Gombong

Anak Kompenie – over het kazerneconcubinaat

anak kompenie

De Javaanse Djemini, de Hollandse Piet Scholte. Op schoot hun dochter Lin Scholte.

Anak kompenie, er zijn nog mensen die meteen weten: wat is wat. Een kind van de kompenie, zoals het KNIL vaak ook werd genoemd. En de titel van een opmerkelijk verhaal over die kinderen, over de mannen en de vrouwen die in de tangsi leefden.

Dit jaar is dat verhaal Anak Kompenie 60 jaar oud.
Het boek verscheen in 1965.

KNIL

De Indische schrijfster Lin Scholte (1921-1997) had het net zo goed nu kunnen publiceren, gezien ten eerste de tijdgeest die gekant is tegen het KNIL en ten tweede de magere kennis van het vooroorlogse Indië.
Het lijkt soms wel of iedereen toen een dader of een slachtoffer was. Het een of het ander, meer mogelijkheden zijn er niet.

Maar wie breder durft te kijken, kan ook meer zien.
In Anak Kompenie vertelde Lin Scholte over het tangsi-leven, de wereld van de KNIl-militairen in de tangsi, de vrouwen en de kinderen die daar leefden.
Zij was in de tangsi opgegroeid, evenals haar Javaanse moeder Djemini. Haar vader, de Hollander Piet Scholte, woonde daar ook. Djemini werd zijn muntji blanda. Daarmee zitten we in het kazerne-concubinaat: anders dan de njai.

Djemini woonde in verschillende tangsi’s, als jong meisje, twee keer als muntji en ook nog eens twee keer als echtgenote. Daarover moet ze aan haar dochter Lin hebben verteld. Want het hoe en waarom staat in haar boeken. Ook meer over Tumirah, de moeder van Djemini. Wat als je dochter muntji blanda wordt? Ik was verrast dat te lezen.

Tangsi

Door Lin Scholte ben ik gaan lezen over het tangsi-leven. Elke tangsi was weer anders, maar toch leken ze op elkaar:

  • er waren boedjangs en getrouwde mannen/vrouwen
  • er was een vrouwenloods
  • op de slaapzaal hing vaak een zedelijkheidsgordijn, zo was er toch wat privacy bij zekere intieme bezigheden
  • reglementen bepaalden de dagindeling
  • er werd een eigen taal gesproken, het kazerne-Maleis
  • grote tangsi’s hadden een schooltje

En vooral: de tangsi was een gemeenschap, vertelt Lin Scholte:

  • Er werd getrouwd en gerouwd, kinderen geboren en besneden met de onvermijdelijke selamatans, waarvoor eerst toestemming diende te worden gevraagd.
  • De meeste zonen volgden hun vaders voorbeeld en ’tekenden’ voor de ‘kompenie’ zodra ze er de leeftijd voor hadden; de dochters trouwden ‘in’ de tangsi van hun ouders of in die van hun echtgenoten bij een ander onderdeel.

In die geheel eigen samenleving waren ook vrouwen die met een man leefden, ongetrouwd. Dus: in concubinaat. Militairen van verschillende etniciteiten, Hollands, Javaans, noem maar noem maar. Dat kon in liefde zijn, een verstands-verhouding of een verkeerde machtsverhouding. In dat laatste zit een factor dader-slachtoffer.

Muntji

Maar niet bij Djemini. Tot twee keer toe besloot ze muntji te worden, in de wetenschap dat ze altijd kon besluiten weer weg te gaan. Ze geloofde eigenlijk helemaal niet meer in relaties, schrijft Lin Scholte:

  • wat ze om zich heen zag aan verbintenissen van haar eigen bangsa, leek geen haar ideaal.
  • Zo de mannen hun vrouwen niet sloegen dan verwaarloosden ze het gezin voor het ‘main-dadu’ – dobbelspel – , of ze hadden in de kampong wel een bini-muda – jonge vrouw- , waardoor het huwelijk vroeg of laat spaak liep.
  • Maar haar was ook niet ontgaan, dat de verbintenis van een munti met een ‘wong-londo’ evenmin rooskleurig was.
  • De blanda-man hield doorgaans veel van de ‘vierkante pot’, en was vaker ‘mabok’ dan hun muntji lief was.
  • Bovendien sloegen ze de vrouwen evengoed als de mannen van haar eigen ras het deden.
  • Tenslotte gingen de blanda’s vroeg of laat toch terug naar hun land en lieten hun muntji’s ziten.
  • Met of zonder kinderen.

Njai

Zo leren we de tangsi-wereld en het kazerne-concubinaat kennen: door de ogen van deze Javaanse vrouw, en ook door de ogen van haar Indische dochter.
Over die wereld ben ik meer gaan lezen. In soldatenlectuur staan weer hele andere passages, van hun muntji als een meubel aan een ander overdoen tot aan militairen die helemaal bij haar onder de plak zitten.
Hoe meer ik lees, hoe breder het beeld wordt.

