Soerabaja

Ter ere van het prinsesje: de Juliana-boom in Semarang (1909)

‘Hulde aan het koningskind’, ergens in Indië, 1909. Kan dit Semarang zijn? Met een wel heel jonge waringin op de voorgrond. (uitsnede KITLV 27454)

Het prinsesje dat op 30 april 1909 ter wereld kwam heette Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina. Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië publiceerde een eerste impressie: ‘Hoogwaardigheids-bekleeders, die van de inschrijving in de registers getuigen waren, beschrijven de jonge Prinses als een er gezond uitziend mooi kind, met frissche roode wangetjes.’

Feest!

Krokodillenstad

Soerabaia was evenwel in de war, berichtte dezelfde krant:

  • In no time was de Krokodillenstad in feestgewaad; van alle gebouwen, behalve die van het. Gouvernement, en van de meeste woningen in de Europeesche, Chineesche en Arabische wijken werden Neerland’s driekleur en de Oranjewimpel uitgestoken.
  • Ook de kampongs vlagden en in allerijl werden hier en daar allerlei versieringen van groen, bloemen, enz. aangebracht.
  • Er ontstond een fameuse drukte op straat, want vele kantoren en fabrieken liepen uit, men dacht niet meer aan werken.
  • Een ieder tooide zich met driekleurige strikjes of Oranje cocardes; auto’s, wagens en dos a dos voerden ook vlaggen en wimpels; auto’s, met trompetters er in die al door toeterden, doorkruisten de straat, gaande een paar den kant van Grissee, Lammongan en Sedajoe en een paar dien van Sidhoardjo, Modjokertoh, Djombang uit om der bevolking dier streken kond te doen van de heugelijke gebeurtenis.
  • Alle scholen liepen ook uit, de kinderen juichten en jubelden met de ouden van da§en en zongen nationale liederen, dames en heeren in verschillende costumes en met vlaggen en bouquetten in de hand vlogen in auto’s door de boven- en benedenstad, een groote rood, wit en blauw geschilderde en vlaggen en groen versierde verhuiswagen voorde een 70tal pretmakende jongens en meisjes rond; kortom ’t was op straat, vooral in de buurt van Pasir Besar een en al leven e.n drukte en met groote moeite kon men zich door het gedrang van die duizenden menschen heen werken.
  • In de Concordia, de Simpangsche Club en de andere sociëteiten liep het vol evenals in het taartjespaleis van Grimm. In de restauratie van Hellendoorn en in de Eerste Indische Bierhal en menig glas werd daar geledigd op de gezondheid van de Koningin, de Koningin-moeder, Prins Hendrik en van het Prinsesje.
  • Het Oranje-huis was nu immers weer een telg rijk, die eenmaal regeeren zou over Nederland én zijn schoone koloniën.

Hoezo dan toch verwarring? Want: ‘de Gouvernements kantoren, fabrieken, enz. staken maar geen vlaggen uit, ook de kanonschoten bleven uit, ambtenaren en ofbeieren mengden zich niet in de feestvreugde, wat zou er wel gaande zijn?’
Ja, dat kwam door de bureaucratie. Er was nog geen hele serieuze melding in de vorm van een regeringstelegram binnengekomen. Dus dan is er officieel niets aan de hand. En toch werden de dag eerna hier en daar banken en kantoren gesloten. Een waagstuk.

Wilhelmina met haar dochter Juliana, Het leven, 1909.

Familienamen

De vreugde moet overstelpend groot zijn geweest, als we de krant mogen geloven. Mensen die weer durfden te geloven in het voortbestaan van het geliefde vorstenhuis. Het ging door. En Nederland bleef daardoor Nederland en Indië bleef daardoor Indië.
De namen van het prinsesje kon anno 1909 iedereen thuisbrengen.

