Tosari

Wie kwamen er in dat bordeel, naast de kerk?

Een bordeel spreekt tot de verbeelding, vooral de verbeelding van degenen die zeer fatsoenlijk zijn of dat hopen te wezen. In de oude Indische kranten vind ik een rijkdom aan kleine en grote berichten over het bordeel, vrijwel altijd met een toon van verontwaardiging over het onzedelijke.

Ik deel in die emotie. Maar met een andere reden.
Stap voor stap.
Daar gaan we, terug naar 1881.

Schandaal

Een paar dagen voor Kerstmis schrijft de Java-Bode in ‘Schandalen in de Benedenstad’ over het bordeel in Batavia dat inmiddels een paar maanden draait. Het bordeel staat naast de Buitenkerk en is opgericht door een familielid van Nio Hok Tjang.
Elke avond is er herrie. De Europese buren kunnen dan niet slapen. Er komt ‘allerlei slag van vrouwen’. De krant:

  • Eenige dagen geleden nu had de heer S. die er vlak naast woont, gezien dat als gewoonlijk weer een troepje Chineezen ’s avonds daar in dat huis arriveerde en een paar Indo-Europesche zoogenoemde dames met zich op sleeptouw hadden genomen.
  • De heer S. begaf zich hierop midden in den troep en vroeg die vrouwen of ze zich niet schaamden, waarop hij een harer een klap toediende, zeggende nu maar naar den Officier van Justitie te gaan.
  • Den wijkmeester, den heer vd. L. die op het erf van de kerk woont en tevens koster is, werd hiervan den volgenden dag kennis gegeven, doch deze antwoordde den heer S. dat hij aan het geval niets kon doen, aangezien het Chineezen zijn die de buurt in rep en roer brengen.
  • Onzes inziens had de heer vd. L. den Assistent Resident voor de politie van het bestaan van dat bordeel moeten kennis geven. Bovendien is zelfs die buurt niet als woonplaats voor Chineezen aangewezen.
  • En nu een bordeel, ’t is fraai!

De Java-bode besluit het artikel door te zeggen dat de politie het nu ook weet. En dat het een schandaal is. En dat het al twee maanden duurt.
De afgekapte namen moeten voor half Batavia herkenbaar zijn geweest. Want ja, de heer S. Vlakbij de kerk. En dan optreden met branie. En dan de koster, zoveel zijn er niet die v.d.L. heten.

Dat was de krant van vrijdag. Een paar dagen later kom de Java-Bode terug op het feit. Er is meer informatie.

  • Als een vervolg […] melden we hier nog dat de eigenlijke, dat wil zeggen de verantwoordelijke huurder daarvan en oprigter niemand anders is dan de 1ste wijkmeester van Pintoe Besar, wonende te Djambattan Batoe, nabij de woning van den Chineeschen schrijver van Nio Tek Soey.

Het bordeel was inmiddels dicht. De krant roeptoetert nog eens schande en schandalig, en hoe kon het, en wat heb je aan de politie.
Maar ja, dicht is dicht, en dat na twee-drie maanden bedrijfsvoering.
Dat zijn vermoedelijk heel wat klanten geweest.

Het noodzakelijk kwaad

Anno 1881 heerst nog de opvatting dat prostitutie een ‘noodzakelijk kwaad’ is, dat wil zeggen, noodzakelijk voor de Europese man. Omdat hij sex nodig had voor zijn gezondheid.
Voor vrouwen lag dat anders. Die waren van zichzelf reiner.
Zij moest als maagd het huwelijk in. Hij kon trouwen als man met ervaring.
Die ervaring kon met een prijs komen. De beste kans om een venerische ziekte op te lopen heb je in het bordeel.

Nu dat gevoel van verontwaardiging. Onder boosheid zit vaak een verdrietig gevoel en dat is bij mij zo, als ik denk aan de echtgenotes die argeloos trouwden met een ex-bordeelganger.
Die dus ook besmet raakten. En genezing was er niet.
Waar bleven ze, waar bleven de kinderen, als de ziekte een verder stadium bereikte?

