Waarom er vroeger al Indië-veteranen waren
Indië-veteranen waren er al voordat het woord bestond. Het is tegenwoordig net, of er pas Indië-veteranen met de dekolonisatie kwamen.
Nee hoor.
De term was nog niet gemunt, maar ze waren er al. De VOC had eigen legers in de Oost. En dan (even een grote stap vooruit) was er natuurlijk Atjeh. Lombok. Al die keren dat er suppletie-troepen uit Nederland naar Indië vertrokken. Van de website Defensie.nl neem ik over:
- Veteranen zijn alle (oud-)militairen met de Nederlandse nationaliteit die het Koninkrijk dienden in oorlogsomstandigheden.
- Of tijdens vergelijkbare situaties zoals vredesmissies in internationaal verband.
Veteranenzorg
Dus: tijdens vergelijkbare situaties. Daar valt de zogeheten pacificatie van Indië ook onder. In mijn boek over het KNIL, Een eervol bestaan, staat het en en ander over het gebrek aan veteranenzorg. Dat is het gebrek aan erkenning van deze veteranen, zij die eens ingezet werden in opdracht van de Nederlandse staat.
Destijds in Indië bestonden militaire tehuizen, maar ja, daar mocht veel niet, dus niet iedereen had er zin in.
Er waren heel wat veteranen die armoe leden en die afhankelijk waren van liefdadigheid.
In het Koloniaal Weekblad van het begin vorige eeuw las ik een oproep tot kassian en zorg:
- En thans na dertig jaren, nu Lombok van een lastpost een land is geworden, dat meer opbrengt dan het kost en de gelederen van hen, die gerechtigd zijn tot het dragen van het Lombok-kruis, aanmerkelijk zijn gedund, is de tijd gekomen om Indië en Nederland wakker te schudden.
- Onder de overgeblevenen uit den Lombok-tijd zijn menschen, die met geknakte gezondheid en ongeschikt voor verderen arbeid het Leger of de Vloot hebben moeten verlaten. Zij hebben een schamel pensioentje gekregen en lijden thans gebrek.
- Het Land heeft met hen afgedaan, het zijn als het ware de uitgeknepen citroenen, die, tot niets meer nut, zijn weggeworpen.
- Die oud-gedienden hebben misschien genoeg om niet van honger te sterven, doch zeker te weinig om menschwaardig te kunnen leven.
Ook schreef het Koloniaal Weekblad nog dat het ‘onwaardig’ was, zo met deze oudgedienden om te gaan. Uitgeknepen citroenen. Een pijnlijke uitdrukking.
Het zet je aan het denken.
Tehuis Bronbeek
Wie in Nederland wist terug te keren, had kans opgenomen te worden in het Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek. Daar had je onderdak. Je ontmoette er oude kameraden.
Maar leuk was het niet echt, vanwege de reglementen, slaapzalen, eetzalen, de plicht tot corvee. De foto boven toont de eetzaal uit 1912.
Wanneer er een andere commandant kwam, moest je maar afwachten hoe zijn beleid uitpakte. Zo was het bepaald minder aangenaam onder de leiding van commandant jonkheer luitenant-kolonel Nicolaas Cornelis van Heurn (1853-1918), aangetreden per 1900, na de dood van commandant Karel van der Heijden.
Begin januari schreef het Vaderland dat een onderzoekscommissie het hospitaal te Bronbeek ‘bedroevend slecht’ vond. Enkele dagen later publiceerde het Dagblad van Zuid-Holland en ‘s-Gravenhage een schokkend artikel met de kop ‘Groote schoonmaak’. De misstanden knalde de krant uit. Enkele citaten:
- Op staanden voet werden nu ontslagen de vier hier tot dusver dienstdoende ziekenoppassers.
- Deze lieden hadden nooit de geringste opleiding voor hun zeer verantwoordelijke taak gehad, tenzij- deze instructie, telkens herhaald wanneer over hen geklaagd werd: ‘Jelui zijn baas op de zalen, zieken hebben daar niets in te brengen.’
