Artikelen

Getrouwd met de handschoen en dan…

met de handschoenGetrouwd met de handschoen, dat wil zeggen: getrouwd per volmacht. De ene partij zat in Nederland (meestal de vrouw), de andere partij (de man) in Indië. Zij trouwen en nadat ‘het handschoentje’ de lange bootreis heeft gemaakt, zien zij elkaar.
Of: zien ze elkaar weer.
Romantisch.

Handschoen

Maar niet altijd. De schrijfster Jeanne Reyneke van Stuwe (1874-1951) schreef een verhaal over de situatie van het handschoentje dat een ander licht wierp op het weerzien. In 1915 verscheen het verhaal ‘Met den handschoen’ in de gelijknamige bundel.
Zo begint het:

  • Zij zaten in de achtergalerij aan het ontbijt: Gina, haar man en haar zuster Betty. Frits praatte vroolijk, en plaagde Betty, maar Gina zag heel goed, hoe nerveus Betty was, en hoeveel inspanning het haar kostte, om Frits met een enkel woord of een flauw glimlachje te toonen dat zij hem had verstaan.
  • Zij gaf Frits soms een waarschuwend oogwenkje, maar Frits deed opzettelijk, alsof hij het niet bemerkte, en schertste door. Wat drommel! die aanstellerij, die affectatie, om je eigen man niet dadelijk te willen zien, en eerst je intrek bij je schoonbroer en zuster te nemen. Belachelijk! die heele comedie… om een boot vroeger te gaan, dan Hans haar verwachtte; alleen maar, zooals zij voorgaf, om eerst wat te ‘wennen’ aan het vreemde land, de taal, de gewoonten, de menschen… O, een paar dagen maar! had zij geroepen, alsof zij smeekte om uitstel van executie, méér is niet noodig… maar o, zoo onbekend met alles aan te komen bij Hans, voor alles vreemd te staan… voor Hans kan dat immers ook niet prettig zijn, me zoo verbijsterd te zien…
  • Onzin! onzin! hij, Frits, vond het gruwelijke nonsens, en hij geloofde van al haar praatjes dan ook maar juist, wat zij niet zei, namelijk dat zij bang was voor Hans, omdat zij niet genoeg van hem hield.

De posities zijn duidelijk.
Betty is het handschoentje. Ze is pas in Indië aangekomen. Ze wil haar officiele echtgenoot nog niet zien, al is zoiets ‘uitstel van executie’, schrijft Jeanne van Reyneke Stuwe.
Voor ons een uitdrukking om gemakkelijk overheen te lezen.
Toen een uitdrukking om het als vrouw koud van te krijgen.
Eens te meer omdat in het verhaal Frits al duidelijk maakt waar het hem ‘als man’ om gaat: ontstuimig naar de echtgenoot smachten zodat er het jaar erna een kind is.
Maar Betty wil dat niet.
Evenwel: ze zal wel moeten. Dat wisten anno 1915 de lezeressen, en de lezers ook.

Romancière

Jeanne Reyneke van Stuwe heette “een der meest begaafde en veelzijdigste romancières van ons land” te zijn. In haar glorietijd was ze geliefd en enorm populair, alsook productief. Uit haar handen kwamen series romans waarvoor ze goed onderzoek deed.
Ze werd geboren in Solo, als het middelste kind. Haar vader H.W.C. van Stuwe diende als luitenant-kolonel bij het KNIL, en genoot in die hoedanigheid een zekere bekendheid. Ook stond hij bekend als ‘suikerlord’, dankzij het kapitaal dat hij had verworven met suikercultures te Semarang. Kort nadat Jeanne geboren was, verhuisde het gezin naar Nederland. In Maerssen, waar men in het imponerende huis ‘Ter Meer’ woonde, daarna in een riante woning te Breda. Het luxebestaan duurde kort. Door de suikercrisis verloor papa Van Stuwe zijn geld. Niet lang daarna overleed hij, het gezin aanzienlijk verarmd achterlatend. Zij verhuisden naar Den Haag.
Hier trouwde Jeanne in 1900 met de vermaarde dichter Willem Kloos.
In haar werk bleef Indië terugkeren. Nog altijd is het totale aantal titels van boekbesprekingen in de Nieuwe Gids, schetsen, verhalen, feuilletons (ook in Indische kranten), toneelstukken en
romans niet geteld. Tegenwoordig is er nauwelijks nog aandacht voor haar oeuvre. Maar wie het leest, ontdekt opmerkelijke zaken.
Ik lees en herlees haar werk. En ik verzamel het, inmiddels heb ik grote dozen vol. Heerlijk.

Sexualiteit

In het verhaal over het handschoentje Betty bespreekt Jeanne van Reyneke Stuwe het verschil in sexualiteit bij de man en de vrouw, zoals zij het ziet. Kort door de bocht: de man wil, en vindt dat de vrouw moet willen. De vrouw wil eerst een emotionele connectie voelen.
Daarom wilde Betty een paar dagen bij haar zusje logeren. Om te wennen:

  • door de lange afwezigheid waren zij elkander ontwend, en zij zou zoo gaarne weer geheel eigen met hem zijn geweest, vóór hij haar tot zich nam als zijn vrouw…
  • Zij was veel liever in Indië getrouwd, maar haar vader weigerde haar anders dan gehuwd naar Indië te laten gaan, ook Hans verlangde het, en zij begreep het zelve óók wel, dat haar ‘mevrouw-zijn’ haar zou beschermen tegen allerlei ongewenschte kennismakingen.

Ook dat nog. Moet je trouwen zodat je aan boord niet lastig gevallen wordt, met alle mogelijke gevolgen van dien.
In Indië is alles vreemd voor Betty maar dat is het punt niet:

  • En zij wist ook wel, dat dit alles haar weldra niet meer vreemd zou zijn, dat zij er spoedig mee vertrouwd raken zou, als maar niet… als maar niet dat andere, ergere er bij kwam: de vrouw te moeten zijn van een man, wiens innerlijk en uiterlijk wezen haar door de lange scheiding oneigen geworden was…
  • Was het onnatuurlijk, ongevoelig, dat zij zoo dacht?

En dan komt het. Haar wettelijke echtgenoot is er ook. Hans.

  • …hij trad snel op haar toe… zij hoorde het, hoe hij licht hijgde, toen hij haar heftig in zijn armen trok…
  • Zij lag aan zijn borst, waarin het stormachtig klopte en bonsde, hij sloot haar vaster, vaster in zijn omarming, en zijn lippen zochten haar mond…
  • Zij sloot de oogen, en liet zich in zijn liefkoozing gaan… zij kon niet anders, zij had een gevoel, of alles om haar heen verwischte, verstilde… of zij flauw vallen zou…

Betty hoort nog wel ‘zijn hartstochtelijke stem’ die over verlangen spreekt. Het is overduidelijk wat hij wil en zij niet wil.

Huwelijkswet

Als deze verhalenbundel verschijnt, zijn de huwelijkswetten zo opgesteld dat de man rechten heeft en de vrouw plichten. Er bestaat niet zoiets als verkrachting in het huwelijk. Artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht luidde:

  • Hij die door geweld of bedreiging met geweld een vrouw dwingt met hem buiten echt vleselijke gemeenschap te hebben, wordt als schuldig aan verkrachting gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Daar staat het: ‘buiten echt’. Buiten het huwelijk dus. En binnen het huwelijk? Dan mag je als man geweld gebruiken of daarmee dreigen, dat is niet strafbaar, dat mag de man gewoon.

Dat dus. Daarom heeft dit quasi-onschuldige verhaal in 1915 zo’n andere betekenis dan voor ons. De romans van Jeanne heten nogal eens  ‘damesromans’. Dat klink denigrerend.  Juist uit deze romans krijgen we inside information uit de wereld van vrouwen, waarmee u en ik kunnen weten hoe het ook kon zijn om met de handschoen te trouwen. Wat als je daar bent en de echtgenoot staat je fysiek tegen?
Die man kon nemen wat hij wil, vroeger of later.

Zo eindigt het verhaal:

  • – Als je wil, dat ik je zal gelooven, zei hij, en vatte haar bij de polsen in herleefde hoop, dan… dan ga je met me mee vanavond… en je zegt me, dat je graag en gewillig wilt gaan.
  • Zij deinsde terug voor het wilde vuur in zijn blik. En zij behoefde niet meer met woorden te weigeren, haar houding zei hem genoeg…
  • – Blijf dan, zei hij ruw, wanhopig teleurgesteld haar van zich afstootende, blijf dan hier… blijf dan, zoolang als je wilt…

Nu weten we wat Betty’s vooruitzichten zijn:

1 Wegblijven, wat op een scheiding zal uitdraaien, en wat dan?
2 Hem in alles toegeven, wat ze niet wil.
3 O nee, meer opties heeft ze niet.

Wist u dat dit de werkelijkheid kon zijn achter het romantische verhaal van een ‘handschoentje’?

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Hoe kon een Indische jongen zo ver komen?

