Artikelen

10 problemen opgelost voordat u naar een uitgever gaat (Masterclass)

Boekpresentatie De Atjeh-generaal. Het moment voordat ik het eerste exemplaar overhandig aan commandant Bronbeek kolonel G.A.M.M (Gerard) Van Kuijck.

Voor ik mijn allereerste boek schreef, wist ik van niks. Alleen dat ik het wilde. Ik had een verhaal in mijn hoofd, het moest op papier, er was een organisatie die voor mij een uitgever gevonden.

Ik maakte mezelf bang.

Een scriptie kon ik wel schrijven maar een boek was misschien te hoog gegrepen voor me. Of ik het boeiend kon houden wist ik evenmin. En ik kende geen uitgever, hoe zoiets werkte daar had ik geen idee van. Ook kon ik nu weleens door de mand vallen en dan zou ik veel mensen teleurstellen.
Van die gedachten werd ik gespannen, dus hoofdpijn, buikpijn, noem maar noem maar. Want ik wilde zo graag schrijfster worden, een echt boek bij een echte uitgever hebben.
Spanning? Ik deed of er niets aan de hand was. Mezelf niet laten kennen noemde ik dat.

Nou dan kom je ver. Maar niet heus.

Verandering

  •  ik besefte dat ik alleen maar mensen hoefde te vinden die ik vertrouwde en dan kon ik gewoon mijn vragen stellen, zij hadden immers de ervaring uit de praktijk
  •  ik besloot mezelf de tijd te gunnen om een en ander te leren en daar plezier in te hebben
  •  ik moest helpende gedachten gaan denken zoals: er zijn zoveel mensen die een boek hebben geschreven dus grote kans dat ik het ook kan

En waar ben ik nu?

Ik zeg het als een feit des levens: veel verder. Gepromoveerd, meer dan dertig titels op mijn naam. Meer kennis van zaken. Meer zelfvertrouwen. Want nu denk ik: elk boek heeft eigen problemen en die zijn er om opgelost te worden.
Dus mijn basis staat sterker.
En dat is een wereld van verschil met het eerste boek.

Ik durf een boekenplan te maken. Ik durf hardop te zeggen: dan en dan is het boek er. En ik slaap rustig, zonder gepieker. Dat gun ik u ook.

Gemak dient de mensch

Een eerste boek is het moeilijkste boek, dat was het voor mij en dat is het voor u. Maar ik kan het voor u gemakkelijker maken en dat ga ik doen ook.
Volgende week zaterdag – dus dat is al snel – geef ik een online masterclass over de 10 grootste boekenmaakproblemen die ik in de loop der jaren heb leren oplossen. Dus die hoeft u dan niet zelf meer op te lossen.
Gemak dient de mensch. U heeft na de masterclass kennis van zaken, u kunt betere besluiten nemen en de wereld van schrijven, boeken en uitgevers is voor u een stuk overzichtelijker.
Heerlijk. Geruststellend.

U krijgt daarmee een kijkje in mijn keuken als schrijfster en onderzoekster.

Al volgende week zaterdag?

Yep. Ik kreeg een paar dagen geleden de ingeving om deze masterclass te geven. Want ik kan dan een en ander vertellen aan de hand van mijn recente boek over de Atjeh-generaal Frits van Daalen (Prometheus, 2024). En volgende week zaterdag is het zijn sterfdag, dat was in 1930, dus precies 85 jaar geleden.
Een beetje hormat.
Zodat we aan hem blijven denken.
Al vertel ik ook iets over mijn andere boeken uit en over het Indische leven.

Hier gaat die masterclass over:

1 Waarom kies ik wel voor het ene en niet voor het andere boek om te schrijven?

2 Hoe kom ik aan een uitgever?

3 Wat is een goed boekcontract?

4 Wat verwacht een uitgever van mij?

5 Maken meelezers mijn boek beter?

6 Kan de familie publicatie van mijn boek tegenhouden?

7 Naar een uitgever: wat doet zo iemand wel en niet?

8 Hoe zit het met geld? Kan ik geld verdienen met een boek?

9 Moet ik met mijn boek gaan leuren?
(En: wat is een boekpresentatie?)

10 Hoe moet je met kritiek omgaan?

Voor wie is het:

  • U heeft dat verlangen om een boek te publiceren bij een echte uitgever
  • U wilt weten hoe die wereld in elkaar zit van iemand die er zelf middenin zit
  • U herkent een of meerdere vragen en u heeft zelf wat puzzels
  • U wilt niet naar een uitgever, u maakt een boek voor de familiekring, dan is dit ook behulpzaam

Voor wie is het niet:

  • U heeft alle problemen naar tevredenheid zelf opgelost
  • U denkt al jaren over een boek maar niet serieus
  • U bent Adriaan van Dis

Praktisch

10 problemen opgelost voordat u naar een uitgever gaat (Masterclass)
Boeken uit en over het Indische leven

Zaterdag 22 februari 2025
Aanvang 0930 uur- circa 1030 uur
Online en gratis

Attentie: opgeven kan niet meer

Opgeven via onderstaand formulier:
(dan mail ik u terug)

Vertel me meer, ik wil ook naar een uitgever

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Krankzinnig in Indië, arme mevrouw B.

Hotel Bellevue te Buitenzorg circa 1915 (KITLV 90246)

Stel, je bent een Europese vrouw en ze zeggen dat je krankzinnig bent en dat je naar een inrichting moet, wie weet voor altijd.
En stel nou eens, je bent niet krankzinnig. In een oude Indische krant uit 1912 las ik over het drama van mevrouw B., afkomstig uit Batavia, logerend in het deftige Hotel Bellevue te Buitenzorg. Drie weken logeert ze er al, na een vierdaags verblijf in het gesticht. Heerlijk, om daar bij te komen.

Klikspaan

Het verhaal gaat verder. Mevrouw B. laat zich sherry en alcohol brengen. Mocht niet van het gesticht en iemand klikt. Zulke mensen heb je overal.
De geneesheer van het gesticht, dr. Schülein, begeeft zich naar het hotel, en daar ontspoort het, schrijft de Nieuwe Vorstenlanden:

  • Hij begaf zich naar de kamer van Mevrouw B., verzocht haar mede te gaan naar het gesticht en speelde vreeselijk tegen haar op tot grooten last van de hotelgasten.
  • „Je moet opgesloten worden en je moet mee, anders zullen we geweld gebruiken”, zeide hij.
  • De gérant moest tusschen beiden komen, toen de dokter de vrouw bedreigde, haar te zullen vastbinden.
  • Daarop dreigde de dokter haar te zullen injecteeren.
  • Tegen 7 uur kwam de huurauto, waarin de vrouw naar het gesticht zou vervoerd worden. De bedreigingen werden nog scherper, de verontwaardiging der gasten steeg.
  • De vrouw smeekte te mogen blijven, ze zou kalm zijn, niets drinken, ze zwoer het op het graf harer ouders. Eindelijk vroeg ze zich te mogen verkleeden, ze was in sarong en kimono. Dit werd toegestaan. De deur werd gesloten.
  • De dokter, de Heer G, de gérant en een paar gasten bleven voor.
  • Toen hoorden ze een slag aan de andere zijde van het gebouw, de vrouw was uit het venster gesprongen.
  • Groote consternatie, men ging zoeken, eerst naar het beneden ’t hotel liggende zwembad, doch de gérant zei dat ze daar niet kon zijn, daar het bad gesloten was.
  • Mevrouw B. was gevlucht door den gang naast het hotel, den grooten weg op.
  • Daar zag ze een sado en [ze] reed naar den assistent-resident om bescherming te zoeken, daar werd ze in de auto gewerkt; de verhuurder van de auto was zoo verontwaardigd over de wijze waarop tegen de vrouw was opgetreden, dat hij uitstapte en weigerde te chauffeeren.

Mevrouw B. wilde niet, maar ze moest, het ging met geweld.
Misschien wist mevrouw B. wat haar te wachten stond.
Kassian, arme mevrouw.

Boeloe

In het vooroorlogse Indië krijgt een Europese vrouw eerder de diagnose krankzinnig dan het stempel van crimineel.
Toen was dat logisch.
Een Europese vrouw gold als innerlijk hoogstaand, beschaafd, iemand met een goede invloed, als vanzelf geschikt om een goede moeder te worden. Dus als ze daarvan afwijkend gedrag vertoonde, had ze eerder zorg nodig dan gevangenisstraf.
Een vrouwelijke misdadiger, Europees welteverstaan, dat kwam officieel zo weinig voor dat er lang niet eens serieuze gevangenissen voor haar waren. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd in Semarang de centrale vrouwengevangenis Boeloe; voor de inheemse bevolkingsgroep. In 1911 kwam er een apart gebouw dat plaats bood aan vijf Europese vrouwelijke gevangenen. Zo lief en onschuldig waren Europese vrouwen, dat vijf plaatsen genoeg was. (Gelooft u het?)