  • Naar Tosari of een ander sanatorium, ver weg van de maatschappij, in een andere wereld met lieve zorg en witte bedjes, dit natuurlijk alleen als er geld voor was.
    Denkt u hoezo dan, google eens ’tertiaire syfilis’ en kijk naar de afbeeldingen, maar niet als u zit te eten of zodadelijk moet gaan slapen.
  • Van een onbehandelde syfilis kun je flink krankzinnig worden, in elk Koloniaal Verslag staan wel vrouwen die in een inrichting zijn opgenomen, het kan namelijk de hersenen infecteren.
  • Ook werden vrouwen wel naar Nederland gestuurd, “voor hun gezondheid” werd dat genoemd, nou, inderdaad.
  • Misschien namen de Ursulinen of andere kloosterordes ook patiëntes op, als er geen budget was voor verpleging.
  • Ook mogelijk: opgeborgen bij vreemde mensen in een andere stad, daar stond nog een paviljoen en toezicht was te regelen, dat bespaarde de familie de schande en het opbergen kostte helemaal niet veel geld.

Onder het dekentje

Dat zijn misschien nieuwe gedachten als u in de familie een tante had of een nichtje waar altijd half-half over gesproken is. Moeilijke verhalen liggen onder een dekentje van vergoeilijken of wegwuiven:

  •  ze was een beetje vreemd
  • ze kon niet tegen het klimaat
  •  ze aardde niet in Indië

Zoek het verhaal achter het verhaal, en soms het verhaal daar weer achter. Daar zit de waarheid.

Schrijftip
Wanneer u familieverhalen hoort, neem ze dan nooit aan voor honderd procent waarheid. Vraag u altijd af, hoe dit verhaal in de wereld is gekomen, wie het voor het eerst vertelde en ook: of het tegendeel ook waar kan zijn. Het kan heel nuttig zijn om alles wat u hoort, te testen op de werkelijke inhoud door het tegen te spreken. “Dat is niet zo, want…”. Die houding stemt u tot nadenken, tot wikken en wegen. Zo ontdekt u de verhalen achterde verhalen.
Wilt u hier eens met mij over van gedachten wisselen? Maak dan een afspraak voor een gratis overleg-gesprek via mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat. (Opent in een nieuw venster.)


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Waarom nostalgie recht van bestaan heeft

nostalgieNostalgie maakt me een beter mens. Zachter van binnen. Rustiger ook. In mijn mail belandde zomaar een digitale versie van een oud telefoonboek van Bandoeng. Ik las het pagina voor pagina en toen ik het uit had, begon ik opnieuw.

Nostalgie.

Het is iets met verlangen en iets met gemis, en het doet een beetje pijn daarom maar toch of juist is het zo belangrijk. Nostalgie houdt je hart open.

Maar ik weet ook dat nostalgie een slechte reputatie heeft. Wie moet zuchten bij het zien van familiefoto’s uit het oude Indië, krijgt schampere opmerkingen te horen met daarin iets van tempo doeloe. Dat is ook al een uitdrukking met een beroerde reputatie. Terwijl het gewoon de oude koloniale tijd is, tot misschien uiterlijk 1900.

Wat is het

Niemand verlangt naar de terugkeer van het koloniale systeem. Dat dit fout was, weten we. Dus daar gaat het niet om.
Waarom wel?

Naar mensen die je kent. Namen die je vertrouwd zijn. Anderen lezen ook telefoonboeken. Of oude almanakken, om blij te wijzen: kijk, de naam van mijn grootmoeder, mijn overgrootvader.
Het verlangen naar huizen, waarin de familie woonde, waarin je zelf geboren bent – en dan het verlangen nog een keer daar binnen te mogen komen, nog een keer door die kamers te kunnen lopen.
Zo vaak hoor ik verhalen van mensen die dat mochten, ook al wonen daar nu andere mensen, zoals Margaretha Ferguson dat zo mooi zei.
Het verlangen naar de geuren van Indië.
Naar alles.