Hoe kon een Indische jongen zo ver komen? Dat was de vraag die in de lezing centraal stond. Ik sprak over het leven van de Atjeh-generaal Frits van Daalen. De mens, de militair en de tijd waarin hij leefde.

Gisteren in Museum Sophiahof vertelde ik welke antwoorden ik vond. Het zijn drie deelantwoorden. Op de video (staat onderaan) leg ik het uit met beelden. Voor wie liever leest, hier enkele fragmenten.

Begin

Voor mij is de koloniale geschiedenis een fascinerend en complex geheel, meer dan alleen een verhaal over daders en slachtoffers. Dat blijkt uit de levensgeschiedenis van luitenant generaal Frits van Daalen, van wie ik deze biografie schreef.
Het boek biedt een venster op zijn tijd en ook raadsels.
U ziet het: Van Daalen heeft een Indische achtergrond. En toch wist hij in de roomblanke toplaag van het koloniaal bestuur hoge posities te bekleden hij ws gouveneur van Atjeh en commandant van het Oost-Indische leger, van het KNIL.
Zoals een oude tante uit Indië van mij dan zou zeggen: en dat voor een Indische jongen.
Inderdaad. Het was ongewoon. Uitzonderlijk. Het is deel van mijn fascinatie voor deze man, en bij het onderzoek voor het boek was het een van de vragen: hoe kan het, dat Van Daalen zulke hoge en belangrijke posten bekleedde en dat in die koloniale tijd vol discrominatie en racisme.
Hoe kan dat?

Hoe kon het?

1 De offensieve tijdgeest
Hierin paste zijn familie, vooral zijn vader, de indertijd bekende kapitein Van Daalen en zijn oom, de kolonel Van Daalen en dan was er die andere oom nog, hoofdredacteur van de Java-Bode H.B. van Daalen. Zij leefden de jonge Frits voor wat het betekende man te zijn: eergevoel, loyaliteit, en zwijgen als je je niet hoeft te verdedigen. In de lezing ga ik wat dieper in op wat er gebeurde met zijn vader en de twee ooms.

2 De machtige vriend
Dat was Van Heutsz. De twee mannen hadden een klik, in het persoonlijke en in het militaire. Beiden waren offensief ingesteld. Ze vulden elkaar aan, wat vooral bleek nadat Van Heutsz benoemd was tot gouverneur van Atjeh. Hij gaf Van Daalen veel kansen om zich te bewijzen, en Van Daalen, vervuld van ambitie, bewees zich keer op keer. In de lezing geef ik daarvan drie voorbeelden. Er kwam kritiek op zijn harde methodes, wat Van Heutsz had voorzien.
Om deze tijd te begrijpen, moeten we ons eigen morele oordeel opschorten. Begrijpen gaat alleen door het morele kader van die tijd te kennen. Het betekent dat het nu zo vaak gebruikte frame van dader-slachtoffer te smal is, dan zien we te weinig van het verleden. Hoe was het toen, waarom was het toen zo?

3 Zijn karakter: standvastigheid
Na het grote conflict met Van Heutsz bood Van Daalen zijn ontslag aan als gouverneur van Atjeh. Hij bleef evenwel militair, ook nadat hij gepasseerd was voor de benoeming tot legercommandant. Hij houdt stand, blijft zijn taken vervullen en dan… wordt hij toch commandant in 1910.

Indo of Indisch

Dat Van Daalen Indisch was, leek er niet toe te doen, zolang hij goed presteerde en niet helemaal de top had bereikt. Een dergelijke afkomst was wel degelijk een factor in militaire ogen, zoals in 1901 bleek. In mei van dat jaar ontving ene sergeant Beer een Militaire Willemsorde. Die was verdiend met een ‘heldendaad’, schreef de Locomotief: en de sergenant Beer was door verschillende officieren vootgedragen want, zo schreef de krant, Beer was ‘een zeer bescheiden Indo’.
Ik vond dat een interesssante kwalificatie, juist in combinatie met de lagere rang. Majoor Van Daalen heette nergens een ‘zeer dappere Indo’ te zijn; daarvoor was hij te hoog gestegen in rang, te goed oplgeleid en te vanzelfsprekend aanwezig in Europese kringen. In de video leg ik iets uit over het Indo-proletariaat.

Tekst gaat verder onder de video

Ook in de video:

  •  de benoeming van Van Daalen tot gouverneur van Atjeh
  •  de invloed van het vorstenhuis
  •  hoe Van Daalen in 1927 werd gecanceld

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Uitnodiging: Klub Buku: lezing – interview – vragen

Klub Buku komt eraan en ik zit er helemaal in. Met genoegen, en ook met een beetje spanning. Want het is een vol middagprogramma volgende week vrijdag in de Sophiahof te Den Haag:

  • eerst geef ik een lezing met mooie historische beelden
  • dan komt er een interview
  • daarna er is veel ruimte voor vraag en antwoord met het publiek, dat bent u hopelijk
  • en als de doos op tijd arriveert, kunt u een boek kopen, als u wilt gesigneerd

Het is: vrijdag 21 juni 2024 , 14:30-17:00
Museum Sophiahof
Den Haag
Komt u ook?
Voor informatie: klik hier (of kopie en plak de link https://www.museumsophiahof.nl/agenda/klub-buku-de-atjeh-generaal )

En dit alles heeft te maken met mijn nieuwe boek: De Atjeh-generaal. Het militaire leven van Frits van Daalen, 1863-1930. Ik heb er eerder wat over gemeld.
Van Daalen, met zijn Indische achtergrond, bekleedde topfuncties in de koloniale samenleving. Hij was onder meer gouverneur van Atjeh en commandant van het KNIL. Hij beleefde een dramatisch conflict met Van Heutsz dat zowat uitliep op een nationale crisis, ik heb ongelofelijke stukken gelezen. Politiek. In mijn boek zit ook de macht van het noodlot, het gaat ook over het koningshuis en over Indisch zijn.

Beroemdste Indo

Eigenlijk is het leven van Van Daalen een venster op zijn tijd.
Toen ik aan het onderzoek begon, dacht ik steeds: wie is hij toch, wie is deze even onbuigzame als gevoelige man?
Die sympathie van Wilhelmina en Emma, hoe zat dat?
En hoe was dat toch, om tegen wil en dank de beroemdste Indo van zijn generatie te zijn?

En nu komt het.

KNIL-voorvader

Want de afgelopen jaren heb ik in de wandelgangen heel wat nazaten ontmoet van een KNIL-voorvader. Soms ver terug, dan wist iemand vaag: “Hij is nog op Atjeh geweest”, zonder veel verder te weten. Als ik een jaartal hoor, kan ik wel globaal iets zeggen of het toen een offensieve tijd was of wat minder. Vaker weet een nazaat: daar en daar, er zijn enkele namen.
Met een naam kan ik wat onderzoek doen. Er is een stamboek, dat geeft informatie. Ik help graag.

Er zijn ook nazaten die trots zijn op hun militaire voorvader. Omdat ze vinden: onze voorvader woonde en leefde in Indië, dat was inderdaad de koloniale tijd, maar daarom was onze voorvader nog geen slechte koloniale man. En juist die nazaten, daar zijn er best veel van, is mijn indruk.
Ik wil u graag ontmoeten, want we delen een belangstelling.

Ik hoop dat u vrijdag naar de Sophiahof komt, helemaal als er een KNIL-man in uw familie zit, maakt niet uit in welke generatie. Het gaat voornamelijk over de oude tijd, Van Daalen nam afscheid als commandant in 1914, maar het is vermoed ik informatief. Ik vertel over het contrast tussen de militaire realiteit in Indië en wat ‘Den Haag’ daarvan vond, met enkele verhalen die u zullen verrassen. Dat deden ze mij ook.

Mijn vraag is ook: als u komt, als nazaat zijnde, neemt u dan iets mee van de voorvader? Een foto. Een brief. Een document. Of alleen zijn naam, en de jaartallen van tijd van leven. Dan kijk ik extra naar u uit.

Voor de duidelijkheid: iedereen is welkom in  Klub Buku. Als u nieuwsgierig bent, zin heeft in verhalen over Indië, meer wilt horen over deze generaal: kom vooral.
Nog een keer de link voor informatie: klik hier en kijk (of kopie en plak https://www.museumsophiahof.nl/agenda/klub-buku-de-atjeh-generaal )

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Dit zijn belangrijke boeken over het oude Indië

boekenBoeken over het oude Indië hebben we meer dan ooit nodig. Juist nu. We leven in een overvloed van websites en meningen, en wat is waar, wat is een feit en wat een interpretatie?