Prestige

Een krankzinnige vrouw, en zij die zo beschouwd werd, was een belastende aanwezigheid: voor het Europees prestige en voor de familie. Het beste was dan ook, haar uit de samenleving te verwijderen:

  • bijvoorbeeld door haar op te sturen naar familie in Nederland
  • er waren altijd wel huizen die tegen betaling zorg verleende; eigenlijk een soort huiselijke gevangenis maar zo heette dat natuurlijk nooit
  • er waren plaatsen in sanatoria, zoals Tosari, met verschillende gradaties van strengheid in de verpleging
  • en dan waren er de krankzinnigengestichten

Die gestichten fascineren me. Ze zijn een schaduwwereld van de Europese koloniale maatschappij.

Nuttig werk

Bataviaasch nieuwsblad, 27 juli 1912.

Het gesticht te Buitenzorg, waar mevrouw B. heen moest, was in 1882 geopend. In het Koloniaal verslag lees ik:

  • Het personeel van het Buitenzorgsche gesticht bestond op 31 December 1882 – toen het getal patiënten door de opneming van nieuwe lijders (na aftrekking van de ontslagenen en overledenen) geklommen was tot 93 (waaronder 19 Europeanen),
  • — uit 2 geneesheeren, 1 huismeester, 1 opzichter van de mannen-afdeeling, 1 idem van de landbouw-kolonie, tevens adsistent bij de mannenafdeeling, 1 opzichteres van de vrouwen-afdeeling, 1 machinist tevens smidsbaas, 2 klerken, 15 Europeesche mannelijke en 4 Europeesche vrouwelijke bedienden en
  • eindelijk 40 mannelijke en 10 vrouwelijke inlandsche bedienden.

Die landbouw-kolonie was een werkverschaffingsproject, alleen bestemd voor, zoals het Koloniaal Verslag dat formuleerde: ‘rustige en niet gevaarlijke inlandsche patiënten.’ Die mochten schoffelen. Dat wil zeggen, de mannen. En niet voor de ontspanning, het Koloniaal Verslag van 1893 noteert de opbrengst: ’62 000 K.G. padi en 1402 K.G. Liberia-koffie’.
De vrouwen werden huishoudelijk beziggehouden. Ook nuttig.

Tien jaar later signaleerde het Koloniaal verslag gebrek aan plaatsruimte:

  • Ofschoon reeds 12 Europeesche vrouwen en 2 mannen, allen van de 3de klasse, in het centrale gesticht te Buitenzorg boven de formatie waren opgenomen, moesten nog 3 Europeesche lijders der 3de klasse, in afwachting van opneming, in een gewoon ziekengesticht verpleegd worden.
  • Voor Europeesche vrouwen kon geen plaats meer worden gemaakt.

Dat je meteen denkt: wat is er aan de hand, neemt de krankzinnigheid zo toe? Even wat cijfers, weer een stapje verder in de tijd. In 1900 zaten er in dit ‘centraalgesticht’:

136 Europeanen mannen
46 Europeanen vrouw
157 Inlanders mannen
108 Inlanders vrouwen
26 Vreemde oosterlingen mannen
13 Vreemde oosterlingen vrouwen

Veel mannen. En dan die opmerkelijke minderheid van Europese vrouwen.

Diagnose

Ik vroeg me af wat de diagnoses uit die tijd waren en iets daarvan vond ik in Het tweede verslag over over het Gouvernements krankzinnigengesticht te Lawang, van 1906 tot en met 1912. Dat was het tweede gesticht, geopend in 1902.
In 1912 zijn er 10 Indo-Europese vrouwen opgenomen, naast een Japanse. De meest gestelde diagnose is dan amentia, dat is zinneloosheid, waanzin. De diagnose is gesteld bij deze groep vrouwen ‘zonder beroep’, ze waren waarschijnlijk echtgenote en/of moeder. Of ongetrouwd. Tweede diagnose Insania Hysterica, en ook hier weer: vrouwen zonder beroep. Daar zit het misschien in.
Afhankelijke vrouwen dus, van hun echtgenoot of de familie.
Vrouwen die misschien zelf wat van hun leven wilde maken, goedschiks of kwaadschiks, en dat kan goed gaan en helaas ook verkeerd, zoals ik vermoed dat het geval was met deze onbekende mevrouw B. die dacht heerlijk uit logeren te gaan in het deftige hotel Bellevue te Buitenzorg, een een glaasje te drinken. En weer voel ik, kassian, arme mevrouw.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Hoort Jappenhaat bij de Indische cultuur?

Een matroos die de vlootplannen van Colijn en Rambonnet symboliseert, beschermt Nederlands-Indië tegen China en Japan, circa 1913-1918 (KITLV 46429).

Wat Jappenhaat was, begreep ik bij mijn bezoek aan bij Leo van Maarseveen, toen 84 jaar. Jaren geleden. Soms blijft iets je lang bij, en dat was deze ontmoeting.

Onverzoenlijk

Oom Leo gaf mij een les zelfverdediging waarin hij de aanvaller was. Ik verloor.

Ik was bij hem om kennis te maken. Het was een voorgesprek, want ik mocht hem interviewen op de Tong Tong Fair, over zijn boek  Pukul Terus, blijven vechten. Het levensverhaal van een gewone Indische jongen (2009).
Hij vertelde over de oorlog, over de kampen en dat hij demonsteerde voor de Japanse ambassade met de anderen van de Stichting Japanse Ereschulden (JES). Ook dat hij niks van Japanse makelijk in huis duldde. Liever ook niet bij de kinderen. Japanners bestonden niet voor hem. Hij kende alleen de Jap.
Dus ik vroeg wat ik daarna in een bomvol theater zou vragen: “Maar er zijn toch ook goede Japanners?”
Leo liet een stilte vallen.
Iedereen in het theater voelde: een beladen vraag.
Ik wachtte.
En Leo zei slepend: “Oooo… jaaaa… hoor…”
Weer een stilte, wij wisten allen: nu komt het.
“… tien meter onder de grond.”
Vrijwel iedereen in de zaal lachte: we begrepen hem. Want we kenden allemaal wel iemand die dat ook had, die scherpe onverzoenlijke Jappenhaat. Het was, nou ja, een gewoon fenomeen.
Dat is nu 16 jaar geleden.

Japanner

Nu hoor ik vaak van de Tweede Generatie dat ze zoiets met zich meedragen. Ze herkennen een Japanner op twaalf meter afstand, feilloos, met een alert gevoel, terwijl anderen het verschil niet eens zien tussen Japans en Chinees. Kopen ze iets dat Made In Japan is, dan zijn ze zich daar zeer bewust van. Zo is er meer. Soms is het te veel.
Maar hoe kom je los van zoiets, terwijl het toch je vader is, of je moeder?
En wat krijgen je eigen kinderen daarvan mee?

Voor de oorlog waren er Japanners in Indië. Niet zo veel als Chinezen, maar toch, ze waren er. Niet een heel gemakkelijke tijd. Zeker vanaf 1904 ontwikkelde Japan zich tot militaire grootmacht en de dreiging die van het land uitging, wierp een schaduw over de Japanse inwoners van Indië. Ze werden snel verdacht van spionage. In mijn biografie van de Atjeh-generaal Van Daalen schrijf ik ook over hoe hij als KNIL-commandant brieven die hij uit Japan ontving, en hoe hij aan de regering in Nederland meer geld voor de defensie van Indië vroeg. Tevergeefs. Dat moest op een koopje.
Toen kwamen de Japanners.

Verzoening

De schrijfster Hélène Weski (1914-2006) vertelde me ook eens over de oorlog. En over de Bersiap. Toen ze met haar beschaafde damesstem sprak over ‘de hel van Soerabaja’ durfde ik niets meer te vragen. Ik dronk de thee die te sterk voor me was en at de fondantbonbons waar ik misselijk van werd. Om die verschrikkelijke uitdrukking, en omdat ik daar toen geen raad mee wist.
En toch was juist zij het die iets van verzoening leek te zoeken. In de verhalenbundel De mensen noemen het liefde ( 1982) voert ze een Japanner op als medemens, terugkijken op het verleden. Kan iets voorbij gaan, of blijft het altijd? En hoeveel generaties gaat iets door, als het doorgaat?
Een fragment.

