Hier zijn 7 tips voor de Pelita verhalenwedstrijd
Goed nieuws. Stichting Pelita houdt weer een verhalenwedstrijd en wat kunt u winnen? Publicatie van uw verhaal in Pelita Nieuws en gratis toegang tot de jubileumviering in november.
Wat u zegt, het is geen reis voor twee personen naar Hawaii. Maar winnen kan wel een belangrijk moment voor u brengen. Publicatie betekent uw verhaal kunnen doorgeven aan andere mensen en ook bent u dan (dit is voor degenen met ambitie) een gepubliceerd auteur. Daarmee kunt u verder komen. Zelf ben ik indertijd begonnen met gratis stukjes voor een huis-aan-huis krant en nu schrijf ik boeken.
Maar ambitie hoeft niet.
Erkenning en uw verhaal kunnen delen is ook fijn.
Hieronder komen de 7 tips, na de oproep van Pelita.
De oproep
Onze jaarlijkse verhalenwedstrijd staat dit keer in het teken van ons 75-jarig bestaan.
Wat betekende Stichting Pelita voor u en uw familie? Heeft u ervaringen met de toekenning van oorlogsuitkeringen of met maatschappelijke begeleiding? Misschien hebben de Masoek Sadja’s of de Eettafels wel een bijzondere betekenis voor u omdat u daar de liefde van uw leven ontmoette? Of gaat u ieder jaar naar de Molukse Ouderendag en kunt u daar een mooie anekdote over vertellen?
Maar we willen ook leren: dus als u een goed idee heeft over wat Stichting Pelita in de toekomst zou kunnen doen, horen we dat graag.
Beschrijf dit in maximaal 750 woorden en voorzie uw verhaal van een mooie titel. Als u aan deze richtlijnen voldoet dan wordt uw inzending beoordeeld door onze jury: twee leden van ons Comité van Aanbeveling, Reggie Baay en Adriaan van Dis, en Stefanie Hehalatu, onze Regiocoördinator Limburg. Zij zullen de mooiste vijf verhalen uitzoeken.
Deze verschijnen in Pelita Nieuws. De winnaars krijgen ook nog eens voor twee personen toegang tot onze jubileumviering in november. Stuur uw verhaal uiterlijk 15 september in via info@pelita.nl o.v.v. Verhalenwedstrijd 2022
Twee onderwerpen
U ziet dat u uit twee onderwerpen kunt kiezen. Ofwel een persoonlijk verhaal over de Stichting Pelita, ofwel een bijdrage aan de ideeënbus. Mijn advies is: kies voor het persoonlijke verhaal, want er is weinig interessanter dan de medemens.
In de oproep staat verder weinig over de criteria waarmee de inzendingen beoordeeld gaan worden. Alleen: 750 woorden, dat is zo’n anderhalf kantje, en de “mooiste” verhalen gaan winnen. Wat is mooi? Daar heeft iedereen een andere mening over. Gezien de voorbeelden lijkt de voorkeur uit te gaan naar feel good verhalen. Dus hiermee moeten we het doen en dat kan best. Hieronder komen mijn 7 tips om een verhaal op papier te zetten. En extra service van de zaak: als u het eerst naar mij stuurt, lees ik het en dan krijgt u advies hoe het te verbeteren, als dat kan natuurlijk.
De 7 tips
Tip 1: Schrijf eerst voor uzelf
Dat wil zeggen, u gaat schrijven alsof u het verhaal niet gaat insturen, alsof u de enige bent die het verhaal ooit zal gaan lezen. Dat maakt u vrij van zelfcensuur. U kunt dan gewoon alles noteren zoals het was of is, en precies zeggen wat u te zeggen heeft.
Pas als u het af heeft, neemt u een besluit: wat is te erg en moet anders, welke woorden kunt u beter door andere vervangen, en gaat u ja dan nee inzenden? Dus eerst voor uzelf schrijven, dan pas voor anderen.
Tip 2: Ga uit van uw persoonlijke gevoel
Zonder gevoel is elk verhaal dood. Gevoel hoort er nu eenmaal in, zo kunnen lezers meeleven met wat u vertelt.
Welk gevoel?
Dat waar het echt om gaat.