Neem de tijd

Wie nadenkt en schrijft over de oude tijd, dus tot de Tweede Wereldoorlog, heeft boeken nodig. Van papier. Om in te bladeren, heen en weer en even snel terug. Om te zien: dit zijn de bronnen waar de auteur uit geput heeft. En dan kunnen u en ik ook uit die bronnen putten of we denken: misschien zijn er andere bronnen die beter zijn.
Bladeren. Denken. Uit het raam kijken.
Vinger tussen de bladzijden en even herkauwen: wat staat hier nu eigenlijk echt.
Denken. Voor sommigen: notitie met potlood maken in het boek. Ik doe dat, en dan zet ik die onderaan de pagina, dit in verband met het bladeren van ‘waar stond het ook alweer’.
Allemaal kleine en grotere vreugdes die je niet hebt met een e-book.
Daar kun je ook niet aan ruiken, trouwens.

Juist over het oude Indië is lezen en nadenken belangrijk. Het is zo’n ongelofelijk ingewikkelde tijd. In alles. Wie over de familie schrijft, of over iemand in de familie, heeft dan ook nooit genoeg aan anderhalve website en een trommel familieverhalen.
Juist door de wisselwerking met de geschiedenis komen de familieverhalen meer tot leven. Studeren op het verleden is hormat.

Er zijn honderden boeken over specifieke onderwerpen. Er zijn ook boeken die een goede basis vormen voor verder onderzoek. Als ik weer eens de vraag krijg naar wat ik aanraad, geef ik titels uit onderstaand lijstje. Hier staan ze.

De titels

1 Grote overzichten bomvol kennis

  • Ulbe Bosma: De Oude Indische Wereld, 1500-1920 (2004)
  • Hans Meijer: In Indië geworteld. De twintigste eeuw (2004)
  • Wim Willems: De uittocht uit Indië 1945 1995 (2004)

Daar heeft u het: drie dikke pillen die eeuwen omvatten. Allemaal geschiedenis van, uit en over Indië. Ze zijn helaas alleen nog tweedehands te koop en als u ze vindt: meteen kopen. Een wereld aan kennis en inzichten wacht op u.
En eh… per hoofdstuk lezen of af en toe wat bladeren en stukjes lezen, dat kan natuurlijk ook.

boeken

De oude boekhandel Kolff, Batavia.

2 Fotoboeken
Alles van Rob Nieuwenhuys, vooral de oude edities. Daarin staat de Indische kruidengeneeskundige mevrouw J. Kloppenburg-Versteegh nog, in de nieuwe uitgaven niet meer. De titels:

  • Tempo Doeloe, fotografische documenten uit het oude Indië, 1870-1914 (1961) (onder het pseudoniem E. Breton de Nijs) (1961)
  • Baren en oudgasten, fotografische documenten uit het oude Indië, 1870-1920 (1981)
  • Met vreemde ogen (1988)

Hier is langdurig kijken naar een foto het beste. Niet even snel-snel. Staren en voelen: wat zie ik, wat ervaar ik. Aan uzelf opsommen wat opvalt. Hoe langer u kijkt, des te meer ziet u.
Ook: de fotoboeken van Hein Buitenweg. Zijn sfeer is van weemoed doortrokken, en ook van het rustige besef dat alles voorbij gaat, ook de Indische tijd. Nieuwenhuys is minder aanwezig. Ze vullen elkaar aan. Buitenweg heeft wat meer oog voor de inheemse samenleving, is mijn indruk.

2 Literatuur van toen
Het beste beginpunt is: Oost-Indische spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden (1972) van Rob Nieuwenhuys. Het boek staat online, klik hier voor de download  (of kopie en plak de link https://www.dbnl.org/tekst/nieu018oost02_01/ )
Het beste want: een enorme verzameling titels en auteurs, dus een goed vertrekpunt voor verder lezen. In oude romans kunt u de tijdgeest van weleer meer of minder terugvinden. Maar altijd zelf blijven nadenken: lees ook recensies in Delpher.nl en besef dat veel auteurs broodschrijvers waren, dus vooral boeken schreven die moesten verkopen.
Tip: zoek altijd naar romans die haaks staan op uw mening. Dat dwingt tot nadenken. Denkt u dat elke njai een uitgebuite en weerloze vrouw was? Lees dan het werk van Lin Scholte over het leven van haar moeder als njai, sterk en zelfbewust. en denk verder.
Nog een tip: probeer een stapje verder terug in de tijd te gaan. Vindt u de romans van Madelon Székely-Lulofs zo geweldig en ‘echt’? Lees dan uit en over het Rhemrev-rapport. Weet u niet wat u moet lezen, mail en vraag advies. Mensen helpen graag. Ik ook.

3 KNIL
Alles van C.A. Heshusius, vooral Soldaten van de Kompenie KNIL 1830-1950. Een fotodocumentaire over het dagelijks leven van het Koloniale Leger in Nederlands-Indië. (1986) En Het KNIL van TempoDoeloe (1988) . Heel informatief, ook al zijn de details duidelijk voor gevorderden en zou je wensen dat die foto’s nog eens in een groot fotoboek werden uitgegeven.
Beleefd aanbevelend het boek dat ondergetekende puliceerde: Een eervol bestaan. De geschiedenis van het KNIL, 1814-1950. (2022) Helemaal uitverkocht dus alleen tweedehands. Een collage van brieven, artikelen, rapporten, verhalen uit en over het KNIL zelf, met foto’s.

Zoeken en vinden:

Boekwinkeltjes.nl
Omero.nl
Bol.com
Antiqbook.nl
dnbl.nl
Depher.nl

Het is een begin, wat ik hier aanreik. En het komt met een waarschuwing: wie begint met lezen, wil na het ene boek weer een ander. Zo ben ik ook.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.
https://calendly.com/vilan/overleg


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Leve de Soerabaische voetbalvereeniging T.H.O.R.

THOR in 1920, namen ontbreken helaas. Misschien was dit een atletiektak.

Leve de Soerabaische voetbalvereeniging T.H.O.R., dat schreef het Weekblad voor Indië in april 1916 nog net niet. Maar de vreugde over de groei en bloei van de club was voelbaar in het vleiende artikel dat een zekere A.v.L. schreef. Het Weekblad werd in Soerabaja uitgegeven. Vandaar het enthousiasme, vermoedelijk.

In het artikel las ik namen die anno 1916 bekend waren. Toelichting ontbrak. Want dit schrijft het Weekblad:

  • De geschiedenis van vele dingen in deze koloniën begint aan de bittere tafel en menige voetbalvereeniging dankt haar ontstaan aan een dergelijk onderonsje. Zelfs wanneer de paït in overvloed is genoten, heeft deze of gene nog een helder ogenblik en wordt wel eens een denkbeeld opgeworpen dat enthousiast ontvangen en later verwerkelijkt wordt.
  • In de geschiedenis van T.H.O.R. blijkt Stoovelaar na een natte zitting aan de ronde tafel en in de bekende wipstoelen een voorstel voor een voetbalvereeniging op de proppen te hebben gebracht. Het werd werkelijk au sérieux genomen en aan het einde der lange disputen was de oprichting van de vereeniging onder de leus en den naam: “Tot Heil Onzer Ribbenkast.” Dat was in 1901.
  • Toen dit eenmaal besloten was, stond de bitterkring op, werd het glas in één teug geledigd en klonk wat onvast, maar niet zonder ontroering het: And he’s a jolly good fellow.
  • Het eerste bestuur bestond uit de heeren Stoovelaar voorzitter, Heymering secretaris en Piet Koopman captain.

Bekende namen, toen. Helemaal in de voetbalwereld. Stoovelaar was een man die kon drinken en die gezag had. Dat kan een gevaarlijke combinatie zijn, maar het kan dus ook leiden tot een sportclub.

Toeloop

Voetbal was destijds in opkomst als sport. Vooral of alleen voor mannen, die vermoedelijk net als in Engeland, min of meer uit een goed milieu kwamen. Met het opsommen van de namen uit de begintijd van T.H.O.R. blijkt weer hoe bekend dan wel beroemd de mannen moeten zijn geweest. Een uitleg of toelichting ontbreekt. Lezers moeten geknikt hebben: ja, hij en hij. Het Weekblad voor Indië:

De toeloop was buitengewoon. Jongelui met een toekomst op voetbalgebied en anderen die het mooie spel nooit zouden leren, meldden zich aan. Van de bekendste uit dien tijd noemen wij slechts

  • Egas
  • Koopman
  • Pas
  • Grootenboer
  • Jan Meyer
  • Leo van der Velde
  • Croqué
  • de gebroeders Braam Morris en
  • Feuerberg.

De foto in het artikel, Wie wie is, wist iedereen toen. (Ja, hoe zit het met uw foto’s, noteert u wie wie is?)

(tekst gaat verder onder deze fraaie afbeelding)
De jonge vereeniging was verre van bescheiden. Haar eerste uitdaging groot E.C.A., die toenmaals voor den kampioen van Soerabaja doorging. De uitslag overtrof de stoutste verwachtingen, T.H.O.R. speelde gelijk!
Van dien af aan ging het crescendo en brak voor haar een tijdperk van glorie aan. Haar ledental breidden zich uit en tot de beste gingen behooren:

  • Taswell
  • Campbell
  • Van Thiel
  • Pownall
  • Vader
  • Taylor
  • Hekkie Cramer
  • Carli, genoemd de onvergetelijke
  • Beumer
  • Joakim
  • Mannie
  • en Sol.