  • ‘Je kon kiezen tussen schapevlees, kippe-of varkensvlees,’ mompelt de Japanner.
  • ‘…dan zag je zijn houtskoolvuurtje opgloeien en de bergwand droeg de heerlijk kruidige geur naar je toe en het water liep je in de mond.’
  • ‘Indonesië,’ zegt hij.
  • ‘Indië’ verbetert ze fel, ’toen heette het Nederlands-Indië!’
  • Ik heb me niet vergist, denkt ze, zó één ben je er. Dan heb jij eraan meegewerkt dat het anders werd! Er zijn momenten in het leven dat je heel goed beseft wie vriend en wie vijand is!
  • Nu begint hij te spreken, eentonig en wat nasaal, en ook hij lijkt zich meer tot de stenen te richten, dan tot de vrouw naast hem.
    ‘Er was een rivier, daar zijn we eens doorgetrokken. het was oostmoesson en hij was bijna doodgevallen. Een dun stroompje, dat zijn weg zocht tussen keien en brokken steen, sommige zo groot als huizen, uitgebraakt door de krater van de weg daarboven. We strompelden door die rivierbedding met zware bepakking, het was drukkend warm. Grote krekels krijsten de stilte aan flarden. Plotseling stootten we op een verhoogd plateau midden in de rivier en we besloten halt te houden en te rusten. Toen we erop geklommen waren, zag ik dat het plateau bedekt was met fijn wit gritzand, dat in regelmatige golven om enkele stenen heenlag, als had een menselijke hand ze zo geschikt. Ik telde ze: het waren er vijftien, vijf grote en tien kleinere.’
  • Haar kreet snijdt door de stille tuin: ‘in die streek werd ik geboren! Dat plateau – ik was het vergeten. Het was dus werkelijk een herkennen…’
  • Ze kijken elkaar aan en glimlachen om hun herinnering.
  • ‘Vaak namen mijn ouders mij mee naar die plek om te zwemmen in een kom tussen de huizenhoge stenen en te picknicken op het plateau. Wit gritzand met vijftien stenen. ja, zo was het, ik was het vergeten, ik was nog maar zo klein…’
  • Het is stil tussen hen, maar het is niet een stilte die onrustig maakt, de stilte van mensen die niet weten wat ze zeggen moeten.
  • Hij is misschien een goede Japanner, denkt ze.

En verderop:

  • ‘Hoe moet de mens handelen?’ zegt ze aarzelend, ‘ook ik kan u daar geen antwoord op geven. In mijn geboorteland, dat nu Indonesië heet, bezit het volk legenden en heldenverhalen, vol van diepe wijsheid. Zo is er een prins Ardjoena uit een vorstengeslacht dat in oorlog is met familieleden, die hun de troon betwisten. Hij trekt gehoorzaam naar het slachtveld en doodt in een vreselijk gevecht enkele van zijn neven. Als hij beseft wat hij gedaan heeft, gruwt hij van zijn daad en stelt een wijze kluizenaar de vraag: Hoe moet een mens handelen? De kluizenaar antwoordt: Aan elke mens wordt bij zijn komst op aarde een taak gesteld. Die taak zo goed mogelijk te vervullen, dat is de opdracht van de mens.’
  • Hij legt zijn hand op haar arm in een lichte, korte aanraking, alsof hij het eigenlijk niet wil, maar het niet laten kan.

Het is een aarzelend zoeken naar contact en dat is al veel, voor wie de oorlog heeft meegemaakt. Maar niet elke emotie kan verzachten. Soms reist iets verder, door de generaties heen. Of het blijft bij deze Eerste Generatie horen, deel van de geschiedenis van Indië, deel van de cultuur.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
    https://calendly.com/vilan/overleg

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Schrijfworkshop: van idee naar plan (dan komt het er ook van)

De schrijfworkshop is een afspraakje tussen u en mij. U neemt een verhaal mee, over uzelf, over de familie, over iets of iemand uit Indië. En ik neem mijn ervaring als schrijfster mee, de ervaring waarmee ik elke keer weer van idee naar boek ga.

En dan wat?
Dan gebeurt er tijdens de workshop iets moois.
Ik begrijp uw verhaal.
U begrijpt hoe u het op papier kunt zetten.
Verhaal+ ervaring = resultaat.

Belangrijk

Want eerlijk waar, u weet het waarschijnlijk uit eigen ervaring: gaan zitten en schrijven leidt tot vastlopen. Tot opeens denken: snijdt dit wel hout. Tot het besef: ik geef teveel historische informatie. En tot piekeren of wat u schrijft eigenlijk niet gewoon een opstel is en saai ook nog.
En dat terwijl u weet, u wéét dat u een belangrijk verhaal heeft.
Ja, in uw hoofd vooral.

Op de laatste dag van januari, dus de 31ste, bent u welkom in Den Haag, in het Indisch Herinneringscentrum, de grote zaal die groot maar wel gezellig is.
Dus als u eind vorig jaar goede voornemens had, van ‘ik begin’, dan is dit uw kans om alsnog te beginnen.
We beginnen tegen twee uur ’s middags en het is met pauze. De hele middag ben ik de juf.

Waarom een workshop?

  •  heel wat mensen zien liever een gezicht dan een webcamera
  •  het is ook gezellig
  •  in een groep leer je sneller en je kunt vragen stellen
  • met anderen erbij weet je: ik ben dus de enige niet en dat is inspirerend

Stoomcursus

Wat u krijgt is een soort stoomcursus in een paar uur. Het gaat niet over hoe schrijft u foutloos Nederlands. Dat is het minste van mijn zorgen want ten eerste het valt altijd reuze mee ten tweede daarvoor is het beroep eindcorrector in de wereld gekomen.

In deze schrijfworkshop leert u onder meer:

  •  Hoe begin je
  • Wat is structuur, waarom is het nodig en hoe komt u daaraan
  • Hoe krijgt u historische informatie in het verhaal zonder dat het een geschiedenisboek wordt
  • Wat te doen als de familie moeilijk doet (of onaardig, of kritisch of steeds beschuldigend vraagt of u de vuile was buiten gaat hangen)
  • Wat is een plan en waarom heeft u dat nodig (echt, zonder plan komt het er nooit van)

Wat u leert, komt rechtstreeks uit mijn praktijk als schrijfster. U krijgt het volle zicht op mijn methode, waarmee ik meer dan dertig boeken heb geschreven. Dus die methode werkt. Het is geen moeilijk gedoe, daarom kan ik het elke keer weer.
Het is praktisch en gericht op resultaat.
In mijn webinars zeg ik vaak: “Ik ben vrouwtje structuur” en dan knikt iedereen. Dus daar kunt u zeker weten op rekenen.

Deel van het cadeau-potlood, met het pootje van mijn jonge huiskater Ollie.

Cadeau

Leuk om te weten: als u komt, krijgt u van mij een cadeau en dat is een origineel Schrijfschool-potlood, met op het uiteinde een gum.
Dat is praktisch en symbolisch tegelijkertijd. Een gum zegt: ik mag proberen, het hoeft niet meteen goed, ik doe iets en daarna ga ik het verbeteren.
Zo werk ik zelf dus ook.

En voor de duidelijkheid even, u bent natuurlijk tot niks verplicht. Als u erna denkt: ik ga lievver naar Hawaï dan hou ik evenveel van u. En ook als u daarna denkt, nu ga ik het familieverhaal opschrijven zodat de jongere generaties weten waar ze bij horen.

Voor wie is het:

  •  60plussers, wegens het belang van levenservaring. Denkt u dat heb ik, dan bent u ook welkom. Maar er zijn ook veel bakvissen met ambitie, dat is een andere groep. (Als u weet wat een bakvis is, bent u alweer extra welkom)
  • het is dan eind januari en u had goede voornemens dus als u gaat, dan is het al zowat af
  • U loopt al jaren met het plan rond en wat u nodig heeft is een duwtje in de rug
  • U bent nieuwsgierig naar hoe ik zoiets doe
  • U heeft het eeuwige leven niet en de dagen gaan steeds sneller, het is gewoon tijd
  • Er is niemand anders die uw verhaal kan of wil gaan bewaren

Voor wie niet:

  • U heeft uw verhaal af en u hoopt dat ik het even in de pauze lees
  •  U bent een bakvis
  • U wilt een roman schrijven (dat is iets heel anders)

Attentie

De workshop is uitverkocht. Maar moed verloren, al verloren. Op maandagochtend 24 en dinsdagocbtend 25 maart geef ik een tweedelige Stoomcursus LIVE. Online dus. Denk u nu al: daar wil ik bij zijn, dan kunt u een digitale stoel reserveren. Via het onderstaande formuliertje kmt uw aanmelding bij mij terecht. Ik mail u dan zo snel mogelijk teug.

Ja, ik heb belangstelling voor de Stoomcursus LIVE

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*


Praktisch
Datum en tijd:  vrijdag 31 januari 2025, 14:00 – 16:00

Locatie
Museum Sophiahof, van Indië tot nu
Sophialaan 10
2514 JR Den Haag

Inloop vanaf 13.30 uur
Prijs is inclusief koffie/thee en spekkoek
Toegankelijk voor rolstoelen, rollatoren en scootmobielen.

