Waarom u moet vragen waar de trouwjurk vandaan komt

Het is  oktober 1904, we zijn in Semarang en het is een feestelijke dag. Lien Kloppenburg trouwt met Norbert van Dijck. Haar drie zusjes zijn bruidsmeisje.

Links van het bruidspaar: Troel Kloppenburg.
Aan de rechterkant: Mien en Marie Kloppenburg.
Een serieuze foto is het, niks geen gelach en seksie-kijken wat je nu hebt. Het huwelijk is daarvoor te belangrijk anno 1904 en daarbij is een foto maken ook niet goedkoop.

Twee vragen

Toen ik de foto voor de eerste keer zag, kwamen er meteen twee vragen in me op:

  1. Hoe komen de meisjes Kloppenburg toch aan dat prachtige dikke haar?
  2. Waar kwam de trouwjurk van Lien vandaan?

Pudding

Het antwoord op de eerste vraag ontdekte ik snel. Dik haar krijg je door het gebruik van lidah boeaja, en dan op de klassieke manier toegepast. Dus zelf in de keuken een puddinggelei van de plant maken, die in het haar masseren en dan de pudding een hele middag laten intrekken, bij voorkeur elke week.
Dat heb ik nog nooit aangedurfd. Want ik heb Europees haar, en misschien valt het dan uit.
Bij twijfel niet oversteken.

Nu de tweede vraag. De trouwjurk van Lien. Ik zie hoe recht ze staat, hoe gestroomlijnd haar figuur is, hoe smal haar taille oogt.
Vermoedelijk draagt ze een corset. Vast speciaal voor of met deze jurk gekocht. Alleen: waar?

Nadenken over kleding is nadenken over het dagelijks leven en bijzondere dagen. Zo leer ik het Indische leven, de Indische cultuur, kennen.
Er zijn volop geschiedenisboeken met jaartallen en feiten. Mooi, hoor. Maar dragen die bij aan ons gevoelsbegrip van hoe mensen leefden, generaties geleden?
Voor mij minder.

Bruidsjurk

In het algemeen waren er drie opties voor een meisje Kloppenburg om aan een jurk te komen:

  1. de djaït
  2. de modiste
  3. Parijs (Bandoeng ook)

De djaït is de huisnaaister. Een meestal inheemse vrouw die ofwel met de naald wat kon of ook met de naaimachine. De ene djaït was de andere niet. Een vakvrouw kon je een afbeelding uit een Europees damesblad laten zien en dan maakte ze het zo na.
En dan paste alles ook.
Maar niet elke bruid wilde een jurk van de djaït. Dat had in de koloniale maatschappij toch wat minder status dan de modiste.

Een modiste was duurder dan een huisnaaister. Daardoor, en haar veelal Europese afkomst, had ze weer meer status. Vaak had ze eigen stoffen en patronen, ze kon exclusieve modellen leveren. Dat is belangrijk gevoelsmatig.
Wat status betreft, moest de modiste in eigen stad het afleggen tegen de modiste in de grote stad.

Het allerduurste was couture uit Parijs. Ook uit Bandoeng, de stad die het Parijs van Java werd genoemd. In de Preanger-bode staat veel interessante advertenties. Ach, kon ik maar even op bezoek, wat zou ik dan veel meer begrijpen.
Maar Europa, dat was toch belangrijker voor wie status en Europees aanzien wilde.

Deze advertentie van 3 maart 1904 trof me: een getrouwde vrouw (“mevrouw”) met een goed lopende eigen bedrijf. Mevrouw Sandt van Rooijen had ook vast atelierdames in dienst. Ik dacht meteen: zou haar archief bewaard zijn gebleven? Zo gaat het met nadenken over het verleden, je komt van het een in het ander terecht. Nu wil ik opeens heel graag een boek lezen over bruidswinkels in Indië.

 

 

Uit Parijs

Ik vermoed dat Lien in Parijs haar japon heeft besteld en wel hierom:

  • haar ouders, vooral haar moeder, waren gevoelig voor status. Dat had te maken met een Indische achtergrond in een op Holland gerichte koloniale maatschappij. Mevrouw Kloppenburg richtte zich op het Hollandse, het Europese, in de opvoeding. Zo konden haar meisjes in het leven vooruit komen.
  • het oogt enorm deftig en duur, en de kleding van de bruidsmeisjes past er zo goed bij
  •  dit is een foto met status, kijk eens naar die bloemen (duur), de waaiers die de bruidsmeisjes vast houden (kostbaar), daar past het Europese Parijs goed bij
  • haar zusje Marie kreeg later een bruidsjurk uit Parijs
    Dat was een tragische geschiedenis. Even tussendoor, hoor.

De bruidsjapon van Marie

Uit het verre Parijs werd een bruidsjapon besteld voor Marie Kloppenburg. Haar Emile stond op Franse couture en Marie, een beeldschoon Indisch meisje zou er een witte wolken tule er ongetwijfeld verrukkelijk uitzien, de zusjes als bruidsmeisjes, de moeder-
Maar vlak voor de trouwdag stierf Emile. Het kwam onverwacht. Niemand wist zelfs waaraan hij overleden was. Later ging in de familie het verhaal dat op het kerkhof een Indonesische vrouw van Emils graf was weggelopen toen zij Marie had zien naderen. Jaloezie, vergiftiging, hoe het zij, Marie was radeloos van verdriet.
De bruidsjapon heeft ze nooit gedragen.
Erg, hè?

Bron

Dit dus over de bruidsjurk in 1904.
Het zegt iets over normen en waarden, over wat toen belangrijk was en mogelijk was.
Dat geldt ook voor latere perioden.
Wat een bruid draagt, vertelt ons iets belangrijks over haar leven. Het is een belangrijke bron van informatie.

Schrijftips
“Mijn moeder trouwde in de oorlog”- dat kan. Hoe kwam ze aan haar jurk?
Kijk eens naar de vrouwen in opeenvolgende generaties in uw familie. Wat droegen zij op hun huwelijksdag, waarom en hoe kwamen ze aan die jurk? Zo kunt u meer te weten komen over uw familiegeschiedenis.
Ik hou me aanbevolen voor foto’s van trouwjurken. Zo romantisch. Wanneer u met mij telefonisch wilt overleggen over het schrijven van een familieverhaal, bent u welkom. Het is vrijblijvend voor u en mij. Klik hier voor het inplannen van een afspraak. (er opent dan een nieuwe pagina)