Vereenigingen

Uit het slotstuk blijkt wat een enorme voetbalstad Soerabaja geweest moet zijn. T.H.O.R. groeide en had ambitie. Maar er waren andere clubs, schrijft het Weekblad:

  • Het werd een ware loopgraven-oorlog met E.C.A. Beide verenigingen wilde geen duim grond wijken op het veroverd gebied en de uitvallen die van beide zijden ondernomen werden, waren even verwoed als veelvuldig.
  • Oorspronkelijk speelde T.H.O.R. aan de Grisseeschen weg, later op het militaire schijfschiet-terrein tot zij eindelijk in 1908 een eigen veld kreeg. Op haar initiatief kwam in 1904 een plaatselijke voetbalbond tot stand.
  • Toen deze spoedig ontbonden werd, kwam een tweede die tot 1909 in het leven bleef, maar in dat jaar kwam er een scheuring in de Soerabajasche voetbalwereld en scheidden zich T.H.O.R. met S.V.S., Excelsior en S.B.F.C. af om een nieuwe bond, den tegenwoordigen S.V.B. te stichten.

De S.V.B. Vermoedelijk: de Soerabajasche Voetbal Bond. Dus vier verenigingen al hierbij aangesloten, en dan mogelik elftallen van verschillend niveau, de spelers, de reserves, de coaches, en misschien ook wel een of enkele jeugdelftallen. Al die mensen kenden elkaar min of meer. Hoe zou dat geweest zijn?
Het interessante van clubs en verenigingen is dat ze altijd hetzelfde zijn, ongeacht hun aard en opzet. Je hebt de voortrekkers, meelopers, rebellen. Je hebt meeslepende voorzitters die durven veranderen en je hebt voorzitters die niks aandurven.
Elke club en vereniging is een mini-wereld.
Ook in Soerabaja.

Bloeitijd

Het Weekblad voor Indië wil ook journalistiek zijn. De eerste opmerking van het slotstuk laat zien dat er vermoedelijk een flinke dip is geweest. Belangrijker is het jubelende einde:

  • Ook T.H.O.R. toch kende een tijd van de reactie en malaise waarvan zij nog niet geheel hersteld is. Zij gaat weer beter spelen en bezit tenslotte in de heeren Egas en Binnendijk twee bestuursleden die de lange geschiedenis meemaakten en thans nog met ijver en energie werkzaam voor haar zijn.
  • Dat is de beste waarborg voor haar toekomst. T.H.O.R. herdenkt thans haar vijftienjarig bestaan met seriewedstrijden die veel succes hebben.
  • Wij wensen de vereeniging nog een lange bloeitijd toe.

Het mooie van namenlijstjes is dat er verbanden ontstaan. Wie kende wie. En waar, en wanneer. Zoekt u iemand van de familie uit de vorige generaties, dan zijn zulke lijstjes een goudmijn. Want u weet dan: u kunt op zoek naar andere nazaten, en samen weet u meer.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Indo-Europeesch Verbond: congres 1935

Indo-Europeesch Verbond: het congres van 1935. Op zaterdag 20 en zondag 21 april hield het Indo-Europeesch Verbond het congres in Semarang, in de lobby van het ‘Hotel du Pavillon’.

Het ledenblad ‘Onze Stem’ opende met een voor mij duizelingwekkende opsomming van afdelingen en hun vertegenwoordigers en het ledental van elke afdeling per 1 april 1935. Geen grap. Daaronder stond dat er 40 afdelingen en 8 correspondentschappen niet waren. Toen voelde ik wat ik verstandelijk al wist: hoe groot dat Indo-Europees Verbond was, de grootste vereniging van Indo-Europeanen in Indie.

De namen

Hieronder de namen, die ik heb overgetikt uit Onze Stem in de hoop dat u iemand van de familie herkent, en dat u dan opeens beseft: o, ik heb nog spullen van het IEV.
Dat is belangrijk want het archief is zoek. Ik weet niet waar dat is. Niemand weet het. Dat is erg, toch? Gezien de betekenis van het IEV als grootste Indische vereniging ooit. Hieronder komen de namen, zoals ze er stonden. Soms zonder initialen. Vraag me niet naar de stemverdelingen, die begrijp ik zelf niet goed.
Na de opsomming ga ik weer terug naar de jaarvergadering, het zestiende congres van het IEV.

Wie er ook waren staat genoteerd nog voordat de voorzitter Dick de Hoog begon te spreken:
‘zeer vele autoriteiten, onder wie: De Gouverneur van Midden-Java, de Plaatselijk Militaire Commandant en de Regent van Semarang, Zoomede vertegenwoordigers der Christelijke Staatkundige Partij en der Vaderlandsche Club, e.a.’
En anderen: dus nog meer.

Voorzitter: de heer F.H. de Hoog
Aanwezig zijn van het Hoofdbestuur de heeren: Th. van Ardenne, Mr. P.A. Blaauw, C.E. Barre, ir. FM Razoux Schultz en E. Davis.

Voorts zijn aanwezig – volgend van het H.B. ontvangen gegevens – de volgende:

Afdeelingen en vertegenwoordigers:

1. Bandoeng
Ir. F.L.H. Dessauvagie
A.G. Florentinus
J.P. Kuiper
Ledental per 1 April 1935: 823
Stemmen: 10

2. Bangik
P.L. Langewaard
Ledental per 1 April 1935 33
Stemmen 1

3. Banjoewangi (Zuid)
Ir. D.H.F. Obertop
Ledental per 1 April 1935: 112
Stemmen: 3

4. Batavia
Mej. J.P.D. de Bruyn
E.H. Boissevain
A. van Tijn
C. Hooogenboom
F.H. Kroet
H.W. Halkema
Ledental per 1 April 1935: 925
Stemmen: 10

5. Blitar
J.J.A. Michel
Brondgeest
Ledental per 1 April 1935: 126
Stemmen: 3

6. Bondowoso
Afd. Djember
Ledental per 1 April 1935: 41
Stemmen: 1

7. Buitenzorg
Dr. Ir J.Th. White
M. R. Bartelds
W. Verheul
Ledental per 1 April 1935: 347
Stemmen: 6

8. Djember
Ir. J. Plantema
Ledental per 1 April 1935: 110
Stemmen: 3

9. Djocja
E.P. van Staden ten Brink
J. Timmerman
Ledental per 1 April 1935: 355
Stemmen: 6

10. Djombang
W.M.L. Londong
Ledental per 1 April 1935: 44
Stemmen: 1

11. Giesting
F.J. Bronkhorst
Ledental per 1 April 1935: 34
Stemmen: 1

12. Grobogan
K. de Lannée de Bétrancourt
Ledental per 1 April 1935: 17
Stemmen: 1

13. Indramajoe
Ir. J.P.N. Jansen
J.J. Abrahams
Ledental per 1 April 1935: 19
Stemmen: 1

14. Kamal
afd. Soerabaia
Ledental per 1 April 1935: 21
Stemmen: 1

15. Kalisat
Afd. Djember
Ledental per 1 April 1935: 31
Stemmen: 1

16. Kedirie
K.A.W. Tol
Ledental per 1 April 1935: 133
Stemmen: 3

17. Kendal
J van Alphen
Ledental per 1 April 1935: 19
Stemmen: 1

18. Koedoes
V.M. Beekveld
C.H. de Wilde
Ledental per 1 April 1935: 53
Stemmen: 2

19. Lawang
afd. Bangil
Ledental per 1 April 1935: 105
Stemmen: 3

20. Madioen
E.E. Zeydel
J.H. Rgier
Ir. J. Knaud
Ledental per 1 April 1935: 194
Stemmen: 4

21. Magelang
J.F. Eysma
E. Steevensz
E. Loing
P.J. Eysenring
F. de la Croix
Ledental per 1 April 1935: 161
Stemmen: 4

22. Makassar
J. Rijnenberg
B.F. Struben
Ledental per 1 April 1935: 481
Stemmen: 7

23. Malang
J.A. van Helsdingen
Ir. J.H. Schijfsma
dr. V. Ph. Leunissen
Ledental per 1 April 1935: 720
Stemmen: 10

24. Mr. Cornelis
E.G.G.R. Ellendt
W.L.A. Vogelsang
H.H.W. Zeylmans van Emmichoven
A.A. Wolterbeek
Ledental per 1 April 1935: 347
Stemmen: 6