  • Juliana, vernoemd naar Juliana van Stolberg, de moeder van Willem van Oranje
  • Louise, naar Louise de Coligny, de echtgenote van Willem van Oranje
  • Emma, haar grootmoeder van moederskant
  • Marie, haar grootmoeder van vaderskant Marie van Schwarzburg-Rudolstadt
  • Wilhelmina, naar haar eigen moeder

Die mooie vernoemingen, de verbinding met de voorgaande generaties, dat is thuis zijn in de familie. Met de vernoemingen kwamen de verhalen los over de vernoemden.
Een familie is meer dan een stamboom.
Namen en verhalen, een familie waarin het jonge prinsesje een eigen plaats had.
Met die verhalen was de Europese samenleving verknoopt; dat lieten de Oranje-feesten ter ere van Juliana goed zien. De Locomotief berichtte er zo uitvoerig over, dat ik alleen korte stukjes overneem voor het beeld.

Magelang

  • De eerste der drie feestdagen werd hedenmorgen geopend met het houden van eene groote parade welke door veel belangstellenden werd bijgewoond.
  • Alle burgerautoriteiten waren aanwezig, alsmede de Chineesche officieren en de regent met groot gevolg van Inlandsche hoofden. De parade werd gecommandeerd door overste Doorman en geïnspecteerd door kolonel Van Diermen.
  • Na afloop van het paradeeren liet de kolonel zijne bijzondere tevredenheid betuigen over de houding der troepen. Aan alle gestrafte militairen werd kwijtschelding der straffen verleend.

Batavia

  • Maar de groote attractie van Zaterdagavond was toch de algemeene verlichting.
  • En die was in de buurten dan, waar zich ons straatleven concentreert, werkelijk algemeen.
  • Op Noord- en Rijswijk had men er zeer veel werk van gemaakt; ook de toegangen tot de gouvernements gebouwen waren goed verlicht, voor het departement van Justitie was zelfs in artistieke licht-krullen aan de feestvreugde uiting gegeven.

Tjilatjap

  • In een oogwenk was alles algemeen bekend, het werd levendig op de straten, bevolking en militairen alles dooreen, gingen in optocht al joelende en vreugdekreten uitende langs de verschillende wijken, terwijl intusschen van de woningen de driekleur werd uitgestoken en men aanstalten maakte lampions en vetpotjes voor de illuminatie in gereedheid te brengen.

Semarang

In den loop van den ochtend vond in den Stadstuin eene eigenaardige plechtigheid plaats. Gelijk wij reeds mededeelden heeft de patih van Semarang, Raden Merto Admodjo, een herinneringsboom in den tuin doen plaatsen, een jonge waringin.
Deze „Juliana-boom” nu, op den dag der geboorte van prinses Juliana geplant, werd hedenochtend door den regent van Semarang, R. M. A. Poerbo Adiningrat, opgedragen aan het bestuur van den Stadstuin en de ingezetenen van Semarang. Alle Inlandsche ambtenaren en beambten woonden de plechtigheid bij. De regent, den heer Priester toesprekende, zeide:
Mijnheer de voorzitter van den Semarangscben Stadstuin!

(tekst gaat natuurlijk verder onder de foto)
De hele foto. Wat een bijeenkomst. ‘Als vertegenwoordiger der Inlandsche maatschappij heb ik de eer bij gelegenheid van de heugelijke gebeurtenis der geboorte van Prinses Juliana, welke de Inlandsche ingezetenen op ’t zeerst heeft verblijd u, als voorzitter van den Semarangschen Stadstuin, dezen waringin aan te bieden als blijvend aandenken aan het feit dat het voortbestaan van het Oranje-huis is gewaarborgd.
De groote deelneming der Javanen zal u ervan hebben overtuigd dat de voorspoedige bevalling van H. M. onze geëerbiedigde Koningin ons allen met blijdschap heeft vervuld. Er is geen kampong waar geen vreugde heerscht. Overal zien we eerebogen opgericht, overal wappert de Hollandsche driekleur, overal zijn de huizen desavonds eenvoudig maar feestelijk geïllumineerd en op vele plaatsen weerklinken de tonen der gamelan.
Zooals u weet is ’t een oud gebruik bij de Inlanders om bij zeer belangrijke gebeurtenissen een waringin te planten. Ook bij deze gebeurtenis willen ze uitdrukking geven aan den wensch, dat het der koninklijke familie in alle opzichten naar wensch ga, dat vooral de pasgeborene prinses in voorspoed moge opgroeien.
Mijnheer de voorzitter, op verzoek van de bevolking draag ik u dezen jongen waringin op en spreek de hoop uit dat deze boom een voortdurend teeken blijve van onze gehechtheid aan het Huis van Oranje-Nassau.
“Leve de Koningin! Leve de Prins! Leve de Prinses!” Na deze opdracht sprak de hoofd-penghoeloe een gebed uit, waarop de heer Priester den boom met een enkel woord aanvaardde.
Na elk dezer toespraken klonk het Wilhelmus.