Een njai leefde veelal meer in isolement en maakte vermoedelijk een grotere kans op soerat lepas; maar kon zijn misschien gemakkelijker zelf weggaan. Als ze ergens heen kon. Een vrouw in de tangsi had daar meestal haar familie en haar familienaam hoog te houden.

En dan was er ook de politiek. Als Djemini in 1903 wordt geboren, zijn er hevige discussies over het kazerneconcubinaat. Opvallend is het verschil tussden de militaire visie uit Indië (voor) en de politieke visie uit Den Haag (tegen). Uiteindelijk werd het kazerneconcubinaat van hogerhand verboden.

Kennis-lezing

Hoe was het nou, in de tangsi, en hoe werkte dat concubinaat daar? Zijn er cijfers bekend? Op dat soort vragen zoek ik nu antwoorden en ik ben aardig op weg.
Mijn plannetje is om straks een online kennis-lezing te geven, met historische beelden. Misschien heeft u wel een militaire voorvader of een tangsi-voormoeder, en u denkt: ja, hoe dan. Of u werkt aan een familieverhaal en u voelt, ik moet toch meer leren over de oude tijd. Dan is het hopelijk interessant voor u om erbij te zijn.
Ik ga aan de hand van Anak Kompenie meer vertellen over het kazerne-concubinaat, in de periode 1900-1925.

Want wat gaat u begrijpen:

Het waargebeurde verhaal over hoe Djemini in de tangsi opgroeide van meisje tot jonge vrouw, en hoe zij kwam tot twee keer muntji worden en tot twee huwelijken,
en wat haar moeder Tumirah daarvan vond

En daarbij hoort de historische achtergrond van het vooroorlogse Indië:

  • de samenstelling van het KNIL
  • wat hield dat toen in: kazerne-concubinaat
  • wie leefden zo
  • hoe zag het er in de tangsi uit
  • hoe verliep een gewone dag in de tangsi
  • wat weten we over de vrouwen en over de kinderen
  • het verband met Pa van der Steur (Malang) en de Militaire Pupillenschool (Gombong)
  • wanneer, waarom en hoe het kazerne-concubinaat werd afgeschaft en wat er voor en tegen was

Djemini en Piet, een gelukkig paar. (familie-archief)

Voor welke familieverhaalschrijvers is dit:

  • u werkt aan een verhaal met Indië en u heeft historische context nodig
  • u heeft een militaire voorvader en u wilt de wereld van het KNIL beter leren kennen
  • u heeft een voormoeder in de tangsi
  • u denkt wat weet ik eigenlijk van Indië en u komt maar niet tot lezen

Anak Kompenie – kennislezing kazerne-concubinaat
Waar: online
Kosten: nul
Wanneer en hoe laat: donderdag 8 mei 2025 om 0930uur, 1100u en 20.00u

Attentie:  Opgeven voor de lezingen is nu niet meer mogelijk. Wel kunt u zich opgeven voor eventuele volgende lezingen.

Hoe opgeven:

formulier invullen, dan komt uw aanmelding bij mij in de mailbus en ik mail dan terug.

Ik ben graag bij de kennis-lezing over het KNIL

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

De schermkampioen Hirschi kwam uit Gombong

Gombong‘De heer Hirschi, meester in het schermen’ staat bij de grote foto. Het Weekblad voor Indië publiceerde een jubelend artikel over Frederik Willem Hirschi (1896-1926), officier bij het Oost-Indische Leger en en een begaafd schermer.
Waar hij kwam, won hij prijzen. Een schermer van hoge klasse.

Eerder schreef het Indisch Militair Tijdschrift over hem. In het artikel ‘Het derde wapenfeest van den N.I. Officiers-Schermbond 15-20 December 1913’ , gehouden in Bandoeng: ‘Het feest slaagde uitmuntend’. Dat kwam ook door deze Hirschi, die door inzet en karakter liet zien wat, en ik citeer ”de goede invloed [is] van het schermen op eerlijkheid en ridderlijkheid. Het bestuur meende door eene openlijke erkenning deze richting te moeten aanmoedigen en kende den Eur. sergeant Hirschi een extraprijs toe voor zijn net, eerlijk en fair schermen.’

Hirschi ging dus aldoor-aldoor in de sport, en dat het Weekblad voor Indië hem zo voor het voetlicht haalde had te maken met ten eerste zijn grote sportieve prestaties en ten tweede het feit dat hij afkomstig was uit het militaire pupillen-internaat Gombong.
De volgorde kan ook andersom zijn.
Eerst komt het gejubel over de man. Daarna Gombong.