26. Modjokerto
J.A. Bommezijn
Ledental per 1 April 1935: 109
Stemmen: 3

27. Oengaran
W.J.J. Kuhbauck
V.E. van Diets
F. Bergman
Ledental per 1 April 1935: 381

28. Padang
C. Bouwens
Ledental per 1 April 1935: 190
Stemmen: 4

29. Pamekasan
H. van Dissel
Ledental per 1 April 1935: 56
Stemmen: 2

30. Paree
Mej. N.B. de Krieger
H. Severing
Ledental per 1 April 1935: 45
Stemmen: 1

31. Pasoeroean
J. Appeldoorn
E.A. Reichman
Ledental per 1 April 1935: 56
Stemmen: 2

32. Pekalongan
B.F. van Bergen
J.W.C. Frederiksz
J .Straub
H.A.A. Deuning
Ledental per 1 April 1935: 125
Stemmen: 3

33. Poerwakarta
Afd. Soebang
Ledental per 1 April 1935: 63
Stemmen: 2

34. Poerwokerto
J.K. van Slee
J.L. Sirag
G.J. den Hartog
W. Kuiper
Ledental per 1 April 1935: 104
Stemmen: 3

35. Poerworedjo
Ir P.J.F. Apentoweil
H.A. Denninghoff Stelling
Ledental per 1 April 1935: 64
Stemmen: 2

36. Rangkas Bitoeng
Leydelmeyer
Ledental per 1 April 1935: 52
Stemmen: 2

37. Salatiga
W.H. de Blaer
F.H. de Bruin
Ledental per 1 April 1935: 171
Stemmen: 3

38. Sidoardjo
W.E. Jansen
Ledental per 1 April 1935: 73
Stemmen: 2

39. Sitoebondo
Afd. Djember
Ledental per 1 April 1935: 58
Stemmen: 2

40. Soebang
L.C. Benting
Ledental per 1 April 1935: 46
Stemmen: 1

41. Soemenep
R.O. Curs
P van Vlaardingen
Ledental per 1 April 1935: 60
Stemmen: 2

42. Soerabaia
W.L. Buurman van Vreeden
H. Back Kolling
Van Eeckhoven
De Groot
Weydemuller jr.
Van Beem
Priester
Gentis
Goldman
Weydemuller sr
Bastiaans
De Jager
Wijnberg
Snell
Van Ligten
Ledental per 1 April 1935: 920
Stemmen: 10

43. Solo
mevr. J.L. van Naerssen
F.A.S. Meng
mr W. Haye
E.J. van Naerssen
C. Metzelaar
J. Havenstroom
V.L. de Lannée de Bétrancourt
F.H. Engelken
G.A. Fransx
H.F.H. Heynen
J.A. Doppert
E. Maandag
Ledental per 1 April 1935: 201
Stemmen: 5

44. Tandjong Enmin
Afd. Batavia
Ledental per 1 April 1935: 40
Stemmen: 1

45. Tasikmalaja
W.J.C. van Dun
H.R. Grootings
Ledental per 1 April 1935: 64
Stemmen: 2

46. Tjepoe
Ir. J.H. Bos
Ledental per 1 April 1935: 98
Stemmen: 2

47. Tjilatjap
J.V.Ch. Wichers
D.R. Mooyaart
I. Kahle
Ledental per 1 April 1935: 49
Stemmen: 1

48. Tjimahi
H.C. Kasper
Ledental per 1 April 1935: 104
Stemmen: 3

49. Toeloeng Agoeng
Afd. Paree
Ledental per 1 April 1935: 33
Stemmen: 1

50. Wonosobo
A.A. Marcks
Ledental per 1 April 1935: 20
Stemmen: 1

 

Dick de Hoog (Collectie Tropenmuseum)

Dick de Hoog (Collectie Tropenmuseum)

Crisis in Indië

Het congres van 1935 draaide natuurlijk om de crisis. Het ging slecht in Indië. Voorzitter Dick de Hoog benoemde het ronduit:

  • Overal achteruitgang, zelfs voor onze kinderen geen werk.

Er waren ontslagen geweest. Salarissen waren gekort. En de gevolgen waren merkbaar: een geest van moedeloosheid, van apathie ook en misschien vooral in de IEV-gelederen. Want het hoofdbestuur, zei De Hoog, had op de inspanningen van het afgelopen jaar veel te horen gekregen:

  • Wanneer het Hoofdbestuur probeert om in een zekere categorie, van te voren Inheemsche betrekkingen, zij het natuurlijk noodgedwongen, onze jongens onder te brengen, dan is er een partij die zegt: ziet ge, dat Hoofdbestuur van het I.E.V. trapt zijn eigen menschen omlaag; dat probeert te indianiseeren.
  • Als wij dan daartegenover stellen: ja, maar die menschen wenschen het zelf en er is eigenlijk op het oogenblik niets anders aan te doen, dan antwoordt men, dat zou alleen mogen zijn, als er wel degelijk vooruitzichten voor de jongens waren, maat wat heeft alles te beteeken wanneer er geen vooruitzichten zijn?

Dat laatste is wat woordenspel, maar het pijnpunt was duidelijk: het hoofdbestuur had Indische jongens, Indo-Europese mannen, geholpen aan betrekkingen die vooral voor Inheemse mannen waren. Welke, staat er jammer genoeg niet bij; verderop in de toespraak gaat het over de functie van ‘Inlandsch politie-agent’.
De opmerkingen laten zien, hoezeer het IEV zich bewust was van de status die de achterban bezat. Als iets in Indië belangrijk was, dan was het je plaats kennen en je daarin niet tekort gedaan voelen.
De Hoog zette uitvoering uiteen dat het Studiefonds van het IEV overvraagd was, afwijzingen waren onvermijdelijk ook al leidde dat bij de aanvragers tot boosheid en bedanken voor het lidmaatschap van het IEV. Er waren leden die de Europese school voor hun kinderen niet meer konden betalen, en hulp aan het IEV  vroegen. Maar het geld was nu eenmaal snel op, als er zoveel werd aangevraagd.

Onze groep

Veel lichtpuntjes had De Hoog niet te bieden. Er kwamen weer kortingen aan op de salarissen. Minder geld. En waar De Hoog bij de regering protesteerde, werd hem ontevredenheid verweten. Terecht, zegt hij:

  • Ik zou willen vragen: wanneer wij zien hoe in snelle opeenvolging onze groep is achteruitgegaan, wanneer wij zien hoe onze salarissen zijn omlaag gegaan, hoe alle voorrechten – om het zoo te noemen – welke wij tevoren hadden als genot van behoorlijk pensioen en verlof, omlaag zijn gegaan, dan kan men wel zooveel mogelijk probeeren te zeggen, dat het niet anders kon en dat de omstandigheden dit medebrachten, maar anderzijds kan men dan toch niet voorkomen, dat er een gevoel van ontevredenheid, van zich achtergesteld voelen, zich van onze groep meester maakt?

En ‘onze groep’, dat waren de Indische mensen.
De speech bevat nog veel meer onderwerpen, zoals politieke verhoudingen, omgang en overleg met andere bevolkingsgroepen maar dit sprong eruit: hoe De Hoog aan zijn achterban iets van een weg uit de crisis probeerde te geven, ze te inspireren, nieuwe levensmoed te schenken, met het idee dat aanpakken loonde, en saamhorigheid.
Wat een man.
En toen moest de oorlog nog komen.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Stoomcursus LIVE – online workshop NIEUWE INFO

stoomcursusStoomcursus LIVE: online workshop. Deel twee, zeg ik want dit is het vervolg op het vorige artikel waarin ik de workshop aankondigde. Heeft u een verhaal dat op papier moet komen? Dat gaat lukken, zo gauw u weet hoe dat moet.

Want het verhaal zit nu nog alleen in uw hoofd,
het wappert alle kanten op,
daar heeft u niks aan.
Niemand.

Na de aankondiging kreeg ik vragen. Er kwamen ook aanmeldingen. Het leeft, dat mensen hun verhaal willen opschrijven. Er is verlangen om dat te willen doen, soms voor uzelf, soms voor de familie, maar vooral: om belangrijke verhalen te willen bewaren. Voordat ze verloren gaan.

Dat stemt me blij.
Ik ben blij als ik het beginnetje hoor van een interessant familieverhaal met Indië. Zelf heb ik dat niet. Via mijn moeders kant kom ik uit Zeeland, opa was buschauffeur in Terneuzen, welke lijn weet ik helaas niet. Voor vragen stellen is ik te laat.
In de loop der jaren ben ik pas goed gaan begrijpen wat ik allemaal wil weten. Ik nam het als vanzelfsprekend aan dat iedereen er was, en dat er altijd nog een dag na vandaag zou komen.
Dat gevoel van hadikmaar deel ik met velen, weet ik inmiddels.
Als u dat gevoel kent, is het tijd om iets te gaan doen. Dat iets is: opschrijven wat u wèl weet. En voor het hoe-schrijf-ik-het op is er dus straks de Stoomcursus LIVE.

Wat gaat u leren?

Hoe u in drie tot zes maanden uw verhaal op papier zet (en dat is snel),
Hoe u snel en met plezier kunt schrijven.
Wilt u dat?