Wat een dag, wat een golven van vreugde- en zou die waringin er nog staan? Msschien is de gehechtheid verminderd na alles wat er in de oorlog is gebeurd.
Maar dat was erna.
Anno 1909 golfde de vreugde, iedereen kende de moeder Wilhelmina, de vader Hendrik, de grootmoeder Emma, een familie waar je bij wilde horen, en dat kon, gemakkelijk, een oranje strik, een parade, een boom in de stadstuin, allemaal tekenen van verbinding, van samen zijn, van misschien ook wel deel uitmaken van de grotere familie. Zoiets gaat vanzelf als je de namen en de verhalen kent.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Soldaat met Vacantie: Eindelijk Prigen!

Prigen, dat is een legendarische locatie, Oost-Java, onder Soerabaja en boven Malang. Ik kwam het hotel Prigen tegen in een oude editie van Wapenbroeders, november 1947. Inderdaad, een beladen jaar. Wapenbroeders is een ‘uitgave van en voor de Nederlandsche strijdkrachten in Ned.Indië’, dus niet echt een blad voor politieke discussies. Het biedt informatie over iets van dagelijks leven van de troepen.
De menselijke maat.

We kennen de oorlogsbewegingen uit de grote onderzoeken, we kennen de internationale verhoudingen en wat al niet.
Ik kijk altijd naar de menselijke maat. Levensverhalen. Omdat in het leven van een enkele mens vaak de hele tijd te zien is. Daarom raakte het artikel in Wapenbroeders over Hotel Prigen me.
De auteur is : v.d.H. Ja, wie? Dat is een raadsel voor ons.

H. vertelt iets over het hotel in de oorlog. Ik ga uitgebreid citeren.

  • Halverwege de weg, die van de laagvlakte naar Tretes voert ligt het Berghotel Prigen.
  • Hier was het, waar in de vooroorlogse jaren, de moede Soerabajaan de handelsdrukte en zijn plakkerige kleren placht af te leggen en in shorts en shirt de bergen in trok om een koude neus te halen.

Zo begint het. En niet alleen de Soerabajanen, hoor. Het hotel was vermaard, ik kom het jaar na jaar tegen in reisgidsen met aanprijzingen erbij. In De wegwijzer van de Koninklijke vereeniging Java motor club van 1920 staat er ook prijzen bij. Maar dat is anno 1947 meer dan 25 jaar geleden.

H. vervolgt zijn artikel:

  • De bergen intrekken is een uitdrukking, die je moet paren aan spirit en jonge benen.
  • Nu wil ik niets zeggen van de ouderdom van de toenmalige zakenwereld van Soerabaja en omstreken, maar er waren er toch ook wel onder die de wekelijkse afkoeling zochten op een minder ambulante manier.
  • Daar heeft men een berghotel voor.
  • Zwembad, tennisbanen, met djongossen en kalme wandelweggetjes voor de benen die het met minder dan bergklimmerij wilden doen.
  • Dat was het berghotel en Lustoord Prigen.

U kent toch die uitdrukking? ‘Een koude neus halen’. Daarvoor ging je ‘naar boven’. Even uit de hitte van de stad. Heel wat Hollandse mensen, die niet tegen de tropen konden, verbleven voor een kuur in de bergen. Ook was een berghotel als dit een uitkomst voor moeilijkheden, zoals een zwangerschap die onzichtbaar moest blijven of een affaire, vermoedelijk in een andere volgorde.