Schermbond

In maart 1917 kwam Frederik Willem Hirschi dus mooi in de pers terecht, met foto en complimenten, dit naar aanleiding van zijn optreden tijdens de schermwedstrijden, uitgeschreven door de Nederlands-Indische Officiers Schermbond, dus de N.I.O.S. Het Weekblad voor Indië schreef:

  • Op deze wedstrijd was de heer Hirshi wederom de winner van de prijzen, maar ditmaal heeft hij het er zo schitterend afgebracht dat een vereeuwiging van zijn beeltenis de moeite waard is.
  • Hij was bij ieder wapenfeest van de N.I.O.S. een der winners. Gedurende de zeven wapenfeesten die de N.I.O.S. heeft gehouden heeft Hirschi er vijf ereprijzen behaald. De andere prijzen 1en, 2en, 3en, 4en en 5e prijs haalde hij bij ieder wapenfeest. Ook het korps waarbij hij dient, heeft een paar prijzen verdiend doordat hij in het korps vertegenwoordigde met twee anderen. Hij bezit 7 medailles ongerekend de prijzen in andere vorm, zoals horloges enzovoort.
  • Ook in het schieten behoort hij tot één der beste schutters. Een bewijs daarvan is dat het 5e Bataljon, het korps waarbij hij dient en dat hij bij de leger schietwedstrijden vertegenwoordigde, ook met anderen, tot twee malen achter elkaar den wisselbeker heeft verdiend. Aan de gehouden schietwedstrijden nam hij geen deel, waardoor een ander bataljon met een zilveren beker ging strijken.
  • Hersi is scherm- en gymnastiek onderwijzer. Hij geeft lessen aan de ingezetenen van Semarang. Jammer dat de sport in schermen en gymnastiek te weinig beoefend wordt hoe ver men het kan brengen heeft Hirschi bewezen door met 3 eereprijzen (hoogste prijzen), dat wil zeggen, 3 ereprijzen van het sabel-geweer- en degenschermen te gaan strijken.
  • Aan de jaarlijks te houden korpswedstrijden neemt hij nooit deel, wat te begrijpen is dat hij anders al de prijzen zou halen.

Gombong

Zo’n man dus. Eerlijk, betrouwbaar, enorm begaafd, overal prijzen winnen, dat je denkt: hij had best naar de Olympische Spelen gekund namens Nederland.
Maar er was dus nog iets: Gombong. Het Weekblad meldde daarover:

  • Hirshi is een oud pupil van Gombong, waar hij zijn opleiding heeft genoten. Jammer dus dat het Korps niet meer bestaat.
  • De van daar afkomstige militairen die in het leger zijn ingedeeld, hebben grotendeels een goede positie verworven.
  • Er zijn voorbeelden te over dat Gombong goede krachten heeft afgeleverd en vele, vooral Indische ouders betreuren het dat voor hun zonen een instelling als Gombong op het ogenblik niet meer open staat.

Gombong, dat was een internaat, vooral voor Indische jongens. In 1912 werd het opgeheven. Internaat klinkt luxe. Dat was het niet. De jongens hadden onderdak, voeding, opleiding, militaire training en de verplichting een aantal jaren in het leger te dienen.
Hoe kwam Hirschi daar terecht?
De stamkaarten van de pupillen staan online bij het Nationaal Archief. Ze maken in mij het verlangen los er veel meer over te weten.

Stamkaart

Over de prijswinnende officier Hirsch zegt de stamkaart:

  • Vader Friedrich
  • moeder Senen (Jav. vrouw)
  • geboren Kedong Kebo, 28 juni 1886
  • 1896 bij korps pupillen
  • 1903 bij leger ingedeeld

GombongHier staat:

    • Hij is geboren in de plaats waar het Internaat zat voor de verhuizing naar Gombong (sterrenbeeld kreeft, dat is mijn toelichting hoor)
    • Hij was drie jaar toen hij hier gebracht werd
    • Zijn moeder was een Javaanse vrouw, zij heette Senen

Kassian, drie jaar en dan daarheen moeten. Niks bij je ouders blijven.

Ouders

Over zijn vader Friedrich Hirsch – ook militair- kom ik in de oude kranten het een en ander tegen. Hij was getrouwd, maar niet met Senen. Mogelijk wilde hij zijn zoon in een Europees-militaire omgeving laten grootbrengen. Of de moeder er nog was, of ze inspraak had, is onbekend.
Dus daar groeide hij op. In 1903 kwam hij bij het Oost-Indische leger en daar ontwikkelde hij zich tot een talentvol schermer, gezien en gelauwerd door de Indische pers.
In 1911 verlooft hij zich te Batavia met M.Knorr, hopelijk kregen ze kinderen en kleinkinderen die nog veel weten en alles bewaard hebben.

En dan is het 1917, middenin de Eerste Wereldoorlog. In Indië beginnen verschillende bevolkingsgroepen van zich te laten horen. Het koloniale bewind is niet meer zo vanzelfsprekend. Wat je tekort komt aan wapenkracht, moet je compenseren aan moreel gezag. En dan komt een sympathieke talentvolle Indische officier uitstekend van pas.

Ik ben toch blij dat ik Frederik Willem Hirschi nu een beetje ken. Goed karakter. Rechte rug. Knappe man ook. Enig minpuntje van het artikel: de namen van de andere mannen ontbreken op de foto. Misschien ook oud-pupillen, ik zou het zo graag willen weten.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt
gratis ebook

Ga naar de bovenkant