Vraag en Antwoord

Wanneer is het?
Maandag 3 juni 2024 om 0900uur
Dinsdag 4 juni 2024 om 0900 uur

Wat voor verhaal moet ik hebben?
Een famiiegeschiedenis. Uw eigen leven. Twee generaties. Het verhaal van uw moeder. Belangrijk is dat uw hart ernaar uitgaat, dat u voelt: ja, dit is belangrijk, dit is wat ik te doen heb, ook al weet ik niet hoe, ook al ben ik al tien keer begonnen, mijn hart gaat ernaar uit.

Ik ben al bezig, is het zinvol voor me om mee te doen?
Dat kunt u alleen beoordelen. Als het schrijven u gemakkelijk afgaat en u heeft geen vragen, en u weet zeker dat het niet beter kan: dan zou ik niet meedoen. Maar voelt u het soms knagen van binnen, dan knaagt het niet voor niets. Dan zeg ik: probeer het. Twee uurtjes en u bent weer verder.

Waar is de Stoomcurus?
Het is online in de vorm van een webinar. Bij opgeven krijgt u ongeveer een week van te voren een mail met de kijk-link. Daar klikt u op als het tijd is, en dan kom ik als vanzelf in beeld.

Waarom is het gratis?
Omdat het kan. Dat is het korte antwoord. En ook omdat ik het belangrijk vind een deel van mijn kennis gratis te delen. Het is daarbij een manier om met elkaar kennis te maken. Misschien gaan we daarna verder als u voelt ik heb een duwtje in de rug nodig en dat is persoonlijke schrijfcoaching, misschien niet en dat is alletwee prima.

Ik kan maar 1 dag van de Stoomcursus LIVE, maakt niet uit toch?
Nou, jawel. Want tijdens de maandag-sessie maak ik met u een plan. Een plan van aanpak. Want schrijven is veel meer dan zitten typen. Dat is het minste werk. Het belangrijkste is weten wat u doet, waarom u dat doet en waar het heen gaat. Dus hoe u van punt A (Wat zou het leuk zijn als…) terecht komt op punt B (Het is af!) .
Tijdens de dinsdag-sessie ga ik met u in op de uitvoering van dat plan. En belangrijk: ik geef ook praktische schrijftips. Bijvoorbeeld: hoe verbindt u de historische context met het verhaal? Het moet soepel in elkaar overlopen, maar ja, hoe doet u dat? Straks weet u het.
Dus, ik bedoel, wees erbij.
Lukt het echt helemaal niet, mail me dan, zodat ik wat kan uitpuzzelen.

Waarom is het in de ochtend? Ik heb liever de avond, kan dat ook?
Misschien kan de avond erbij. Dat is te zeggen, als er voldoende belangstelling is. Wanneer u de enige bent, kunnen we beter samen telefoneren, dat is gemakkelijker. Maar wanneer er meer mensen zijn die voor de avond voelen, dan ga ik overstag.
De avondworkshop zal hetzelfde zijn als de ochtendworkshop. U kunt dus wel een ochtend/avond van dag 1 en dag 2 combineren. Graag in overleg met mij.

Ja, ik wil liever de Stoomcursus LIVE op de avond:
Maandag 3 juni 2024 om 1930 uur
Dinsdag 4 juni 2024 om 1930 uur

Stoomcursus LIVE avondeditie

Ja, ik doe mee met de Stoomcursus LIVE - avond

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Ik geef me op voor de Stoomcursus LIVE op de ochtend:
Wat: Stoomcursus LIVE: online workshop
Wanneer:
Maandag 3 juni: Het Plan
Dinsdag 4 juni: De Uitvoering
Hoe laat: 0900-0945 uur zowel maandag en dinsdag, enige uitloop mogelijk
Waar: online, na opgave komt de technische informatie tijdig naar u toe
Kosten: gratis
Opgeven: via het onderstaande formulier voor nader contact. Ik mail u dan terug en dan weten u en ik het komt in orde.

Ja, ik doe mee met de Stoomcursus LIVE - ochtend

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Mailen voor andere vragen staat vrij, uw mail is van harte welkom.

Stoomcursus LIVE – online workshop

Stoomcursus LIVE: online workshop. Er zijn mensen die willen weten: ‘zeg even hoe het moet, een verhaal op papier zetten’. Een beetje ongeduldig. Een beetje zin in tempo. Want dat verhaal zit in hun hoofd en het wil eruit, eruit, vandaag nog!
Of gisteren!

Workshop

Dus ik dacht: dat kan. Tempo maken.
Maar dan doe ik het wel goed in een stevige workshop waarin ook tempo zit. Dat u leert: zo kan ik aan de slag. Daarvoor heb ik een stoomcursus bedacht. Die is voortgekomen uit een video-reeks van een hele poos geleden. Dat was kijken en dan, ja wat dan? Zoiets kan beter.
Daarom ga ik een workshop geven en die heet Stoomcursus LIVE. Wegens ik ben er dan live bij. De workshop bestaat uit twee delen:
Dag 1 Het Plan
Dag 2 De Uitvoering
En het is gratis, voordat u het vraagt.

Doe mee

Ik voel me een beetje zweven deze voorzomer, en dat komt natuurlijk doordat de Tong Tong Fair is afgelast. En daarmee ook mijn lezingen, interviews, signeersessies van mijn nieuwe boek De Atjeh-generaal en een helehoop gezelligheid. U had er misschien ook al zo naar uitgekeken.
Dus we moeten iets met de tijd doen.
Iets nuttigs, zeg ik als protestants meisje.
En als u al langer dacht van ik moet toch eens wat opschrijven, dan kan deze stoomworkshop uw startpunt zijn.

Vraag: Wat gaat u leren?
Antwoord: Hoe u in drie tot zes maanden uw verhaal op papier zet (en dat is snel)

Dag 1: Het Plan

Maandag 3 juni; aanvang 0900 uur.
Zomaar gaan zitten schrijven is vragen om teleurstellingen. Het gaat even goed en dan weet u niet meer hoe u verder moet. Dan komt er weer niks van terecht.
Een plan houdt u op koers.
En dan vooral een plan van aanpak. Ik leg uit hoe u begint, hoe u structuur aanbrengt, hoe u tot schrijven komt en aan het schrijven blijft, wat te doen als familieleden u onder druk gaan zetten en of u ja dan nee naar de archieven moet.
U leert ook hoe u moet beslissen wanneer het af moet zijn en hoe u dat voor elkaar krijgt. Ik bespreek met u welke mogelijkheden er zijn om er een boek van te maken, van iets alleen voor de familie tot en met uitgeven bij een echte uitgeverij.
Dus u leert een plan te maken waarmee u uw verhaal op papier kunt zetten. Het plan laat u zien: zo kunt u het realiseren (en dat gaat u doen ook).

Voorbereiding: neem een besluit over welk verhaal u wilt schrijven. De familiegeschiedenis? Allright. Maar dan niet ook uw eigen levensverhaal. Dat is er een deel van. Een biografie van uw moeder of grootvader? Prima. U heeft een besluit genomen als u deze zin kunt afmaken: Ik wil het verhaal op papier zetten van…

Dag 2: De Uitvoering

Dinsdag 4 juni; aanvang 0900 uur.
Een plan bewijst zijn kracht in de uitvoering. Dat komt ten dele aan op uw inzet. En het komt ten dele aan op weten wat u moet doe en daarvoor heeft u wat techniek nodig. Die krijgt u van mij. Techniek en schrijftips, uit mijn eigen praktijk. U leert onder meer:
– zo vermengt u historische context met het verhaal zelf (zonder dat u geschiedenisles geeft)
– zo houdt u het verhaal interessant en boeiend voor lezers
– zo schrijft u gemakkelijk en met plezier

Voorbereiding: kijk in uw binnenste zelf en voel waar uw weerstand zit, uw onzekerheid, uw twijfel over het schrijven zelf. Daar zit een belangrijk obstakel dat weggenomen moet worden. Want dan schrijft u gemakkelijker. Maak dan de volgende zin af: Ik wil het liefste schrijftips hebben over …

Mijn keuken

Het is een kijkje in mijn keuken. Figuurlijk dan, hè. Want ik ben geen keukenprinses. Mijn beste gerecht is broccoli uit water en het recept is: zacht= klaar. Dan neem ik wat appelmoes en ziezo, de voedzame avondmaaltijd is gereed.
Mijn schrijfkeuken is veel groter en uitgebreider. Logisch. Ik heb nu meer dan 30 boeken geschreven, inclusief een proefschrift, en voor elk boek heb ik steeds een andere aanpak nodig. Daar heb ik plezier in. Moeilijke boeken: heerlijk.
Dus waar u ook over nadenkt, ik denk graag met u mee.
(En ik schrik niet van emoties)

Hoe gaat zoiets

Stoomcursus LIVE is een workshop in de vorm van een webinar. U bent dan niet in beeld voor de camera, maar u kunt mij wel zien. En in de chat kunt u wat typen, dat maakt het interactief.
Van mijn vorige webinar heb ik geleerd, dat ik meer moet automatiseren, zodat iedereen de mail met de goede link naar het webinar krijgt. Dus dat ga ik doen.
Ik kijk er nu al naar uit want ik weet dat steeds meer mensen graag hun herinneringen of verhalen door willen geven. Vaak hoor ik dat ze de enige in de familie zijn die van alles weten. Dat is nogal een verantwoordelijkheid.
Die kan ik met deze workshop hopelijk minder zwaar maken om te dragen. Weten hoe het moet maakt alles gemakkelijker.