- Met het gevolg, dat zij zich zoo wat niets van de 20 á 30 meest hulpelooze menschen aantrokken; bijv. niet eens den dokter riepen als er een stervend was, ja, dan zelfs geen voet verzeilen om hulp te bieden.
- Niet lang geleden viel zoo’n zieke dood naast zijn bed bij een laatste poging om zichzelf te helpen.
- Nauwelijks was deze bende uit de infirmerie verdwenen of het dieet werd anders.
- Toen bijv. een zuster, een oudje een portie biefstuk bracht, merkte deze op, dat er een vergissing moest zijn: hij had toch dubbel zooveel vleesch dan tot dusver.
- Neen, – zei zuster – het was géén vergissing.
De krant schreef over een ‘onmenschelijk-strenge politierégime’, over toezicht bestaande uit ‘fel-gehate oud-stokkenknechts’.
Nee, dan was het onder Van der Heijden beter geweest. Ook Indië-veteraan.
Eigen koeien
C.K. Elout interviewde de generaal in 1896 voor Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift. Ook het dagelijks leven op Bronbeek kwam aan bod:
‘Hoeveel invaliden hebt u hier nu wel?’
‘Honderd zeventig zoowat.’
‘En hebt u nooit last met sommigen.’
‘Nooit. Vroeger wel. In ’t begin. Maar dat is langzamerhand beter geworden. Vroeger gebeurde het wel eens dat er een dronken was en dan werd hij onherroepelijk weggestuurd. Dat wisten ze ook wel. Maar tegenwoordig is er bijna geen straf meer noodig.’
‘Hoeveel kost de inrichting per jaar?’
‘Ja… de kosten zijn zeventigduizend gulden, maar daarvan moet vijfentwintigduizend op de pensioenen afgehouden worden. Nou is dat wel eens wat minder, drie-entwintig- of twee-entwintigduizend of zoo. En ze hebben ’t er goed voor, hoor, best. Vroeger klaagden ze wel eens over kou en daarom zal er nu een proef worden genomen met groote vulkachels, zooals deze hier. En ze krijgen uitstekend voedsel; ‘k weet niet hoeveel andijvie en boontjes ik nou al ingemaakt heb. Zuurkool nog niet, want de kool was niet best van ’t jaar.’
‘Is dat alles hier van ’t erf?’
‘Alles van ’t erf. Ja we hebben ook onze eigen koeien…’
‘Ja die heb ik gezien, daar links bij het hek niet waar?’
‘Ja juist. Hebt u die grijze gezien die daar bij is? Die is van mij; dat is mijn particulier eigendom. O, we houden ook varkens: ‘k heb een heele varkensstal. – Ja wilt u wel gelooven dat ik toch een tachtig hammen in de rook heb?’
Daar staat veel in: zelfvoorzienend zijn, de mannen moesten werken indien hun gezondheid het toeliet, van de pensioenen werd veel ingehouden.
Er was dus straf.
Tot aan wegsturen toe.
Toch ook weer niet dat je zegt: respect voor deze volwassen mannen met oorlogservaring.
Dan hebben we nu tenminste Veteranendag. Ik zou zeggen, dat juist nu de Indie-veteranen die er nog zijn en die de kracht en de moed hebben mee te lopen in het defilé, van ons het respect verdienen dat ze zo vaak in het verleden niet hebben gekregen.
En nóg niet altijd.
Schrijftips
Heeft u een militair in familie? Grote kans dat zijn stamboek in het Nationaal Archief aanwezig is. Daarin vindt u verblijfplaatsen, onderscheidingen en soms ook persoonlijke informatie. Met die feiten gaat u naar de context zoeken, bijvoorbeeld in Delpher.nl/ Onderzoek doen is heerlijk en opwindend, er komen altijd verrassingen. Wilt u eens van gedachten wisselen? Maak dan een afspraak voor een gratis overleg-gesprek in mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat.
Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt