tegen de steen opbotst.
Alsof zij iets tegen de steen fluistert: “Wat moet Rudy daar op jou?”

Zou er misschien een waterval zijn, wat verder van mij vandaan? Waar de kali plotseling verdwijnt en als een waterval de diepte in duikt? En dan beneden, weer als een kali haar weg vervolgt. Naar een volgende desa. In zo’n kali waar je op een grote steen kunt uitrusten en even om je heen kunt kijken.
Een kali, waar je in het heldere water kunt spartelen, waar je elkaar met water kan besprenkelen.
Waar mensen van een desa langs die kali, in hun kali kunnen baden, waar zij hun kleren kunnen wassen en hun was op een grote steen kunnen drogen.
Een kali vol met stenen, grote en kleine stenen.
Stenen die je kunt gebruiken voor muren, huizen of wegen,
of mooie stenen die je kunt bewaren

Het was dáár in het bergland van Padang, waar ik mijn allereerste indrukken heb opgedaan over zo’n kali,
uit het bergland van Indonesië.

Onze eenden in Padang

PadangAan de Belantoeng hadden we eenden met zo’n lange hals. Ik geloof dat wij er drie hadden. Het zijn van die eenden die altijd netjes achter elkaar lopen. Achter hun leider- eend.
Maar op een dag waren zij plotseling verdwenen.
Vonny, Edith en ik overal zoeken.
Mam zegt “Oh…. vast gestolen.”
En toen op een dag reden wij naar de stad. Met z’n allen in de kleine pickup. Mam met kleine Peter voorin. Pap achter het stuur. Wij met z’n drietjes achter in de bak. En plotseling zagen wij onze eenden lopen. Ergens in de tuin van een ander huis.
Wij meteen schreeuwen: “Hééé… mam! Dáár. onze eenden!
“Pap…. onze eenden. stop, stop!”
Maar mam riep door het raamje naar ons: “Wel nee. kan niet… niet van ons.”
Nou ja, verdere discussie was niet mogelijk.
En pap reed gewoon door.
Wij zullen ons wel hebben vergisthebben.
Ja en het is wel waar. Eenden lijken veel op elkaar.

 

Onze ramboetanboom

PadangAan de Belantoeng hadden we een ramboetanboom: Ramboetan Atjeh! Zo tegen eind van het jaar lekkere ramboetans, uit eigen boom.
Op een dag zegt Vonny: Ayo Ruud, ga je wat plukken? Kijk maar, zij zijn al rijp.
De ramboetanboom was niet zo hoog. Von geeft mij een zetje
Even later sta ik op zo’n tak met uitzicht op trossen ramboetans om mij heen, onder mij, boven mij, allemaal ramboetans. Ik begin te plukken, moet af en toe een beetje naar voren buigen om bij de ramboetans te komen
Ik plukken en plukken. En ik gooi alles naar Von. Vonny meteen proeven. Adoeh, Ruud, lekker zoet zeg!

Maar toen, ik weet niet meer hoe dat kwam.
Achteraf, denk ik door mieren, van die ramboetanboom, die over mijn handen en benen kropen en mij begonnen te bijten.
Maar hoe het ook zij, ik verloor mijn evenwicht, heb nog geprobeerd mij vast te grijpen aAan een tak of zo iets.
Maar ik viel al. Op mijn gezicht….. adoeh!

Maar niks gebroken, ook geen tand. Ik stond meteen weer op. Moest een beetje naar lucht happen.
Dus niets aan de hand.

Von ook erg geschrokken. Adoeh… Ruud. heb je pijn?
“Nee… niet erg hoor,” zeg ik
En Vonny geeft meteen een paar ramboetans
“Hier Ruud. proef maar… echt lekker zoet”.
Wij hebben maar niets tegen mam hebben gezegd.

Een korte vakantie naar Semarang

Mam moest van oma Anna Kribben en tante Bet afscheid nemen. Zij vertrokken naar Nederland. Tante Troel Zijlstra en oom Sjaak Zijlstra zouden hen in Nederland opvangen. De Lansjes brachten ons naar het vliegveld.
Tijdens het wachten op het vliegtuig zegt mevrouw Lans tegen mam: “Kom maar Fientje, laten we even wat lopen.” En op het rustige vliegveld van Padang liepen zij geärmd heen en weer. Zij waren druk aan het praten.
Waarover zouden zij gesproken hebben?
Was het misschien om mam een beetje gerust te stelllen? Omdat we zolang moesten wachten op het vliegtuig? Of misschien dat mam wat wou praten over het aanstaande afscheid van oma Anna?
Mevrouw Lans zal vast naar mam geluisterd hebben.
Zo’n lief mens was zij, mevrouw Lans!