Inboedel

Terug naar de Wapenbroeders:

  • Toen de Jappen kwamen was dit spoedig afgelopen.
  • De jaren gingen voorbij waarin geen Hollandse stem werd gehoord in het hotel.
  • Na de Jap was het Republiek die bezit nam van het complex en het grootste gedeelte van de inboedel werd ‘gerepublikeind’ oftewel het verdween.

Veel is destijds ‘gerepublikeind’, daarvan zijn nog geen rekeningen opgemaakt.

  • Er kwam echter een dag dat opnieuw de kamers van het Hotel Prigen vervuld werden door Hollandse stemmen. Wat ruwe stemmen misschien, wat gebarsten van stof en moeheid, maar niettemin stemmen die onverdeeld hun bewondering uiten over de prachtige ligging van het hotel.
  • Eindelijk waren zij dan in de bergen, deze soldaten die langer dan een jaar geploeterd hadden in de tambaks en in het stof van de laagvlakte.
  • De eerste gedachte was, dit moet een vakantieoord voor militairen worden en die gedachte werd zo snel mogelijk ten uitvoer gebracht. Reeds enige weken na de pacificatie van dit gebied tornde een zwaarbeladen trucks tegen de steile weg op om de inboedel van het rusthuis der Xe brigade te Karaketintang te brengen. Binnen enkele weken werd het een home.

Soerabaijasch Handelsblad, 29 juni 1900

Zo gaan we met grote stappen door de tijd heen. Dat het hotel een eigenaar heeft, of heeft gehad, is voorbij. Ach, en in de oude kranten staan nog advertenties die dat vermelden.
Nu komt een kijkje in het militaire leven in het hotel. Wat doen ze?

  • Door een gordel van wolken kijken nu de toppen van de Welirang en Ardjoeno naar het gespartel van bruingebrande lichamen in het water dat ècht koud is of naar de bodies die zich laten hoogte- zonnen door een zon die niet echt warm is.
  • Binnenshuis is het ook kits. Aan dedrie lange tafels schikken elke dag een 59-tal mannen aan om het werk van de kok, sergeant Kok, “te keuren.”
  • In behoorlijke witte borden en schalen smaken de aardappelen groente en fruit beter dan in de eeuwige messtins.
  • In de paviljoens aan de overzijde van de weg bevinden zich de kraakzindelijke slaapkamers die elke ruimte bieden aan vijf man; inplaats van modder en planken, vindt de soldaat hier een gerieflijk bed met lakens.
  • Als het avond wordt en het buiten koud begint te worden, komt alles tezamen in de grote cantine. Een aardig zaaltje met een bekleding van gebeitst hout die iets van de sfeer van de Europese jeugdherbergen heeft.
    In de kleine bar in de hoek staat de Groninger barkeeper Doesburg, zijn bier en limonade te schenken.
  • Radiomuziek mengt zich met het gegons van stemmen. Als één van de jongens het pianospelen machtig is, schuiven allen hun stoelen om de vleugel en klinkt in de zaal het soldatenlied of een filmsong door een machtig koor.
  • Achter de cantinezaal in een kleine vertrek klotsen de biljarten en tekkeren de ping-pongballen van de binnenhuis sporters.
  • Het kleine kantoortje naast het huis straalt nog licht uit. Hier is soldaat Beekenkamp uit Bussum nog druk bezig met het sorteren van pas uit Soerabaja gearriveerde post verder verzorgt Beekenkamp de gehele administratieve rompslomp die het beheer van de vakantieoord met zich meebrengt.
  • Na gedane arbeid is het goed rusten, meent corporaal Engels van II-10 R.I. en een rust in het klimaat als Prigen heeft, zal dubbel waarde hebben.

Daarmee eindigt het artikel, maar er is een nabrander. Eronder staat dat de bovenbeschreven verlofgangers naar elders zijn overgeplaatst em dat Prigen een andere bestemming krijgt: gehuwde militairen en hun gezinnen van de Staf A-Divisie, divisie en territoriale troepen en diensten X-Brigade, 4 Inf. Brigade en de Mariniers Brigade’. In totaal 23 gezinnen.