Opgeven: klik hier en kijk https://www.indischherinneringscentrum.nl/agenda/schrijfworkshop-van-vilan-van-de-loo-60plus

(of kopie-plak de link : https://www.indischherinneringscentrum.nl/agenda/schrijfworkshop-van-vilan-van-de-loo-60plus )

Veelgestelde vragen

Ik ben niet (helemaal) Indisch, kan ik dan toch komen?
Jawel. Van harte welkom. Wel is Indisch het uitgangspunt, maar als u de methode heeft, kunt u die ook op uw eigen verhaal toepassen<

Altijd in Den Haag, kom je ook ergens anders?
Ja, er zijn wat voornemens, maar nog geen vaste plannen. Weet u, ik kom graag naar u toe, laat een vereniging of organisatie die u kent mij mailen, grote kans dat ik in de trein stap. Meer weten: klik hier en lees over de workshop https://www.indischeschrijfschool.nl/de-workshop/

Net die middag kan ik niet, wat nu?
Geen probleem, ik kan u bijpraten. Maak dan een afspraak via mijn digitale kalender: klik en kijk hier
( of kopie en plak https://calendly.com/vilan/overleg )

Moet ik vertellen waar ik over wil schrijven?
Alleen als u het zelf wilt. Anders niet, u bent in een veilige omgeving en u vertelt alleen wat u kwijt wilt. Meer hoeft niet.

Ben jij Indisch?
Neen.
Helemaal Hollands, inclusief een kwart Zeeuws meisje via mijn moeder. Op de een of andere manier ben ik aangeraakt door Indië en ik begrijp niet hoe zoiets werkt. Ik heb dat weleens aan een helderziende gevraagd en zij wist het evenmin.

Dit zijn de vijf mooiste beeldbanken over Indië

Een beeldbank is een rijkdom, want vol met beelden. Foto’s en films van Indië, die niet altijd elders te vinden zijn. Er is nog veel meer, online en ook offline. In het Maçonniek Studiecentrum (Den Haag) zag ik prachtige foto’s van oude loges, ook bestuursfoto’s. Niet altijd staat erbij wie-wie is. Dat blijf je houden met oude foto’s.
Hieronder mijn top 5 van beeldbanken online. Met een kijkwaarschuwing. “Even zoeken” is er niet bij. Er is zo veel, heerlijk om naar die oude beelden te blijven staren en te denken, te mijmeren…

1 Beeldbank Defensie

Klik en kijk: https://beeldbank.nimh.nl/
(https://beeldbank.nimh.nl/)
Wat is het: meer dan defensie nu. Hier zit ook veel van het KNIL in. Ook films. Handig is het kunnen zoeken op periode. En ook fijn: zoeken op plaatsnamen en persoonsnamen. Gebruik daarin de oude en nieuwe spelling.
Voorbeeld:
Bandoeng; 539 foto’s
Bandung: 24 foto’s

Ook als ik in de hele oude Indische tijd zoek (voor de Eerste Wereldoorlog) is het goed even hier rond te kijken ter oriëntatie.
Bonuspunten voor de downloadfunctie.

2 Leidse universiteit

Klik en kijk: https://digitalcollections.universiteitleiden.nl/
https://digitalcollections.universiteitleiden.nl/

Een langzame website maar de moeite van het wachten waard: hier zit het hele oude spul in. Ook landkaarten, adresboeken en varia lectuur. Soms is een heel fotoboek gedigitaliseerd en dan is het heerlijk doorbladeren, want je weet maar nooit. Ja, dat is tijdrovend. Maar goed besteed, want de blik verruimt.
Ook hier van belang om de verschillende spellingen te gebruiken:

Atjeh: 7064 resultaten (wat met filters verder te verfijnen is)
Aceh: 5.605 resultaten

De resultaten zijn verder te verfijnen met filters, maar een beetje nieuwsgierig mensch wil toch eerst even alles bekijken. Dat ‘even’ is een rekbaar begrip natuurlijk. Zeker als de site niet meteen gaat laden.
Minpuntjes: niet alles is te zien, dan moet je weer naar Leidse universiteit. Maar ja, het is er wel, dat is dan weer een pluspuntje.
Sinds kort moet ik downloaden van een foto aanvragen via de mail. Gaat snel en gemakkelijk.

3 Wikipedia common images

Klik en kijk: https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Images
https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Images
Uitgebreide beeldbank met ook beeld hierin opgenomen van de Leidse universiteit. Snelle lading en alles te downloaden, ook al zo heerlijk.
Beperkte doorzoekfunctie, mij hindert dat ik alleen kan kiezen tussen Recent of Relevant. Ik zoek de oude tijd, en die zit in beide functies.
Ook hier: zoeken met spellingen.
Neem even de tijd om te bestuderen welke zoektermen deze beeldbank wil, die staan in de beschrijving van de foto.
Ik tik in: Indisch
Heel veel maar niet wat ik zoek
Ik tik in: Indo-Europees
Meteen veel familiefoto’s
Ook veel opbrengst: Indo-meisje: 139 resultaten
(met strikken, u weet, zo lief)

4 Nationaal Archief

Klik en kijk: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/fotos
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/fotos
Omvang: 15 miljoen foto’s, maar niet allemaal uit het Indische. Daarbij zijn 40.000 foto’s rechtenvrij, wel met vermelding. Extra zoekfilter is Nederlandsch-Indie met 38941 resultaten.
Maar: de foto’s komen per pagina en ik kan niet snel doorbladeren.
Advies: neem een brede zoekterm, klik de eerste foto aan. Dan verschijnt onderin beeld een reep met de andere foto’s. Dat gaat een stuk sneller.
Voorbeeld:
obat: 14 resultaten (vooral oorlog)

5 Delpher illustraties

Klik en kijk: https://www.delpher.nl/
https://www.delpher.nl/
We lezen allemaal de oude kranten in Delpher, maar er zit ook veel beeldmateriaal in. Oude advertenties, dat is ook beeld.
Als voorbeeld zocht ik op modiste:
Modiste
Nederlands-Indië
Illustratie met onderschrift → 13 resultaten
Tijdschriften: duizenden resultaten. Die kan ik niet instellen op alleen uit Indië. Het helpt enorm dat ik een snelle computer heb en een stevig abonnement, mede hierop aangeschaft. Ik stel in dat ik 50 titels per webpagina heb en ga met de page-down toets zappen en kijken. Na de eerste vier-vijf pagina’s begin ik een en ander te herkennen. Ben ik nieuwsgierig, dan klik ik op de titel met de rechtermuisknop, en kies ‘openen in nieuw tab’.
Met een langzame computer zeg ik: niet aan beginnen. Dan in de bibliotheek digitaal gaan bladeren.

Bonus

Kijk altijd in regionale of plaatselijke archieven waar iemand is gaan wonen. Zo vond ik in het Haags Gemeentearchief een groot archief van de luitenant generaal G.M. Verspijck, en daarin zaten weer talloze brieven en briefjes van een eenvoudige militair tot aan hofcorrespondentie. Via Google is zoiets niet te traceren. Wel door de inventaris te bekijken. En dan een scan aan te vragen. Is daar gratis. Geweldig.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Het bordeel tegenover Gang Aboe (Batavia) 1887

Gang Patjenongan te Batavia, voor 1880 (KITLV 3132).

Gang Aboe zag alle bordeelbezoekers komen en gaan. Dat was niet fijn voor degenen die in de buurt woonden. Want het bordeel was druk. Ik las het Bataviaasch nieuwsblad van februari 1887:

  • Het beruchte bordeel van Mevrouw Kienkiep in de gang tegenover Gang Aboe (gang Patjenongan) verheugt zich tegenwoordig in een zoo ongekende welvaart, dat het er ’s avonds tot diep in den nacht wemelt van Chineezen en Europeanen; de eerste hoofdzakelijk om er te schuiven in gezelschap van de aldaar aanwezige bayadères; de tweede om bezoeken afteleggen bij de dames, die, naar gelang het aantal gasten toeneemt, als uit den grond verrijzen, vermits een gedeelte dier schoonen, voor eventueele oproeping, disponibel blijft in de omgeving van Mevrouw Kienkiep’s serail.
  • Is het der politie ernst om ingezetenen voor burengerucht en overlast te vrijwaren, dan zoude zij met de opruiming van dat lusthof der Europeesche buren een groote weldaad bewijzen.

Dus niet alleen een bordeel, maar ook nog eens een opiumkit. Wat zal mevrouw Kienkiep goed verdiend hebben. Reclame hoefde ze niet te maken want haar toko was al ‘berucht’. Iedereen had ervan gehoord.
Ja, in 1887.
Toen wel.

Hoe

Hoe kom je aan informatie over iets dat ver-ver weg is in de tijd, en er is niemand meer om het aan te vragen?
Antwoord: zelf op zoek gaan.
Ik wilde alles weten over mevrouw en het bordeel maar wat is daar nu het typische van, nergens wat te vinden. Antwoorden liggen nou nooit eens in een mapje op een archiefplank.
Ik moest dus eromheen gaan zoeken.

Verken de wereld om de leegte, en u zult de leegte beter begrijpen.

Delpher gaf verder weinig informatie over mevrouw. Het Centrum voor Familiegeschiedenis evenmin. Elders: nul.
Even verder denken.
Waar lag het bordeel? De krant: “in de gang tegenover Gang Aboe (gang Patjenongan) “. Dus ik dacht, hoe zou het daar zijn.

