obat

Schoonheidsgeheimen uit het Indische leven

schoonheidstips

“Waarom heeft u haast geen rimpels?” vroeg ik. De oudere Indische mevrouw had die vraag vaker gekregen. “Obat drinken,” zei ze. “Mijn moeder maakte dat vroeger.” Het recept wist ze niet meer.

De mevrouw was tachtig plus en had een prachtige huid.  Dat zie ik vaker bij oudere Indische dames.
Zacht, fluwelig, hier en daar iets van een plooi.
En dure crèmes kopen ze niet.

Schoonheidsgeheimen

Wat zit er in die drankjes? Dat is dus de vraag. Schoonheidsgeheimen uit Indië zijn uitstekend bewaard. Tot dusver kan ik deze adviezen aan u doorgeven:

  • voor dik en gezond haar: elke week een modderpap maken van lidah buaya, een middag laten intrekken en dan uitspoelen. Dit is een bonus-tip. Ik bedoel, kijk naar drie oudere Indische dames, vraag of ze als meisje die middagen moesten stilzitten en u weet het antwoord en wat u op uw volgende vrije middag gaat doen.
  •  heeft u last van sproeten of teint-verschillen? Deppen met peterseliewater, zegt mevrouw J.M.J. Catenius-van der Meijden (inderdaad, zij van het kookboek).
  •  nooit zeep gebruiken, neem het zeepvruchtje lerak. Advies van mevrouw J. Kloppenburg, de kruidengeneeskundige. Zeep droogt de huid uit. Mevrouw Kloppenburg had tot op hoge leeftijd ook al zo’n prachtige huid. Maar over obat-drankjes zegt ze niets.

Bedak

Voor degenen die het liefst nu en vandaag een mooie huid hebben is de oplossing: bedak. Het is rijstpoeder, met of zonder parfum, met of zonder kleur. De beste merken zijn Martha Tilaar en Nyonya Meneer en u snapt wel: dat ligt niet bij de Etos. De Bedak van den Berg is uit het Bataviaasch Nieuwsblad van 9 januari 1900, dus die zal inmiddels wel uitverkocht zijn.

Uit Indonesië nam ik ooit een doosje mee. Het lag in een kleine toko en ik wist meteen wat het was. Want ooit had ik tijdens een koempoelan een ietwat oudere dame (denk: tachtig min) gezien met een zachte, egale huid. Ze zag er sereen uit. En ze had krullen, wat een vrolijk lijstje om dat mooie gezicht was. Hopelijk heb ik niet gestaard. Later hoorde ik van iemand: zij draagt bedak.

Mijn advies is: koop alleen bedak in uw eigen huidskleur. Spierwitte bedak staat lelijk, dat heb ik zelf ontdekt dankzij mijn doosje.

Kent u schoonheidsgeheimen van vroeger? En als u enig idee heeft wat er in drinkbare obat gaat, wilt u dat alstublieft laten weten?

“De hocus-pocus-thee die mijn moeder maakte”

thee

Leo Hoestland mailde me een mooie herinnering aan obat van vroeger. Zijn moeder had er verstand van. Wie maakt nu nog thee zoals zij dat kon?  Had zij maar alles opgeschreven in een schriftje, dan had oom Leo niet verder hoeven zoeken.

Dit is zijn verhaal.


Aanpassen

Toen ik in 1955 met mijn echtgenote repatrieerde en in Holland aankwam was het gevleugelde woord: aanpassen. Wij moesten ons aanpassen. Ja, ja. Nagenoeg met alles en op alle gebied. Kleding, schoeisel, voeding, drank, huishouden, gewoonten en gebruiken, enfin noem maar op. Dat was even een inleiding. En dan nu de kers op de taart.

Sinds enkele weken word ik geregeld geplaagd door lichamelijk ongemak in de vorm van blaasontsteking. Oké, ik weet het wel, niet levensbedreigend, maar toch wel hinderlijk en beschamend. En de artsen alsmaar kuurtjes voorschrijven, het een na het ander. Daar word je nog méér beroerd van.

Dus ging ik op internet kijken of er nog andere middeltjes daartegen bestaan. En tot mijn grote verbazing zie ik: koemies koetjing. Nou ja zeg. Het moet niet gekker worden. Over aanpassen gesproken.

koemies-koetjing

koemies-koetjing-thee

Dat voorval bracht mij onwillekeurig terug naar mijn kindertijd toen mijn broer en ik om de beurt elke middag een glas koemies-koetjing-thee naar de pastorie moeten brengen voor meneer pastoor, die last had van nierstenen.
Mijn moeder, een eenvoudig, maar keurig-netjes opgevoed Indisch vrouwtje, had hem daartoe weten over te halen.
Meneer Pastoor, een joviale vrolijke Brabander, zag erg tegen die operatie op en tenslotte stemde hij in met het drinken van die speciale thee, die mijn moeder voor hem zou maken. Die instemming ging wel samen met gemopper zoals: “Ach jullie, met je hocus-pocus drankjes!”

Zoeken

Enfin, mijn broer Hennie en ik waren dus de pineut. Niet alleen vanwege het brengen van die thee,  maar hoofdzakelijk door het zoeken van de ingrediënten. En dat nog wel in de warme middag-uren. De blaadjes van de koemies-koetjing was geen probleem, want die plant groeide zowat in elke tuin. Maar er moest ook nog een kruid bij, die laag bij de grond tegen de muren aangroeit, de zogeheten  daon menieran. Dan ook nog een jonge mais-kolf, en zo het hele handeltje inleveren bij ons moedertje, die meteen aan de bereiding begon, want in de voor-avond moest de thee aangereikt worden.

Gadja-Merah Bataljon

Heel veel later heb ik die pastoor nog opgezocht in zijn missiehuis aan de Bredaseweg in Tilburg en spontaan zei hij met een lach: “Nou, die hocus-pocus-thee van je moeder heeft mij er toch maar doorheen geholpen.”
Hij heeft de oorlogsjaren overleefd, is daarna nog Kapitein-Aalmoezenier geworden bij het bekende, of beruchte Gadja-Merah (Rode Olifant) Bataljon. Enkele jaren geleden heb ik een bloeiende plant (nee, geen koemies-koetjing) op zijn graf in de grond geplant, als laatste groet.

Leo Hoestlandt

De olifant Gadja Merah, symbool voor KNIL bataljons Infanterie X, XI en XII, die onderdeel uitmaakten van de Y-Brigade, met gedenkplaten van de reis van Bali naar Palembang, met emblemen van Regiment Stoottroepen en Gadjah Merah. (Wikimedea Commons/ Nationaal Archief, Krieken)

Praktische schrijftip

Voor de generaties die in Mederland zijn geboren en getogen, is het dagelijks leven in Indië moeilijk voorstelbaar. U kunt proberen om een gewone dag op te schrijven door een lijstje te maken van wat er gebeurde, in chronologische volgorde. Het hoeft niet lang te zijn. Een opsomming kan al veel betekenis hebben.

Ga naar de bovenkant