Uit het artikel. Het papier is vergeeld. na al die tijd.

Pyjama

Hetzelfde artikel kwam ik ook tegen in de Nieuwe Courant (17 oktober) met enkele toevoegingen en details:

  • Een pyjama: ‘Ook hier vindt de soldaat, die gewend is aan modder of harde planken, tot zijn verrassing een geriefelijk bed, met lakens en een pyama.’
  •  Soldaat eerste klasse Beekemkamp weet meer: ‘Hij vertelt ons dat men zeer binnenkort de accomodatie van het hotel hoopt uit te breiden tot 85 bedden, een mooie prestatie, vooral als men weet hoe moeilijk het is om aan materiaal te komen.’

Toen dacht ik, hoe zou het daar nu zijn? En ziet, Google is my friend. Meteen kreeg ik beelden van mooie hotels te Prigen. O, als de muren eens konden praten!

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Eddie Samson: ‘Ik ben 100% Indo, Indisch’

Eddie Samson (1934-2024) is deze week naar de hemel vertrokken, las ik, en dat raakte me. Omdat ik hem in 2015 ontmoette en onder de indruk raakte. Hij woonde tien in Soerabaja, nadat zijn vader had besloten dat het gezin Warga Negara werd. Hieronder zijn portret, dat ik overneem uit mijn boek over HALIN.

Zorg voor het verleden

Eddie Samson is een uitzonderlijke man. Hij spreekt snel, geconcentreerd en met kennis van zaken over het Nederlands erfgoed in Indonesië. Daar zorgt hij voor als Indische man. Zorgen voor het verleden is belangrijk voor hem. Weten wat geweest is, dat in ere houden als het goed was. Van het slechte lering trekken, dus kritisch durven zijn. In die zin is hij activist en daardoor werd hij een plaatselijke beroemdheid. Indonesische kranten schrijven regelmatig over hem en over zijn betrokkenheid bij voormalige koloniale gebouwen, begraafplaats of boeken.
Eddie spreekt even vloeiend Indonesisch als Nederlands en heeft overal een opinie over. Nederland, het land waar zijn hart naar uitgaat, heeft hij nooit gezien. Aan de muur van zijn huis hangen drie portretten in een lijstje: koningin Wilhelmina, koningin Juliana en koningin Beatrix. Drie vorstinnen, die voor Eddie elk het gezicht van dat verre land zijn.

Hoop, geloof en liefde

Het gaat om de juiste mentaliteit, legt hij uit. Heb je die dan red je het. Wat er ook gebeurt. Wat hemzelf betreft: ‘Je mag niet zeggen: “dit is mijn lot”. Het leven is een strijd, Je moet dus strijden, je moet actief zijn. Je moet daden bij de woorden doen. Je moet hoop, geloof en liefde hebben. De maker daarboven wil dat zo: je moet doen, je gedrag en je woorden moet één zijn, dat moet in overeenstemming zijn met je verlangens. Je kunt niet gaan rondhangen en naar Nina Bobo luisteren, dat is gemakzuchtig. Veel mensen zijn zo. Ik niet.’

‘Alles voor de Indo, ja’

Met die mentaliteit leeft en werkt Eddie. In zijn dagelijks leven, waar hij zijn gemoedsrust moet zien te bewaren. In zijn werk voor de Indische verenigingen en voor het koloniaal erfgoed in zijn stad. Het verleden, dat bestaat en het bestaat niet voor hem. Hij weegt het hardop tegen elkaar af. Enerzijds is het voorbij: “Al is al. Soedah. Een streep eronder.’ Anderzijds, ja, anderzijds is het niet vergeten: ‘Je kunt ervan leren.’ Want de kinderen van Indische mensen die Warga Negara werden, moeten weten wat hun afkomst is.
Eddie: ‘Wij leven hier in Indie als de laatste der Mohikanen. Straks zijn we er niet meer. Zeg over tien jaar, twintig, dan zijn er geen ouders meer die vragen kunnen beantwoorden. Het gaat verloren. Dat doet wel pijn hoor, dan kunnen wij niets meer vertellen. Ze zeggen gemakkelijk: ‘Mijn vader is peranakan-Indo, maar echt begrijpen kunnen ze dat straks niet meer.’ Iets of meer dan iets, blijft wel bewaard in Bureau De Indo. Dat is het tijdschrift van de Indische Vereniging waar Eddie lid van is. Elke drie maanden verschijnt het blad. Ze hebben bijeenkomsten. ‘Alles voor de Indo, ja.’