Gang Aboe

Er gebeurden vreemde dingen maar een slechte locatie was het evenwel niet. In 1871 vond er een merkwaardig incident met een militair plaats:

  • Gistervoormiddag omstreeks 10 uur kwam een Europeesch soldaat Gang Patjenongan door, en bij Gang Aboe komende, zag hij in een voorgalerij de vrouw des huizes in gesprek met hare buurvrouw.
  • Hij ging regelrecht op eerstgenoemde dame af, en verzocht haar om ƒ 2 en wat eten, onder voorgeven, dat hij hongerig was, van Buitenzorg was gekomen en derwaarts terug wilde gaan, doch waartoe hem de middelen ontbraken.

De vrouw geeft hem het geld en gaat op zoek naar een buurman om hulp te vragen. Bij terugkeer is de soldaat gaan slapen in haar huis. Dan wordt hij “met veel moeite de woning uitgezet.”
Dat zoiets kan. Een soort insluiper.
Veel toezicht was daar dus niet, wat mevrouw Kienkiep vermoedelijk verheugd signaleerde. Ook in de jaren erna gebeurt er nogal wat: brand, ruzie, gedoe. Het Bataviaasch handelsblad klaagt over het gebrek aan regulering:

  • Om maar iets te noemen staan in Gang Aboe alhier drie huizen ledig, die geheel zonder bewaking zijn, en indien de politie daarop verkoos te letten, zou zij er hier en daar nog wel meer ontdekken.

Maar een achterbuurt was het bepaald niet. In deze jaren wonen er verloskundigen, een graveur, een orgelspeler, een modiste, allemaal beroepen waarvoor een goede reputatie van belang is. En die hangt ook af van waar je woont. Keer op keer zie ik dat het adres gewoon in de advertentie staat.

Gang Kienkiep

Bataviaasch handelsblad, 28 april 1884

In 1884 is er een advertentie van een vendutie ten bate van Nona Péh. Dan is het adres Gang Kienkiep. Dat werd een paar jaar vermoedelijk de bijnaam van de boordeelhoudster.
De verkoop laat de levensstijl zien.
Duur, Europees, en ‘nagenoeg nieuw’ – dus het vertrek moet plotseling zijn geweest.

Intussen bleven er vreemde dingen gebeuren. Er ontstond een rel omtrent het gedrag van de depothouder van de Frozen Meat Company in Gang Aboe, meldde het Bataviaasch handelsblad:

  • Terwijl velen hun bedienden hadden gezonden ter verkrijging van vleeseh tegen contante betaling, vonden zij de deur van het depot voor hen gesloten: de ingang was alleen geopend voor heeren (?) die in eigen persoon vleeseh kwamen halen en voor wie natuurlijk de beste stukken waren.
  • De buiten staande inlandsche bedienden liet men heel kalm wachten.

Raarrrr.
En dan die huizen te huur.
Ik vermoed dat mevrouw de bordeelhoudster in 1886 ook de advertentie in de krant zag. En toesloeg. Het jaar erna komt het bordeel dus als hiervoor geciteerd in de krant.

Bordeel

Waar hou je op als je iets graag wilt weten? Ik kon ook in adresboeken kijken om uit te vinden wie er allemaal woonden, of in medische lectuur op zoek gaan naar beschrijvingen van enge Venusziekten (u weet) maar ik vond praktische informatie in de Verzameling van reglementen en keuren van politie. benevens verschillende andere politiebepalingen voor de residentie Batavia.
Batavia: Albrecht & Co, 1888.

Dus, het is actuele informatie voor die tijd.
De eerste artikelen over bordelen en ‘openbare vrouwen’ gaan over de registratie daarvan:

Art. 3. Iedere openbare vrouw is verplicht zich als zoodanig bij de politie aan te geven.
Art. 4. Wie zich als openbare vrouw aangeeft, wordt terstond onder een volgnummer in een register ingeschreven.

Ja, en dan? Zeker belasting betalen en door iedereen met de nek aangekeken worden. Geen aantrekkelijk idee. Aan een bordeel werden ook strenge eisen gesteld:

  • Art. 16. Geen bordeel wordt toegelaten:
  • 1e. dan indien zich iemand als houder of houderes aan het hoofd bevindt;
  • 2e. dan onder bekendstelling van het aantal vrouwen, hetwelk zich er in ophoudt of er toegang heeft;
  • 3e. dan op schriftelijke vergunning van het hoofd van plaatselijk bestuur, vermeldende de plaats van toelating, den naam van den houder, het aantal vrouwen en de dagteekening der aangifte.
  • De toelating van bordeelen geschiedt slechts op plaatsen, alwaar zij aan de gemeente geen aanstoot geven .

Ook hier weer: administratie, registratie. En waartoe? Zeker om allerhande boetes te kunnen betalen, want de reglementen reppen daar gretig over.

Mevrouw Kienkiep

Al met al kan ik me na dit speurwerk goed voorstellen dat mevrouw Kienkiep juist in Gang Aboe haar intrek nam. Weinig toezicht, dat had de recente geschiedenis wel bewezen. Ideaal voor een illegaal bordeel met opium- die combinatie was overigens ook al verboden.
Huizen die aldoor-aldoor te huur stonden.
Ze zag een kans en die nam ze.
En zo leerde ik haar toch een beetje kennen.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Ter ere van het prinsesje: de Juliana-boom in Semarang (1909)

‘Hulde aan het koningskind’, ergens in Indië, 1909. Kan dit Semarang zijn? Met een wel heel jonge waringin op de voorgrond. (uitsnede KITLV 27454)

Het prinsesje dat op 30 april 1909 ter wereld kwam heette Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië publiceerde een eerste impressie: ‘Hoogwaardigheids-bekleeders, die van de inschrijving in de registers getuigen waren, beschrijven de jonge Prinses als een er gezond uitziend mooi kind, met frissche roode wangetjes.’

Feest!

Krokodillenstad

Soerabaia was evenwel in de war, berichtte dezelfde krant:

  • In no time was de Krokodillenstad in feestgewaad; van alle gebouwen, behalve die van het. Gouvernement, en van de meeste woningen in de Europeesche, Chineesche en Arabische wijken werden Neerland’s driekleur en de Oranjewimpel uitgestoken.
  • Ook de kampongs vlagden en in allerijl werden hier en daar allerlei versieringen van groen, bloemen, enz. aangebracht.
  • Er ontstond een fameuse drukte op straat, want vele kantoren en fabrieken liepen uit, men dacht niet meer aan werken.
  • Een ieder tooide zich met driekleurige strikjes of Oranje cocardes; auto’s, wagens en dos a dos voerden ook vlaggen en wimpels; auto’s, met trompetters er in die al door toeterden, doorkruisten de straat, gaande een paar den kant van Grissee, Lammongan en Sedajoe en een paar dien van Sidhoardjo, Modjokertoh, Djombang uit om der bevolking dier streken kond te doen van de heugelijke gebeurtenis.
  • Alle scholen liepen ook uit, de kinderen juichten en jubelden met de ouden van da§en en zongen nationale liederen, dames en heeren in verschillende costumes en met vlaggen en bouquetten in de hand vlogen in auto’s door de boven- en benedenstad, een groote rood, wit en blauw geschilderde en vlaggen en groen versierde verhuiswagen voorde een 70tal pretmakende jongens en meisjes rond; kortom ’t was op straat, vooral in de buurt van Pasir Besar een en al leven e.n drukte en met groote moeite kon men zich door het gedrang van die duizenden menschen heen werken.
  • In de Concordia, de Simpangsche Club en de andere sociëteiten liep het vol evenals in het taartjespaleis van Grimm. In de restauratie van Hellendoorn en in de Eerste Indische Bierhal en menig glas werd daar geledigd op de gezondheid van de Koningin, de Koningin-moeder, Prins Hendrik en van het Prinsesje.
  • Het Oranje-huis was nu immers weer een telg rijk, die eenmaal regeeren zou over Nederland én zijn schoone koloniën.

Hoezo dan toch verwarring? Want: ‘de Gouvernements kantoren, fabrieken, enz. staken maar geen vlaggen uit, ook de kanonschoten bleven uit, ambtenaren en ofbeieren mengden zich niet in de feestvreugde, wat zou er wel gaande zijn?’
Ja, dat kwam door de bureaucratie. Er was nog geen hele serieuze melding in de vorm van een regeringstelegram binnengekomen. Dus dan is er officieel niets aan de hand. En toch werden de dag eerna hier en daar banken en kantoren gesloten. Een waagstuk.

Wilhelmina met haar dochter Juliana, Het leven, 1909.

Familienamen

De vreugde moet overstelpend groot zijn geweest, als we de krant mogen geloven. Mensen die weer durfden te geloven in het voortbestaan van het geliefde vorstenhuis. Het ging door. En Nederland bleef daardoor Nederland en Indië bleef daardoor Indië.
De namen van het prinsesje kon anno 1909 iedereen thuisbrengen.