Schrijven is doen

Als ik aan een boek werk, kijk ik veel te vaak naar buiten. Uitstelgedrag. Ik herken het bij mezelf. Er kan zo gemakkelijk iets tussen droom en daad komen. Een dag is snel voorbij en hup, dan is het weer avond.
Maar we hebben niet eindeloos de tijd, ik bedoel, u en ik zijn niet ontsterfelijk. Ik herinner me nog die ene uitvaart van een geliefde oom, en het geluid van het plofje zand dat op zijn kist viel. Het was voor mij een waarschuwing om goed met mijn dagen om te gaan.
Dat vraag ik ook aan u. En daarmee bedoel ik: als u wilt meedoen aan de workshop, dan wilt u echt aan de slag. En u heeft er zin in. En u bent ook van plan ervan te genieten.
U wilt vooral weten: hoe pak ik het aan?
Daar heeft u straks mij voor.
Dag 1: Het Plan
Dag 2: De Uitvoering

Is het iets voor u?

  •  u heeft al langer een verhaal in uw hoofd en u bent best druk, dus als u snel en goed kunt horen wat u moet doen, helemaal fijn, dit is voor u
  • het is ook voor u wanneer u al een paar keer bent begonnen en weer bent opgehouden omdat het gewoon niet ging dus u heeft nieuwe moed en inspiratie nodig en een beetje meer weten wat u doet en waarom

Voor wie is het niet?

  • u denkt komt tijd komt raad er is altijd een volgende dag
  • u vindt dat u moet maar u heeft geen zin

Dus het is aan u om af te wegen of de workshop Stoomcursus LIVE voor u belangrijk kan zijn. Ik ga in ieder geval mijn best doen en ik hoop dat u erbij wil zijn.

Stoomcursus LIVE
Wat: Stoomcursus LIVE: online workshop
Wanneer:
Maandag 3 juni 2024: Het Plan
Dinsdag 4 juni 2024: De Uitvoering
Hoe laat: 0900-0945 uur zowel maandag en dinsdag, enige uitloop mogelijk
Waar: online, na opgave komt de technische informatie tijdig naar u toe
Kosten: gratis
Opgeven: via het onderstaande formulier voor nader contact. Ik mail u dan terug en dan weten u en ik het komt in orde.

Ja, ik doe mee met de Stoomcursus LIVE - ochtend

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Attentie. Er is nu ook een avond-editie. Aanvand 19.30 uur, dezelfde dagen.
Opgeven kan via het onderstaande formulier. (Zo kan ik het uit elkaar houden)

Ja, ik doe mee met de Stoomcursus LIVE - avond

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

Wat kon een doekoen eigenlijk?

doekoen

Doekoen van Kandangan, nabij Loemadjang, circa 1925 (KITLV 36274)

Een doekoen, dat was de persoon waarmee het koloniale bewind geen weg wist. De doekoen was een autoriteit en vormde daarmee een bedreiging voor dat gezag. Want de doekoen bezat kennis en kunde, van een terrein waar dit koloniale gezag weinig tot niets van begreep. En de doekoen was overal aanwezig en nergens te vinden, ook dat nog.

Geen winkel in de Bragastraat van Bandoeng met een uithangbord.
Geen adres, nergens niet.
En elk Europees gezin wist: ze zijn er, doekoens, zij weten van ons.

Doekoen

In de vooroorlogse Indische romans kom ik regelmatig een doekoen tegen. Maar ik begreep pas meer, toen ik het mooie proefschrift van Liesbeth Hesselink las: Genezers op de koloniale markt. (2009) Vooral de periode rond 1850 interesseert me, want dat is voor de grote instroom van Hollandse vrouwen. Dus dan is er een andere fase.

Wat kon een doekoen?

  • genezen met obat
  • geneeskundige diensten bij bevallingen
  • hulp bij vergiftigen
  • bewerken

Een doekoen was man of vrouw, werd opgeleid door een familielid of een mentor en bezat kennis op een of meerdere gebieden van het bovenstaande lijstje. Hesselink noemt de doekoens baji, verloskundigen, als aparte groep binnen de doekoens. En zij waren met velen, schrijft Hesselink:

  • Voor het aantal doekoens in 1850 tastten we in het duister; in 1884 waren volgens het Koloniaal verslag ruim 11.000 doekoens op Java en Madoera werkzaam.

Dat is inderdaad veel maar de nood was dan ook hoog, en de veelzijdigheid van de doekoen was vaak nodig. Niet iedereen kon of wilde immers naar een westerse arts. Hesselink beschrijft hoe een doekoen te werk ging:

  • De werkwijze van de doekoens was gericht op het herstellen van de harmonie, meestal met behulp van een combinatie van magische en empirische kennis.
  • Allereerst stelden zij een diagnose, hetzij met behulp van allerlei berekeningen, hetzij door meditatie, hetzij door analyse van de symptomen.
  • Vervolgens probeerden zij de kwade geest die het evenwicht had verstoord en daarmee de ziekte had veroorzaakt, te verjagen. Zo moesten bijvoorbeeld bij hoofd-, oor-, of kiespijn op zaterdag gebeden worden opgezegd aan Sambang onder het branden van wierook.
  • Daarbij moest men een pinangnoot in de hand houden, tegen welke noot driemaal dezelfde zin moest worden herhaald.
  • De daarna weggeworpen noot werd verondersteld de ziekte mee te nemen. Bij reumatiek en gewrichtspijnen moest men zich eveneens tot Sambang richten en wierook branden, maar nu op maandag. Ook de tekst van het gebed was anders.
  • Wanneer de diagnose had uitgewezen dat de ziekte werd toegeschreven aan afwezigheid van of gebrek aan zielestof, trachtte de doekoen deze aan te vullen met die van andere mensen, planten of dieren. Zij deden dit door zieke lichaamsdelen of voorwerpen te bespuwen of bestrijken hetzij met zuiver speeksel, hetzij met gekauwde kruiden; uiteraard gebeurde dit onder het uitspreken van bezweringsformules.
  • Menselijke afscheidingen als speeksel en urine bevatten immers zielestof van de persoon in kwestie.

Het is een interessante analyse, maar er is nog dat andere: de vrees die het westerse gezag voelde voor het ‘bewerken’. Die vrees was gegrond. Alleen al omdat grote delen van de inheemse bevolking daarin geloofden, dus dan heb je als koloniaal gezag een probleem: er is iets ongrijpbaars.

Van Hien

Toen ik in Indonesië was, voelde ik het meteen: hier is de lucht anders. Er kan meer. Hoe, wist ik niet. Zoiets willen uitleggen is werken met de ratio. Diep-diep voelen is andere kennis.

Een indrukwekkend voorbeeld van bewerken kwam ik tegen in het boek van H.A. van Hien De Javaansche geestenwereld en de betrekking die tusschen de geesten en de zinnelijke wereld bestaat, verduidelijkt door petangan’s bij de Javanen en Soendaneezen in gebruik.  (deel 2 1896 ). Van Hien heeft overigens voor zijn kennis een hoge prijs betaald, las ik in de Java Post: ‘Hij had de doekoens geheimhouding beloofd, en die gelofte verbroken door alles wat hij van hen gehoord had te publiceren. Zelfs de Javaanse Geheime Leer had hij geopenbaard. […] Of het nu toeval was of niet, een straf van de doekoens of van de Javaanse geesten waarover hij had geschreven, feit is dat Van Hien ‘verdween’.
Nu komt een stuk van Van Hien over bewerken en inderdaad, veel kennis:

  • Iemand is verliefd op een meisje, doch zij wil van den verliefde niets weten. Nu gaat de man naar een doekoen Goena-goena ; gewoonlijk zijn dit vrouwen. Men betitelt ze wel eens met den naam van Oengah-oengahi, d.i. koppelaarster.
  • Zulk een doekoen tracht dan met het meisje in aanraking te komen en haar langs geheimen weg, gewoonlijk door middel van vrouwelijke bedienden of huisgenooten, een poeder toe te dienen van de Djaka-toewa, een kleine tor, die alvorens gedood, gedroogd en fijngestampt te worden, met ketjoeboeng bladeren gevoed is.
  • Is dit gelukt, dan plaatst de doekoen den eerstvolgenden Maandag- of Donderdagavond een Goena-goena voor de deur van de woning, waarin zich het meisje bevindt; deze Goena-goena bestaat uit twee uitgeknipte poppen, voorstellende het meisje en den man, die haar verlangt, welke poppen in den grond begraven worden. Op dien dag heeft zij door tusschenkomst van een bediende of huisgenoot eenig hoofdhaar van het meisje weten machtig te worden, dat gezamenlijk met de hoofdharen van den verliefden man, bewierookt met Stanggi en omwonden met Kanangabloemen in het hoofdkussen van het meisje verborgen wordt.
  • Door de toediening van den Djaka-toewa is het meisje in een toestand gebracht, waarin zij weinig meer beseft, “Broewet”, ofschoon haar wezen niets veranderd is en zij is dan genegen alles te doen, wat men van haar verlangt.
  • De doekoen heeft nu niets meer te doen dan te trachten haar toe te spreken, bij welke gelegenheid zij ongemerkt een der ontbloote deelen van het lichaam  aanraakt met minjak doejoeng, d.i. de tranen van de zeemeermin, en haar verzoekt bij den verliefden man te komen, waarbij zij haar geleide aanbiedt. Meestal gelukt dit en wordt het meisje door de doekoen in de armen van den verliefden man gevoerd.
  • Indien het de doekoen volstrekt onmogelijk is door tusschenkomst van bedienden of huisgenooten in aanraking met het meisje te komen, dan wordt de waschvrouw te hulp geroepen en verlangt de doekoen van haar een kleedingstuk in leen, dat door het verlangde meisje gedragen is, welk kleedingstuk alsdan door tooverformulieren betooverd wordt, zoodat het meisje even gewillig wordt, ja zonder verdere middelen soms van zelf naar den verliefden man komt.