Het probleem voor Nederlandse scholen
In de eerste 2 jaren was het onderwijs voor ons nog normaal. Ik bedoel daarmee dat de lessen in de Nederlandse taal werden gegeven. Vonny, Edith gingen naar de Zusters School voor meisjes. En ik naar de Fraters school voor jongens.
Maar in het 3e jaar, kwam er plotseling verandering. Het lesgeven op de scholen moest in de Indonesische taal overgaan. Ook verplicht voor de Katholieke Scholen.
Voor Vonny, Edith en mij beslist lastig, omdat wij nooit Indonesisch spraken. De Nederlandse gemeenschap in Padang heeft toen een Nederlandse Lagere school opgericht. Het was een noodoplossing. De zes klassen werden in 3 of 4 groepen verdeeld. Het gebouw van de Hollandse Soos lag aan het strand van Padang en werd als school gebruikt.
Wat ik vooral van de Hollandse Soos herinner is dat het veel méér om de gezelligheid ging, dan om het leren.

Voor die Hollandse Soos zagen wij vaak van die opstaande, kleine platte driehoekige platen in de zee
die zich daar heen en weer bewogen tot heel dicht bij het strand,
of zij maakten rondjes in het water
Wat is dat toch? Het waren vinnen van haaien!
Maar de haaien zelf waren niet te zien.
Het was een merkwaardig gezicht
Elke dag stonden wij op de uitkijk voor die kleine donkere, vreemde driehoekige platen, die zich heen weer bewogen,
en dan weer plotseling onder water verdwenen.
Het was heel spannend.

Onderwijs in Nederlandse taal
Pap heeft het verzoek ingediend voor geen verlenging van zijn contract in Padang. En of hij weer naar Semarang kon worden overgeplaatst. In Semarang werd het Nederlands onderwijs nog op particuliere Nederlandse scholen gegeven. Zoals de lagere school “Heuvelschool van Tjandi Baru”.
En de MULO en de HBS in de benedenstad van Semarang. Leraren uit Nederland konden nog naar Semarang komen.
Maar ook in Semarang zou, in de komende jaren, het onderwijs in de Nederlandse taal niet meer bestaan. Het wordt tijd voor de planning, om naar Nederland te vertrekken.

Als mam en pap ‘s avonds op visite gingen, waren Vonny en ik de babysitters voor Peter. Wij speelden “Vader en moedertje”. De klamboe werd het dak van ons huis. Edith was ‘ons oudste kind’. Zij was best lastig.
“Pas op ja, anders ga jij zonder eten naar bed!” riepen wij naar haar, als zij wat eigenwijs was. Wij hadden nog meer kinderen. Onze poppen. Ik had een Jan Klaassen pop. Vonny had andere poppen.
Vonny begint met koken. Zij gebruikt haar speelgoed pannetjes.
Het was zóóó lekker wat zij kookte.
Ik ga iets maken. Met mijn mecano. De mecanodoos met Sinterklaas gekregen. Ik probeer maar wat.
Een brug of een hijskraan of iets anders.
“Ons oudste kind Edith” droomt al in dromenland.
Ik val óók om van de slaap.
Mam en pap komen weer thuis.
“Alles goed Von?” vraagt mam.
“Ja hoor mam” zegt Vonny.
Zij geeft mam een kopje thee. En toen allemaal naar bed.

Een paar dagen voor ons vertrek, terug naar Semarang, hoort pap dat Nero en Mitsy niet mee naar Semarang mochten. Het was vanwege hondsdolheid. Mam en pap voelden zich machteloos.
Het heeft ons veel verdriet gedaan. Wij hebben Nero en Mitsy aan een aardige collega van pap gegeven. Hij beloofde om héél goed voor hen te blijven zorgen. Ik denk nog vaak terug aan onze Nero en Mitsy.
Zij blijven in mijn herinneringen.