  • Juliana, vernoemd naar Juliana van Stolberg, de moeder van Willem van Oranje
  • Louise, naar Louise de Coligny, de echtgenote van Willem van Oranje
  • Emma, haar grootmoeder van moederskant
  • Marie, haar grootmoeder van vaderskant Marie van Schwarzburg-Rudolstadt
  • Wilhelmina, naar haar eigen moeder

Die mooie vernoemingen, de verbinding met de voorgaande generaties, dat is thuis zijn in de familie. Met de vernoemingen kwamen de verhalen los over de vernoemden.
Een familie is meer dan een stamboom.
Namen en verhalen, een familie waarin het jonge prinsesje een eigen plaats had.
Met die verhalen was de Europese samenleving verknoopt; dat lieten de Oranje-feesten ter ere van Juliana goed zien. De Locomotief berichtte er zo uitvoerig over, dat ik alleen korte stukjes overneem voor het beeld.

Magelang

  • De eerste der drie feestdagen werd hedenmorgen geopend met het houden van eene groote parade welke door veel belangstellenden werd bijgewoond.
  • Alle burgerautoriteiten waren aanwezig, alsmede de Chineesche officieren en de regent met groot gevolg van Inlandsche hoofden. De parade werd gecommandeerd door overste Doorman en geïnspecteerd door kolonel Van Diermen.
  • Na afloop van het paradeeren liet de kolonel zijne bijzondere tevredenheid betuigen over de houding der troepen. Aan alle gestrafte militairen werd kwijtschelding der straffen verleend.

Batavia

  • Maar de groote attractie van Zaterdagavond was toch de algemeene verlichting.
  • En die was in de buurten dan, waar zich ons straatleven concentreert, werkelijk algemeen.
  • Op Noord- en Rijswijk had men er zeer veel werk van gemaakt; ook de toegangen tot de gouvernements gebouwen waren goed verlicht, voor het departement van Justitie was zelfs in artistieke licht-krullen aan de feestvreugde uiting gegeven.

Tjilatjap

  • In een oogwenk was alles algemeen bekend, het werd levendig op de straten, bevolking en militairen alles dooreen, gingen in optocht al joelende en vreugdekreten uitende langs de verschillende wijken, terwijl intusschen van de woningen de driekleur werd uitgestoken en men aanstalten maakte lampions en vetpotjes voor de illuminatie in gereedheid te brengen.

Semarang

In den loop van den ochtend vond in den Stadstuin eene eigenaardige plechtigheid plaats. Gelijk wij reeds mededeelden heeft de patih van Semarang, Raden Merto Admodjo, een herinneringsboom in den tuin doen plaatsen, een jonge waringin.
Deze „Juliana-boom” nu, op den dag der geboorte van prinses Juliana geplant, werd hedenochtend door den regent van Semarang, R. M. A. Poerbo Adiningrat, opgedragen aan het bestuur van den Stadstuin en de ingezetenen van Semarang. Alle Inlandsche ambtenaren en beambten woonden de plechtigheid bij. De regent, den heer Priester toesprekende, zeide:
Mijnheer de voorzitter van den Semarangscben Stadstuin!

(tekst gaat natuurlijk verder onder de foto)
De hele foto. Wat een bijeenkomst. ‘Als vertegenwoordiger der Inlandsche maatschappij heb ik de eer bij gelegenheid van de heugelijke gebeurtenis der geboorte van Prinses Juliana, welke de Inlandsche ingezetenen op ’t zeerst heeft verblijd u, als voorzitter van den Semarangschen Stadstuin, dezen waringin aan te bieden als blijvend aandenken aan het feit dat het voortbestaan van het Oranje-huis is gewaarborgd.
De groote deelneming der Javanen zal u ervan hebben overtuigd dat de voorspoedige bevalling van H. M. onze geëerbiedigde Koningin ons allen met blijdschap heeft vervuld. Er is geen kampong waar geen vreugde heerscht. Overal zien we eerebogen opgericht, overal wappert de Hollandsche driekleur, overal zijn de huizen desavonds eenvoudig maar feestelijk geïllumineerd en op vele plaatsen weerklinken de tonen der gamelan.
Zooals u weet is ’t een oud gebruik bij de Inlanders om bij zeer belangrijke gebeurtenissen een waringin te planten. Ook bij deze gebeurtenis willen ze uitdrukking geven aan den wensch, dat het der koninklijke familie in alle opzichten naar wensch ga, dat vooral de pasgeborene prinses in voorspoed moge opgroeien.
Mijnheer de voorzitter, op verzoek van de bevolking draag ik u dezen jongen waringin op en spreek de hoop uit dat deze boom een voortdurend teeken blijve van onze gehechtheid aan het Huis van Oranje-Nassau.
“Leve de Koningin! Leve de Prins! Leve de Prinses!” Na deze opdracht sprak de hoofd-penghoeloe een gebed uit, waarop de heer Priester den boom met een enkel woord aanvaardde.
Na elk dezer toespraken klonk het Wilhelmus.

Wat een dag, wat een golven van vreugde- en zou die waringin er nog staan? Msschien is de gehechtheid verminderd na alles wat er in de oorlog is gebeurd.
Maar dat was erna.
Anno 1909 golfde de vreugde, iedereen kende de moeder Wilhelmina, de vader Hendrik, de grootmoeder Emma, een familie waar je bij wilde horen, en dat kon, gemakkelijk, een oranje strik, een parade, een boom in de stadstuin, allemaal tekenen van verbinding, van samen zijn, van misschien ook wel deel uitmaken van de grotere familie. Zoiets gaat vanzelf als je de namen en de verhalen kent.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

100 jaar geleden: medium mevrouw Akkeringa in Indië

Theosofische Loge te Bandoeng (KITLV 11853), circa 1920. In dit gebouw gaf mevrouw een lezing.

100 jaar geleden, in 1925, trok een siddering door Indië, want men wist, men hoorde, men las het in de kranten dat de bekende mevrouw E.A. Akkeringa-Kromme, psychometrisch medium, op tournee zou gaan. Zij wilde lezingen geven. Zij zou seances houden. Iedereen wilde erheen, natuurlijk, want haar naam was bekend van een eerdere tournee.
Al op 7 januari was bekend dat mevrouw Akkeringa in de Theosofische Loge te Bandoeng een lezing zou houden (toegankelijk voor leden en belangstellenden) en dat ze voornemens was Semarang en Deli te bezoeken.

De Locomotief dook er meteen in, wetend hiermee vele gretige lezers te trekken. In februari gaf mevrouw twee lezingen met seance. Aan degenen die het nog niet wisten, legde de krant uit wat dat nu was, een psychometrisch medium:

  • een helderziend medium, dat wanneer het in contact gebracht wordt met willekeurige voorwerpen, mededeelingen kan doen aangaande de menschen, die deze voorwerpen bezeten hebben.

Semarang

De krant bracht een bezoek aan mevrouw zelf, logerend in Hotel Tjandi. Daarvan kwam een reportage waarin zij – vermoedelijk op verzoek – niet rechtstreeks werd geciteerd. Bij alles wat ze deed en tot stand bracht, bleef mevrouw bescheiden op de achtergrond. Foto’s zijn dan ook niet of nauwelijks bekend. Dit vertelde de Locomotief na het gesprek:

  • Mevrouw Akkeringa wil ons geestelijke waarden brengen; zij wil zich vooral niet beschouwd zien als iemand die wonderen verrichten komt, doch zij wil de hoorders op de lezing, die zij zich voornam hier te geven, een blik geven in andere werelden dan die, waarin men allen leeft.
  • Wanneer zij met menschen in aanraking komt, geschiedt het bijna steeds dat zij naast dezen geesten waarneemt, geestverschijningen van afgestorvenen, zoo noemt zij ze. Deze geestverschijningen zijn het, waarop zij ons onder meer wil wijzen.
  • […] Deze geestverschijningen overigens zijn niet vaag en onbestemd, neen, zij merkt aan hen veel uiterljjke bizonderheden, die zij eveneens onder woorden brengt en de aanwezigen herkennen uit de beschrijving niet zelden gestorven verwanten.
  • In wezen beschouwt mevrouw Akkeringa haar mededeelingen aan de menschen van een religieuze strekking.
  • De seance, die zij aan een lezing verbindt, heeft slechts ten doel de hoorders te overtuigen van de waarheid harer woorden.

Algemeen handelsblad voor Nederlandsch-Indië, 2 februari 1925.

Verdere reclame was hierna uiteraard niet meer nodig. Iedereen had wel een voorwerp dat misschien iets kon onthullen, en menigeen verlangde naar contact met een dierbare, vragen te kunnen stellen wellicht, iets te horen hoe het nu was.
Loslaten is moeilijk.
Ik was zelf ook gegaan.