Twee goede gidsen om dat te ontdekken zijn verlegenheid en schaamte. Een voorbeeld uit mijn eigen leven is dit. Toen destijds mijn kleine rode kater Tim naar de hemel ging, raakte ik van verdriet de weg kwijt in het leven. Ik voelde me zo ellendig eenzaam. En daar schaamde ik me over. Toen ben ik precies daarover gaan schrijven, over die gevoelens. Van Tim naar Bertje (2015) werd mijn persoonlijkste boek, het was ook schrijftherapie, en bij publicatie schaamde ik me dubbel. Want wat zou iedereen zeggen?
Daar kwam ik achter.
Juist op dit boek kreeg ik de meeste reacties, en positief: herkenning, troost en bemoediging. Soms krijg ik weer een mail erover.
Dus hoe persoonlijker het gevoel, hoe beter.
Bij twijfel: zie tip 1.
Tip 3: Vertel als een ik
Een vraag die ik vaak krijg is: hoe moet ik vertellen over mijn leven, over het leven van mijn ouders? Dan zeg ik: gebruik de ik-vorm. Want u bent de gids die mij door het verhaal meeneemt en als het een persoonlijk verhaal is, ben ik graag bij u als persoon.
Het is iets anders wanneer u een boek schrijft over koelkasten in Indië. Dan kunt u best het ik-perspectief loslaten.
Tip 4: Let op de verandering
Het kan best zijn, dat u een enkel gevoel, een klein moment, kunt beschrijven in de 750 woorden die u heeft. Dat is knap. Maar wanneer u een ervaring beschrijft, is het goed op de verandering te letten.
Dan is dit een handige methode:
A = de uitgangssituatie. Voorbeeld: de eenzame kinderen van kapitein Von Trapp hebben een moederfiguur nodig.
B= de verandering. Deze verandering treft de uitgangssituatie. De nieuwe gouvernante Maria komt
voor de kinderen zorgen en trotseert herhaaldelijk het gezag van de strenge kapitein. Ze maakt zelfs speelkleren uit oude gordijnen.
C = het resultaat van de verandering. Er is dus een nieuwe situatie ontstaan, vergeleken met A. Dat is: Maria trouwt met de kapitein, de kinderen zijn niet meer eenzaam en hij is zo streng niet meer.
De structuur is: A-B-C.
Tip 5: Varieer eens wat
Wanneer u het verhaal op papier heeft staan, en u heeft besloten het in te zenden, kijk er dan nog eens kritisch naar.
– Is het een opeenvolging van en-toen, en-toen, en-toen? Dan verandert u het begin van de zin.
– Vindt u het hier of daar een beetje saai? Experimenteer of u tekst kunt vervangen door enkele regels dialoog.
– Wissel af lange zinnen met korte zinnen.
Tip 6: Lees het aan uzelf voor
Wanneer u voelt: dit is het zo ongeveer maar nog niet helemaal en verder kom ik niet, dan zou ik het verhaal een paar dagen uit zicht leggen. Tijd genoeg, inzenden kan immers tot 15 september. Na die dagen haalt u het tevoorschijn, u neemt een pen in de hand en u leest het verhaal aan uzelf voor.
Jawel, hardop.
Dan hoort u meteen welke zinnen lopen en welke niet. U merkt waar een woord ontbreekt en waar iets bij kan of moet. U ontdekt ook of uw verhaal een logisch einde heeft of dat het te abrupt ophoudt.
Met de pen meteen aantekeningen maken. Na het voorlezen de verbeteringen aanbrengen en dan weer opbergen tot het tijd is voor de volgende voorlezing aan uzelf.
Eventueel daarna pas aan anderen voorlezen.
Hoeft niet.
Kán.
Tip 7: Stop er een levensvraag in
Dit is eigenlijk een bonustip, want het is niet iets dat noodzakelijk is. Wel kan het uw verhaal een geweldige diepgang geven.
De tip is: stop er een levensvraag in. Dat kan met een, twee zinnen al. U overdenkt dan of wat u ervaart niet typisch is voor het leven, het is soms een vraag en soms een uitspraak over hoe het leven is. Voorbeelden:
“Zo gaat het in het leven vaker, wanneer…”
“En inderdaad, het kwaad straft zichzelf want…”
“Het is me nog altijd een raadsel, waarom juist de liefste mensen altijd…”
Dit waren de 7 tips. En zoals ik zei, als u wilt, stuur dan het verhaal aan me op. Dan kijk ik ernaar, en als het beter kan, zal ik dat terugmailen met het waar en hoe.
Spannend, een verhalenwedstrijd!