Ja nee, dat was de koloniale maatschappij, dat weet ik ook wel. Maar het systeem is het ene en de mensen zijn het andere.
De mensen die er thuis waren, die het vanzelfsprekende konden ervaren van wonen in je geboorteland. Zij werden later de ‘eerste generatie’ genoemd, ook al is het eigenlijk beter om te zeggen: ‘de laatste generatie’, want zij zijn het die Indië nog met eigen ogen gezien hebben.

Volop nostalgie

Op Facebook zijn er groepen met duizenden leden: vol nostalgie, iedereen voelt hetzelfde bij oude Indische foto’s, en vraagt: kende je die en die, was je daar en daar, weet je nog zus en zo.
Verlangen en gemis, en dan ook de hoop iets van toen terug te vinden.
Maar de groepen doen dat niet openlijk.

Er zijn volop Indische clubs en verenigingen, ik ben geloof ik van vijf of zeven lid. Vooral ouderenclubs, die met gemak dansmiddagen voor honderden bezoekers houden. Dan hangt Indië in de lucht. Velen weten de weg nog in Soerabaja of Bandoeng. Kunnen ze zo uitleggen.
Maar ze schrijven geen opiniestukken of rapporten of ingezonden brieven als iemand weer eens Indisch en Indonesisch door elkaar haalt.

Er zijn volop negentigplussers die over Indië kunnen vertellen, of ze er gisteren nog waren. Verhalen, nou.
Maar ze zijn nauwelijks online, waardoor het lijkt of ze niet eens bestaan.

Ik bedoel te zeggen: nostalgie naar Indië is er volop in Nederland.

Alles lijkt nu te gaan over de dekolonisatie, over militair geweld, over rapporten en commissies, de hele tijd onderzoeken en conclusies en harde feiten en stevige interpretaties.
Nou heb ik ook weleens een mening. (kuch)
Daarom is nostalgie des te belangrijker.

Verlangen

Wat ik naar verlang met smart en ongeduld is dit:

  • over de Rode Brug in Soerabaja te lopen
  • Tandjok Priok zien en horen en ruiken, komen en gaan, kruiers, de energie van de haven
  • naar Tosari gaan, en dan de roddels horen (iedereen wist daar alles van elkaar)
  • een Chinese toko bezoeken, maakt niet uit waar, als ze maar Chinees spreken waar ik bij ben en ik de helft van wat ik er zie niet begrijp maar toch wil kopen
  •  een muurbloem zijn bij dansfuiven in hotel Homann in Bandoeng, de jazz moet er fantastisch zijn geweest, de mensen waren geweldig gekleed (als muurbloem zie je meer, vandaar, maar ik doe wel mee met de muziek, want mijn voeten gaan  zachtjes van tapperdie-tap-tap)
  •  op een voorgalerij zitten als het nacht is
  • tjemara’s zien
  •  mijn hand leggen op een waringin (als het toegestaan is)
  • eten bij Des Indes, in Batavia dus (het liefste Tipsy Cake)
  • roepen: “Spada” en dat er dan even later een vriendelijk gezicht naar me kijkt
  • wandelen op Peutjoet, de militaire begraafplaats van Atjeh
  • en vooral door een grote stad wandelen en zien: hier is het gewoon om Indisch te zijn, dat hoef je nooit uit te leggen

Nostalgie is het verlangen om met Indië blijvend verbonden te zijn. En dat verlangen heeft recht van bestaan.

Schrijftips

Waar verlangt u naar als u aan Indië denkt? En als u aan de familie denkt, durft u dan te speculeren waar zij naar verlangden of verlangen? Dat kan stof zijn voor een gesprek, voor een aanvulling in een verhaal over de familie. Wilt u daar eens met mij vrijblijvend over telefoneren, maak dan een afspraak in mijn digitale agenda, klik en kijk hier hoe dat gaat.

gratis ebook

Ga naar de bovenkant