De seance

De Locomotief bleef mevrouw Akkeringa volgen. Daar hoorde ook een verslag van de avond bij. De krant had een reporter naar de avond gestuurd. Er was ‘buitengewoon groote belangstelling’ voor de lezing en de bijbehorende seance. Mevrouw nam in de zaal waar dat er ‘verschillende Intelligenties’ aanwezig waren, ‘de materialisaties van afgestorvenen’, legde de krant uit. Met als toelichting:

  • onder andere een oude dame, in het grijs gekleed die den indruk maakte alsof zij aan benauwdheden was heengegaan. Zij had een opgezet, eenigszlns bol gezicht, naar spreekster meedeelde, en duidelijk hoorde zij den naam Anna uitspreken. Den leeftijd kon zij bepalen op 62 of 63 jaar. Een dame in de zaal herkende in de beschrijving haar moeder.
  • Dan zag zij een jongen man, in militaire uniform, de pet stond wat scheef, hij maakte een onverschilligen indruk, het gezicht beschreef zij als langwerpig, het haar blond. Leeftijd 25 a 26 jaar. Zij hoorde den naam Wim zeggen. Een heer uit de aanwezigen stond op en zeide dat de beschrijving overeenkwam met een op dien leef tijd gestorven vriend van hem.
  • Nog beschreef mevrouw Akkeringa onder opgave van nauwkeurige gegevens vier andere intelligenties, die niet herkend werden.

De zaal moet ademloos geluisterd hebben. Zij zagen alleen elkaar, maar mevrouw daar, zij zag méér en wie? Dat moest je afwachten.
Was het dan toch zo, dat er een andere wereld was, dat iemand waar je van hield gewoon bij je kon blijven? Leverde mevrouw hier gewoon het bewijs?

Een hangertje aan een halsketting

De Locomotief, 5 februari 1925.

Toen kwamen de ‘psychometrische experimenten’. Mevrouw Akkeringa kreeg een voorwerp en vertelde wat in haar opwelde. De Locomotief: ‘Veel werd onmiddellijk door den bezitter als juist toegegeven, veel bleef onbekend.’ En soms, had de krant eraan toe kunnen voegen, was het ook onthullend en schokkend. Dat was zeker toen mevrouw een hangertje aan een halsketting in haar hand kreeg. De reporter van de Locomotief moet de vingers blauw hebben geschreven, gezien het uitgebreide en woordelijke verslag:

  • Die het draagt leeft nog?
  • Neen.
  • Maar dit moet door iemand gedragen zijn, die nog leeft. Hoeft uw vrouw het gedragen?
  • Ja.
  • Zij is ongeveer drie jaar dood.
  • Iets langer, merkt de bezitter op.
  • Goed, maar die het het laatst gedragen heeft leeft nog, dat weet ik heel zeker. Wie is er bij u in huis, die uw huishouden doet? Kan die het niet gedragen hebben?
  • (Dame naast bezitter knikt van ja).
  • Maar het moet ook nog door een derde gedragen zijn. Kent u een vrouw, ik zie haar, wier haar hoog is opgemaakt, zij heeft wat hoogroode wangen… Wie kan dat zijn?
  • Dat zou de pleegzuster kunnen zijn die mijn vrouw vepleegde, luidt het antwoord.
  • Uw vrouw had een buiklijden, is dat niet zoo?
  • Ja.
  • Zij heeft het lang voor u verborgen gehouden. Ik zie haar terwijl ge op kantoor waart moe en pijnlijk liggen en tegen dat ge terugkomt, opstaan en zich flink houden. Zij heeft een strenge opvoeding gehad niet in een gesticht, maar toch in een plaats, waar strenge orde heerschte. Daar leerde ze zich beheerschen tot zij niet meer kon en moest gaan liggen. Er kwam iemand bij u in huis, waarvan uw vrouw zeer geschrokken moet zijn. Ik zie zelfs afpersing, zij moet geld geven, doch geeft niet toe. Wie kan dat zijn?
  • (Dat weet ik niet)
  • Heeft de pleegzuster dit kettinkje aangehad? Is zij in uw huis geweest, nadat uw vrouw stierf?
  • Ja… wel eens.
  • Vraagt u maar na. Twee menschen moeten het gedragen. Ik zie meer, vertel dit hier liever niet. Komt u maar eens bij mij, als u meer weten wil…

Spiritistisch Onderzoek

Zo was mevrouw Akkeringa dus ook: wetend wanneer ze discreet moest zijn. Ze trad weliswaar in de openbaarheid, sprak over geesten, leek toegang te hebben tot een wereld die voor anderen onzichtbaar was en toch: ze liet zich niet op haar gave voorstaan. Ze trad niet in discussie met de onvermijdelijke vragenstellers of dit wel waar kon zijn. Ze bood haar kennis en inzichten aan, ter lering, aan het publiek en aan organisaties zoals de Bataviasche Spiritistische Vereeniging.
In juli van datzelfde 1925 was ze als erelid aanwezig op de vergadering van de Nederlandsch-Indische Vereeniging tot Voortzetting van het Spiritistisch Onderzoek, die toen zestig leden ontving. Een vereniging met ambitie, als zustervereniging verbonden met Harmonia (Den Haag) waar mevrouw Akkeringa lid van was.

Harmonia bestaat overigens nog steeds, gevestigd in Den Haag. Ze houden bijeenkomsten en seances. 
Misschien ga ik er een keer heen. Als ik durf.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Het schandaal van ‘Totok en Indo’ (1915)

Het ijdschrift Eigen Haard publiceerde deze foto met het merkwaardige bijschrift: “Van links naar rechts: Herman Indo (N.N.) en Cornelis Indo (Kloppers)”.

Het toneelstuk Totok en Indo, een Indische idylle begon zo goed. Een beroemde regisseur (Eduard Verkade), een ster in een van de hoofdrollen (Annie van Ees) en dan nog eens in mei 1915 de première in den Haag, waar het Indische leefde. Het Bataviaasch nieuwsblad schreef over een ‘stampvolle zaal’, bloemen, en hoe het publiek riep om de auteur, Jan Fabricius, die op het toneel verscheen en zich ook al liet huldigen.

Die avond begon het schandaal nog net niet.

Kampong

Wel begon er iets te broeden dankzij de Sumatra-post, als altijd messcherp. In de rubriek Haagsche Brieven ging alles over de hekel: de schrijver, zijn toneelstuk en ook het Haagse publiek:

  • Oud en jong Indië is er de kampong voor uitgeloopen.
  • Gepensionneerde generaals hebben hun knevel den martialen streek gegeven, oud-residenten hebben afspraakjes gemaakt op de club, B. B.- en andere Oost-Indische-ambtenaren-met verlof zijn er als de kippen bij geweest, en al de Toeties en Nons en Francines hebben ’t aan ma gevraagd of ze mochten.
  • Zoo leuk, ja?

Indo

Het toneelstuk was licht en komisch bedoeld, zijnde ‘een koloniaal stuk-met-een-strekking’, gesitueerd op een koffie-onderneming te Java. Liefde, onderlinge haat en nijd, carrières, op zich een interessante mix. Waar het pleizier van de een en de pijn van de ander in zat, dat was in te tekening van Herman, de Indo uit de titel. De Sumatra-post:

  • We krijgen proeven van klassieken lndo-Nederlandschen briefstijl, bloemrijke verhalen van branden en jachten met al de potsierlijke wendingen, komische klanknabootsingen, hevige geste, levendige mimiek.
  • En die is vaak onweerstaanbaar grappig…
  • En toch zou het niet sympathiek zijn, een kriebelig gevoel van onvoldaanheid en… (ik weet er geen ander woord voor) kwajongens-achtigheid bij ons achterlaten, wanneer we niet anders hadden gekregen dan dit.
  • ’t Is zoo goedkoop, niet waar, te lachen om wie buiten eigen schuld zich lachwekkend gedraagt.

In dat woord ‘lachwekkende’ zat een staartje koloniaal venijn. Hoezo was het grappig, als iemand de Nederlandse taal niet volmaakt beheerste?
Dat Jan Fabricius dezelfde Herman tekende als artistiek begaafd, deed daar eigenlijk niets aan af, vanwege zijn woordkeus: ‘Een warm oostersch gemoed zingt zich uit en ontroert ons. Dit zijn de liederen, bedwelmend als de geur van de bloeiende koffie en verlangend als vogelgeroep in het oerbosch… ‘
De krant meldde ook dat er plannen waren het stuk in Indië op te voeren, als het gezien de ontwikkeling van de oorlog – het was wel 1915 – mogelijk was.