Het afscheid van Padang

Padang

Foto van mam 1958

De glimlach van mam
In Nederland. In Apeldoorn
Waar was zij met haar gedachten
Misschien even bij Padang ?
Heel even maar….
Het geeft toch niet….
Even met gedachten aan die gelukkige jaren.
Daar in Padang.
Het zou zo’n 8 jaar geleden zijn
Nog niet zo lang geleden toch?

Het moment breekt aan dat wij Padang moeten achterlaten. Terug naar Semarang.
Het werk van pap in Padang zit er op.
Pap en mam moesten afscheid nemen. Afscheid van al hun aardige kennissen. En wij van onze aardige vriendinnen de beide meisjes Moncheret. Maar er was ook verdriet over Nero en Mitsy. Zoiets doet altijd zeer. Ik heb altijd een goed gevoel gehad, dat Nero en Mitsy een heel aardige nieuwe baas hadden gekregen. Een wat jongere collega van pap. Een heel aardige Indische man.
En een ander afscheid van onze honden, zouden wij weer wat later in Semarang meemaken.
Toen wij van Flip en Flap afscheid moesten nemen. Omdat wij naar Nederland vertrokken.
Het zijn onze verdrietige herinneringen.

Met het KPM schip de ‘OVIR’ zijn wij vanuit Emmahaven, veilig en wel, terug naar Semarang gevaren.
Onze eerste ervaring op een boot. Wij zijn allemaal zeeziek geworden, gedurende die reis. Daar in het héél woelige zeewater.
Langs de westkust van Zuid Sumatra.

Hallo beste stad Padang: heel veel dank voor jouw gastvrijheid,
En véél dank voor al die fijne herinneringen aan jou, beste Padang. Herinneringen aan die paar mooie jaren, toen wij daar bij jou kwamen wonen. Maar vooral, heel véél dank, dat mam en pap, daar bij jou, een bijzonder mooie tijd hebben gehad. Veel, veel dank daarvoor.

Het zijn die jaren van Padang, die onder “DE TOP 10” vallen. UIt het rijtje “mam’s gelukkigste jaren uit haar leven”
Mam heeft natuurlijk in haar verder leven, nog andere van zulke bijzonder gelukkige jaren gekend.
Maar als ik aan mam denk, met een terugblik naar die 3 jaren daar in Padang, is het mijn stellige overtuiging, dat zij dáár in Padang, een heel bijzonder mooie tijd heeft gehad. Ik heb wat erover verteld. Het zijn die gebeurtenissen van mam én ook van pap natuurlijk, daar in Padang, die tot hun bijzonder mooie herinneringen behoren. Laten wij ook alle andere mooie herinneringen van mam en pap, heel veilig in ons hart bewaren.
Lieve herinneringen over onze mam en pap die niemand, maar dan ook niemand, van ons kan afnemen.

Die jaren in Padang, behoren zowel voor mam als pap ongetwijfeld, op de lijst van “Fijnste jaren uit hun leven.” Zij hadden de moeilijke en heel onzekere oorlogsjaren net achter de rug. Pap was weer aan het werk voor de BPM. Het was voor hen beiden goed, om samen alleen met hun gezinnetje te zijn. En misschien was het ook goed om even vér weg van de familie in Semarang te zijn?

Tot slot

Voor mam en pap was het daar in Padang, maar een betrekkkelijk klein stukje uit hun leven.
Ongetwijfeld zullen zij veel andere herinneringen hebben gehad. Mooie maar net zo goed heel veel nare herinneringen. Over hun leven daar in het Voormalig Nederlands Indie, dat later Indonesie is geworden.
Zij zullen die herinneringen diep in hun hart hebben bewaard.
En waarover zij soms nooit met hun kinderen hebben gesproken.
Later in hun verder leven in Nederland.

Beste Padang
Toen ik jou weer ontmoette
Samen met een filmploeg van TROS VERMIST
Had ik alwéér het goede gevoel
Daar bij jou, beste Padang
Het was alsof mam er bij was
Komt natuurlijk door mijn herinneringen
Aan die fijne jaren, samen met mam en pap
Daar bij jou, beste Padang

Ik had jou meteen weer herkend!


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

indische schrijfschool

 

 

Ga naar de bovenkant