Zo zijn er meer voorbeelden, met handelingen die je niet na kunt doen omdat er een zekere kracht voor nodig is, een kracht die niet van deze wereld is.
Ik vraag me daarom wel af, welke spirituele prijs de doekoen betaalde voor het niet positief inzetten van deze kracht. Wat gebeurt er dan met je ziel? Dat is een moeilijke en belangrijke vraag.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

 

Vakschool voor meisjes in Bandoeng

vakschoolDe vakschool voor meisjes in Bandoeng opende in 1923 de deuren. Een teken aan de moderne wand. De nieuwe generatie meisjes hadden nieuwe vooruitzichten. Ze konden zelfstandige vrouwen worden, betrekkingen vervullen, economisch zelfvoorzienend zijn. De eerste generatie die stemrecht bezat, kort haar droeg, zelf beslissingen nam.

Oei.
Voor veel mensen was zoiets een stap te ver. Waar bleef dat mooie ideaal van huisvrouw en moeder willen zijn, en daaraan genoeg hebben?

Tussenstap

Een tussenstap bood deze vakschool, waar meisjes een opleiding ontvingen tot huisvrouw. Dat was mede onder invloed uit Nederland een serieus vak. De huisvrouw had recht op respect. Zij was een vakvrouw.
Dat vond de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen, opgericht in 1912. In Indië ontstond deze vereniging pas later. En wat had een vakvrouw nodig? Scholing. Er kwam steeds meer technologie in het huishouden, in Amerika waren er al stofzuigers en electrieke wasmachines. Een huisvrouw moest kunnen organiseren en – ingeval van personeel – kunnen delegeren. Zij was, zoals het nog niet heette, immers een domestic manager.

De Roemer Visscher Vereeniging, een zustervereniging van Tesselschade-Arbeid Adelt, ondersteunde het belang van vakonderwijs. In 1927 schreef De Sumatra post:

  • Uit de nadere toelichtingen van de Roemer Visscher Vereeniging is het onze Commissie gebleken, dat er zeer zeker behoefte bestaat aan een vakschool voor meisjes.
  • Reeds bij den aanvang zal op ± 25 leerlingen kunnen worden gerekend, terwijl aangenomen mag worden dat ook in de toekomst de school goed bezet zal blijven.
  • Het ligt in de bedoeling der Vereeniging de school voor alle landaarden open te stellen.

Dus de Vakschool in Bandoeng kwam als geroepen, zouden we denken. Maar, zo schreef in 1926 het tijdschrift Indië. Geïllustreerd Tijdschrift voor Nederland en koloniën, de ontvangst was moeilijk. En dat was lastig, want de uit Nederland afkomstige mejuffrouw A.C.J. Maas (oud-directrice van de Vakschool voor meisjes te ‘s-Gravenhage) en mejuffrouw A.M.J. Maas, lerares in de fraaie en nuttige handwerken) hadden alles zelf voorgefinancierd. Hulp kwam er niet, hoewel:

  • De enige steun die de dames ondervonden was van mevrouw M.S.I. van der Weyden-van Heutsz en van den heer en mevrouw Spanjaard, die een soort van commissie van bijstand voor de nieuwe school vormde.
  • Door bemiddeling van mevrouw van der Weyden wist men de beschikking te krijgen over de lokalen der pas gesloten gouvernementsschool en in deze begonnen de dames Maas drie jaar geleden haar werk.
  • Over de moeilijkheden de teleurstellingen, de zwarigheden die zij te bekampen en te overwinnen hadden, zal ik hier niet uitweiden.
  • Grote persoonlijke, zowel als financiële offers eisten de school van haar leraressen, doch haar moed en toewijding wist de zaak niet alleen in gang te houden doch deze zoo te doen bloeien dat in juli 1926 het schooljaar begonnen werd met 44 leerlingen voor de dagschool en 23 voor de namiddags cursus.

Mathilde

Die naam herkende ik: mevrouw M.S.I. van der Weyden-van Heutsz. Mathilde was de dochter van de oud gouverneur-generaal J.B. van Heutsz. Ook hij had zich ingezet voor onderwijs aan meisjes; na zijn GG-tijd vooral in Nederland door hier lezingen te houden over het belang aan inheemse meisjes. Een invloedrijke naam, nog steeds, ook al woonde de voormalige GG anno 1923 om gezondheidsredenen in Zwitserland.
Dus dat Mathilde, ook nog eens getrouwd met een hoge militair, haar naam verbond aan deze vakschool, dat betekende iets. Ze gaat “bemiddelen”, staat in het artikel. Ik leg dat uit als druk uitoefenen. Die “commissie van bijstand” waar ze in optrad, betekent ongetwijfeld ook dwingend advies geven; zij was wel een dochter van haar vader.
En ziet, de vakschool kwam tot bloei.
Nog niet helemaal, wist het tijdschrift. De twee lokalen waren vol maar… er was geen internaat aan de school verbonden. De dames Maas kregen veel aanvragen van ouders die hun dochter om die reden alsnog elders onderbrachten en daar zat iets in:

  • Hoe kan men huisbestier en huisonderhoud leren als er geen huis om te bestieren en geen huis om te onderhouden aanwezig is?

Mogelijk zag ook Mathilde dat bezwaar. Want het jaar na dit tobberige artikel, blijkt er ook iets anders plaats te vinden in datzelfde Bandoeng. Ik citeer Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië over de werkzaamheden van het altijd indrukwekkende Indo-Europees Verbond (I.E.V.):

  • Het I. E. V dat telkenjare zijn werkzaamheden op sociaal terrein uitbreidt, opent met 1 Juli a.s. te Bandoeng een vakschool voor meisjes.
  • Deze school die aan het Pieters-park komt, stelt zich ten doel om aan jonge meisjes eene algemeen practische opleiding te geven en haar te bekwamen in verschillende vakken van vrouwelijken handenarbeid, waardoor zij in staat zullen zijn om, zoo noodig, in eigen levensonderhoud te voorzien en tevens gevormd worden tot handige en bekwame huisvrouwen.
  • Het leer-programma omvat: Huishoudkunde, koken en waschbehandeling.
  • Het linnen-, costuum- en hoedenvak.
  • Opleiding voor het Staatsexamen in nuttige en fraaie handwerken en voor het examen ter verkrijging van het Ned. Indische Bonds-getuigschrift voor costuumnaaister.
  • De cursus duurt twee jaren.
  • […] Het te openen internaat voor meisjes zal worden ondergebracht in het verdiepingshuis op het kruispunt van Sumatra- en Atjehstraat en zal plaats bieden aan een 25-tal leerlingen.
  • Om subsidie werd reeds verzocht.
  • Voor mevr. Van der Weyden-Van Heutsz die zoowel voor de vakschool als voor het internaat ijverde, is dit zeker een groote voldoening voor haar toegewijd en volijverig streven.
vakschool

Advertentie in De Koerier, 1927. Met woonadres, privacy was toen iets anders.

Dat is even andere spekkoek. Een vakschool, niet meer alleen gericht op het huishouden, maar vooral op zelf geld kunnen verdienen. Samenwerken met een Indische emancipatievereniging. Mathilde van der Weijden-van Heutsz wilde het en kon het.

Dergelijke krantenartikelen stemmen tot nadenken over vrouwen als Mathilde van Heutsz die min of meer achter de schermen werkten, in verenigingen en organisaties, of geheel individueel en zo Indië in de moderne tijd brachten, helemaal waar het de toekomst betrof van jonge meisjes, de nieuwe generatie die kansen moest krijgen. Al die vrouwen samen vormden een invloedrijk en informeel netwerk. Hun namen zijn te vinden in kranten en almanakken.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
    over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Ga naar de bovenkant