Rancune

Nieuwe editie Sumatra post, nieuwe inzichten. Op 3 juni schrijft de krant dat het toneelstuk bij de Indische gemeenschap in Nederland ‘groote ontstemming’ heeft gewekt. Er zijn dan al wat stukken in de pers verschenen die zich verzetten tegen een toneelpersonage als de Indo Herman.
Men voelt zich gekwetst.
Gegriefd.
Het is eenzijdig, overdrijving, generalisering, ‘een klap is het aangezicht van de talrijke Indo’s, die in ontwikkeling niet onderdoen voor vele Hollanders, al is hun gelaatskleur donker en al behoudt hun uitspraak van het Hollandsch vaak—lang niet altijd—nog het vreemde accent.’
En zoiets versterkte ‘de toch al aanwezige rancune tegen den Totok.’
En wat de Indo in Indië betrof, citeerde de Sumatra post, Mr. C. Th. van Deventer uit de belangrijke Haagse krant Het Vaderland:

  • Er is op Java geen gouvernements- of particulier kantoor, geen onderneming en geen fabriek zonder Indo’s onder het personeel en ik durf zeggen, dat de overgroote meerderheid hunner aan de hun gestelde eischen voldoet, ja, dat er haast geen kantoor in Indië te vinden is, of het telt onder zijn personeel een of meer Indo’s, die voor den goeden gang van zaken onmisbaar zijn.
  • Dat zij niet allen onberispelijk Nederlandsch spreken moge waar zijn, maar er staat tegenover dat zij in het spreken van inlandsche talen de totoks verre de baas zijn.

Soerabaja

Het toneelstuk was in boekvorm te koop. Bataviaasch nieuwsblad, juni 1915

Iedereen vond er wat van en zoals dat gaat met een schandaal, wilde iedereen er meer van weten. De zalen zaten vol bij elke opvoering. Mevrouw Van der Steen rook geld en ze kocht de rechten aan, om het in Soerabaja op te laten voeren. Wel onder een nieuwe titel:  Een planters-idylle. Zinloos, iedereen wist de eigenlijke titel.
En, zo schreef de Sumatra post, ‘ Vele kwetsende passages waren geschrapt’.
Maar ook hier zat de zaal vol. Ook vanwege de sensatie natuurlijk, de acteur die Herman speelde had dreigbrieven ontvangen. Er was ook sprake geweest van demonstraties. Acteurs hadden na afloop politie-begeleiding nodig; er dreigden opstootjes.
Misschien lag het extra gevoelig dat hier wel Indische acteurs de Indo-personages speelden. In Nederland was dat, getuige het donker geschminkte gezocht op de foto hierboven, voor Herman een Hollander geweest, en daarbij nog eentje die anoniem wilde blijven. N.N. wie was dat?

Kassa

Een succes-auteur als Jan Fabricius was weinig ontvankelijk voor dit soort maatschappelijke commotie. Het jaar erna publiceerde hij het toneelstuk Dolle Hans, met in de hoofdrol een driftige (‘dol’) Indische militair. Zijn kassa moest rinkelen, evenals die van schouwburgen en ook dit toneelstuk bracht weer het een en ander teweeg.

Emancipatie

Maar het was wel gebleken dat Indië zich niet alles meer liet zeggen. Want dat toneelstuk moest aangepast worden, om erger schandaal te voorkomen. En toch deed het pijn. Of juist. Een teken aan de wand.
De Indo-emancipatie was aan het toenemen, ook al liet de oprichting het grote Indo-Europese Verbond (IEV) nog vier jaar op zich wachten. Het gevoel was er al wel: wij hoeven ons niet meer alles te laten zeggen.
En zo was het ook.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Workshop damesromans: liefde en wraak

Waren vrouwen werkelijk altijd het slachtoffer in het oude Indië als het aankwam op liefde en huwelijk? Dat staat te bezien. Uit Indische damesromans valt veel te leren over wat vrouwen er zelf van vonden.

Met oud bedoel ik: van voor de Eerste Wereldoorlog. En na de opening van het Suezkanaal – dan gaan veel Hollandse vrouwen naar de Oost, met in hun koffers over-fatsoenlijke normen en waarden en over het algemeen met weinig idee van wat ze te wachten staat.

Vrouw-zijn

Een vrouw trouwt met de handschoen en vertrekt.
Ze gaat als gouvernante.
Of ze is vrouw-van, moet zijn waar haar heer-gemaal is (o, de huwelijkswetten van weleer) en begrijpt in de regel veel meer van de zogeheten ‘Indische toestanden’ dan meneer thuis zich kon voorstellen. Zij zag, begreep en wist. Omdat hij dacht, daar is mijn vrouw te fatsoenlijk voor, en omdat zij dacht het is toch een man.
En dan begrijp je als vrouw-zijnde het een en ander van wat een njai is, waarom zij tot vergiftigen kan komen (en waarmee), en ook voel je dieper wat het voor een jongen kan betekenen als zijn vader, een indrukwekkend militair, hem niet erkent als zijn zoon.
Allemaal pijnlijke toestanden.
Heerlijk om over te lezen.
Zo informatief ook.
Daardoor kan ik inmiddels veel leed aanrichten met bamboevezeltjes, gesteld dat ik een man elke avond moest voorzien van eten.
Just sayin’.

Ladylike

Ik ben al jaren en jaren in de ban van deze romans. Voor mij zijn ze een spiegel van huwelijk en liefde, wat nooit hetzelfde is. En ik ontdekte daarin hoe vrouwen weliswaar door de wet een minder soort persoon zijn, maar ze altijd sluipweggetjes weten te vinden om hun eigen wens en wil te laten gelden.
Hoe dan.
Staat in die romans.

Ze hebben hun naam niet mee: damesromans heten saai te zijn, niet echt mee te tellen, melodramatisch en ongeloofwaardig te zijn.
Mwah.
Ligt eraan hoe je leest. Waar je aandacht naar uitgaat. Wat je weet van de auteur, de historische context.
Europese vrouwen werden destijds zelden veroordeeld voor moord. Wel werden er opvallend veel vrouwen krankzinnig verklaard. Ik zeg: 1+1=2. Want destijds was het niet ladylike om met stemverheffing te spreken, laat staan te schreeuwen, laat staan om de echtgenoot naar de hemel te helpen.
Want wat moest een familie als er een vrouw was overgegaan tot… doodslag, moord wellicht?
Opties:

  • naar de familie in Nederland sturen
  • naar een sanatorium sturen: liever gek dan crimineel
  • bij lieve mensen laten ‘verplegen’, nou dan weten we het wel

Hopelijk denkt u nu: daar zou ik wel meer van willen weten. En dat kan. Want aanstaande woensdag, dus 18 december 2024, geef ik ’s middags in het Haagse Klokhuis een workshopmiddag. Eerst geef ik een inleiding op de damesromans met inspirerende ik bedoel boeiende case story’s over liefde en wraak en vergiftigen. Ik lees ook enkele fragmenten voor uit die romans.

We volgen een Indische lijn. De situatie is dan als volgt: een Europese man heeft een njai. (en zij heeft hem) Er komt een kind. En aan de horizon dreigt een Europese echtgenote te arriveren. Wat nu, wat zijn de gevoelens en de overwegingen? We duiken in de emoties van weleer.

Dus het gaat over:

  •  voorkinderen, wel of niet erkennen, hoe is dat
  •  de Europese vrouw en de njai
  • vergiftigen ja of nee en hoe dan (met voorbeelden)

Na de inleiding pauze.
En dan komt het deel van dieper begrijpen want ik ga u leren een mini-verhaal te schrijven in de stijl van de damesromans. Gaat stap voor stap, we doen het samen, en het is leuk en leerzaam ook nog eens.
Bent u een hele middag onder de pannen. Het is nog gratis ook.
Voor de duidelijkheid, dit is niet online. We zitten straks in een soortement huiskamer, ook goed voor de sfeer, er zijn schemerlampjes. Puntje is wel dat het snel vol zit en het is al aanstaande woensdag. Er zijn maximaal 12 stoelen en ik wil ook zitten.

Extra fijn:  u kunt gewoon komen. Geen huiswerk, geen voorbereiding, u hoeft geen voorkennis te hebben, het gaat gemakkelijk en vanzelf die middag.

Voor wie is het?

  • voor iedereen met belangstelling voor oude Indische romans, voor de letteren van toen
  • u heeft een voormoeder in de generaties
  • eigenlijk weet u weinig van de oude damesronans, behalve dat er grote kans is dat ze in uw familie toen heel vroeger werden gelezen
  • u heeft zin in een gezellige middag die ergens over gaat
  • of.. u heeft altijd al belangstelling gehad voor liefde en lust en alles wat erbij komt kijken

Een gezellige en informatie middag

De workshop is verplaatst naar februari 2025, wilt u een vrijblijvend berichtje?

Voor de pauze: inleiding op deze damesromans. Na de pauze help ik u stap voor stap een mini-liefdesverhaal te schrijven, over liefde, lust en… wraak.  Allemaal verzonnen, en u neemt iets leuks en moois mee naar huis.

Hou me (vrijblijvend) op de hoogte

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Heeft u nog vragen of opmerkingen?

toegang: Gratis
Aanvang: 1400 uur, tot circa 1630 uur
Locatie Het Klokhuis is gevestigd op de Celebesstraat 4, 2585 TJ in Den Haag
Attentie: er is beperkt plaats, vol = vol.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Ga naar de bovenkant