100% Indo

Eddies vader, Johannes Alexander Samson, bezat het Nederlands paspoort en was Nederlander. Zijn moeder Femina Koraag ook. Maar toen zijn vader op 17 september 1951 Warga Negara werd om zijn pensioen te kunnen behouden, werden de anderen dat ook. Zo waren de regelingen. Eddie begrijpt de regeling, maar heeft bezwaar tegen de uitvoering: ‘De namen van mijn moeder en mij komen niet voor op de optieverklaring. Ik was minderjarig en kon niet zelf beslissen. Uit onwetendheid heeft mijn vader in 1951 of 1955 mijn paspoort en dat van mijn moeder ingeleverd bij het Nederlandse consulaat in Soerabaja.
Dus ik ben zeker niet uit eigen wil Indonesiër geworden. Daarvoor heb ik nooit gekozen. Ik ben in merg en been, ook met het bloed en lichaam 100% Indo, Indisch. Ik ben westers opgevoed, mijn omgeving, cultuur, school, opleiding, werkkring waren en zijn Nederlands. Maar door het opteren van mijn vader werd ik als minderjarige Indonesiër.’

‘Toen dacht ik wel,
was ik maar donkerder’

Hij heeft een roerige tijd achter zich liggen, dat moet hij beamen. De oorlog, de Bersiap, Nieuw-Guinea, alles heeft hij meegemaakt. ‘Je had periode één,’ doceert Eddie, ‘dat was voor de oorlog. We waren allemaal Europeanen, of we nu Engels waren, Duits, Hollanders. Toen kwam periode twee, dat was de Japtijd. Dat was een slag. Mijn vader moest in de gevangenis, ik moest werken in de gaarkeuken. Het duurde tot en met 1945. Omdat ik blank ben, was dat voor mij niet zo veilig om op straat te lopen. De buren hield zich liever afzijdig. Toen dacht ik wel, was ik maar donkerder. Dan krijg je de derde periode. De revolutie, de Bersiaptijd. Mijn vader werd opgesloten en afgeranseld door de pemoeda’s en ook mijn moeder en ik werden opgesloten. We zijn door de Engelsen bevrijd. Tijdens de oorlog zijn we alles kwijtgeraakt. Een rijwiel, kunst, schilderijen, waardevolle boeken en antieke collecties en onze Philips radio. Ik kon drie en half jaar niet naar school gaan.
Komt periode 4, toen ging ik weer naar school, een leuke tijd. Ik was geliefd bij de meisjes. Ze vonden me galant. Stout met meisjes was ik nooit. Als ik verliefd was, dan voelde ik me blij als ik haar een hand mocht geven. Maar de HBS werd gesloten, die heb ik niet kunnen afmaken. Toen ben ik gaan werken.’

Kippetje achterop

Daarmee kwamen er inkomsten. Geld. Eindelijk, voor het eerst na al die benauwde jaren, de kans om zelf te beslissen, om het leven vorm te geven. Ondanks de pesterijen van Indonesiërs omdat hij zo licht was en de moeilijkheden die dat op het werk opleverde. Hij bleef anders, want hij had Nederlands bloed. Zijn generatiegenoten maakte hetzelfde mee.
‘De meeste jeugd was toen kapot,’ zegt Eddie nuchter. ‘We waren bang voor de toekomst, dat is door de Jap gekomen. We wisten niet wat we met het leven aan moesten, dus toen ik begon te verdienen… het was of er een paard van de stal was losgekomen… Ik kon kopen wat ik wou. In die tijd begon ik te roken en te drinken. Bier. Soms borrels. Dat was erg duur. Ik kon het betalen, maar aan het eind van de maand was het altijd nul. Ik had een fiets en vaak een kippetje achterop, een meisje. De jongen was de haan. Djago.’

