Frits van Daalen“Ten slotte nog dit: Van Daalen was een ‘Indische jongen’ en gaarne wezen wij steeds op hem wanneer de Indo-Europeanen weer eens klaagden, dat ‘den Indo werd belet om iets te bereiken’ .”

Dit komt uit Het Vaderland, februari 1930, bij het overlijden van Frits van Daalen (1863-1930). Hij was commandant van het Nederlands-Indische Leger (het latere KNIL) geweest en hij had bij leven verschillende hoge onderscheidingen ontvangen:

  • Militaire Willems-Orde vierde, derde en tweede klasse
  • Commandeur in de Militaire Willems-Orde
  •  Kroonorde, versierd met de eresabel
  • Ridderkruis 1e klasse van de Orde van de Kroon van Pruisen
  • Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw

Zijn hoge rang van luitenant-generaal had hij vermoedelijk vooral aan koningin Wilhelmina en minister Idenburg te danken. De bevordering kwam erdoor om hem voor de krijgsmacht te behouden; en dat lukte. Van Daalen had het onderspit gedolven tijdens het roemruchte conflict met gouverneur-generaal Van Heutsz. Die periode moet de moeilijkste tijd in zijn leven zijn geweest. De kameraadschap tussen deze twee mannen werd verbroken.

Sinjo

Terug naar wat Het Vaderland schreef: ‘een lichtend voorbeeld’. De krant bedoelt: hij was een uitzondering. Rond 1900 kende het leger in Indië vrij weinig hoge Indische officieren. Hoe hoger, hoe minder. Frits van Daalen was dus zichtbaar, hij viel op. Ik heb brieven van officieren gelezen, waarin hij als ‘sinjo’ werd aangeduid, een akelig scheldwoord als het op die manier gebruikt wordt: een Hollandse man die een Indische man een figuurlijke schop wil geven. Op zijn beurt had Van Daalen een scherp woord over voor totoks die de inheemse bevolking niet konden begrijpen – hij wel.

Hoe was hij? Als koloniaal militair hard en daarmee succesvol, maar ook omstreden vanwege die hardheid. De kritiek kwam, maar de gebieden die Van Daalen veroverde, bleven in koloniaal bezit. Dat is het typische gedrag van de regering in Den Haag. Wel het resultaat nemen, en de man die dat resultaat heeft bereikt, bekritiseren.
Als koloniaal bestuurder kreeg hij de meeste kritiek. Weer vanwege hard optreden, wat ook tot uiting kwam in zijn rechtspraak.
Als mens: loyaal, gevoelig, een temperament dat kon oplaaien, trots. Intelligent met een taalknobbel, gevoel voor kunst. Echtgenoot, vader, grootvader.

In 1914 sloot hij zijn carrière in Indië af. Hij ging met pensioen en besloot in Den Haag te gaan wonen. Over het grote confict met Van Heutsz heeft hij altijd gezwegen, uit liefde voor Atjeh, het leger en het vaderland, en ook omdat hij recht verwachtte.
Dat kwam niet. Dus zo ging Van Daalen de geschiedenis in: negatief. De nazaten van Van Daalen lijken min of meer ondergedoken te zijn. Daar kan ik me iets bij voorstellen.

En nu? Dat staat te bezien.

Indisch in het leger

Vorige maand verscheen mijn biografie van Van Heutsz. Af is af, maar Van Daalen blijft in mijn hoofd zitten. Wat heeft hij nu werkelijk gedaan voor goeds en voor slechts, en wat waren roddels? Hoe zag hij het zelf? Hoe was het om door iedereen gezien te worden als die ene Indische officier?

U voelt het al aankomen. En ja, ik ga dus op zoek naar het levensverhaal van Frits van Daalen. Daarbij zoek ik ook naar het verhaal over een militair met een Indische achtergrond, en hoe dat in de periode ban voor de Tweede Wereldoorlog was. In december komt er een speciale middag over Indische voorvaders in het leger. Over wie ze waren en hoe dat voor nazaten is. Daarbij bent u van harte welkom en ik stuur te zijner  tijd nog meer informatie.

Mijn vraag:
Heeft u een Indische voorvader die toen in het leger zat? En weet u daar nog iets van?

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
indische schrijfschool