Oorlog

‘In die tijd was ik de eerste voorrijder bij de motorclub Soerabaja. Dat vonden ze wat, een kleine man op zo’n grote Harley Davidson, dat trok de aandacht. Na vier, vijf jaar ben ik daarmee gestopt omdat ik steeds duizelig was en vaak donkere vlekken voor mijn ogen zag. De stabiliteit was er niet meer. Dat komt als je niet genoeg slaapt. Je krijgt misselijkheid en koortszweet. Zo maken de meeste mensen een ongeluk.’
En hoe dat kan, niet genoeg kunnen slapen? Dat komt door alles waarover Eddie zwijgt. Wat hij als jonge jongen heeft moeten doorstaan in oorlog en Bersiap.

Sinds Nieuw-Guinea werd overgedragen aan Indonesië, heeft hij geen last meer gehad van discriminatie, vindt hij. Dat hij toevallig wat blanker is dan anderen, maakt niet meer uit, zegt hij. Hij is en blijft ‘Indisch in hart en nieren’, dat zeker. Nederlands? ‘Dat is een paspoort kwestie.’ Die heeft hij vaak willen oplossen. Twee keer vroeg hij een visum aan om naar Nederland te mogen gaan. Twee keer werd hij geweigerd. Een smeekschrift aan koningin Juliana ook. Hij probeerde als verstekeling Indonesië te verlaten, maar ook dat mislukte. Nu heeft hij er meestal vrede mee op een filosofische manier: ‘Mijn moederland is in handen van Indonesiërs, Holland is en blijft mijn vaderland.;

Hollands voetbal

De laatste jaren is Eddies leven overzichtelijk. Elke dag staat hij om 5 uur ’s morgens op. Dat gaat vanzelf tot de moskee In de buurt. Dan wandelen. De krant lezen, baden, schrijven, bezoek. s Middags een uur slapen, dan baden, koken en dan is het alweer avond:
‘Als er voetbal is, zit ik de hele tijd voor het scherm. Ik ben gek op Hollands voetbal. Ik ken de voetbalwereld uit mijn hoofd. Soms bel ik Holland ook op met een telefoonkaart die ik gekregen heb. Ook mijn kennissen in Australië en Amerika. Je moet de mensen blijven volgen. Dan ben ik om vier uur weer wakker. De tijd gaat verbazend snel, vooral als je erg druk bent.’

Romantisch

Je moet wat van het leven maken, vindt Eddie. Ondanks wat er op je pad komt. Geldt ook voor de liefde:
‘Vroeger was ik altijd verliefd. Als een meisje vrij was, kon je dat zien, want dan droeg ze vlechten. Had ze twee vlechten, dan was ze ongetrouwd, dus dan mag je een kans wagen. Een vlecht voor en een vlecht achter, dan is ze verloofd. Je mag nog een kans wagen. Heeft ze twee vlechten voor, dan is ze getrouwd. Klaar.’ Hij is nog romantisch, ook in zijn huwelijk. Zijn echtgenote is Javaanse en dat was eerst moeilijk: ‘De Javaanse vrouw, vergeleken met een Hollandse is heel verschillend. Ze zijn niet zo romantisch als Indische jongens. Ik kan haar wel een zoen geven. Dat wilde ze vroeger niet uit verlegenheid, later wel, toen was ze verindischt. Samen hebben ze vier kinderen, de twee uit Eddies eerste huwelijk brengt ze met liefde groot. Geen van de kinderen spreekt Nederlands: ‘Ze hebben dat nooit geleerd op school. In de omgang Nederlands spreken was taboe voor ze. De leerboeken waren in de Indonesische taal. Ik zou wel willen dat ze Nederlands spraken, maar dit is een andere generatie. Het is te laat en nu kan het niet meer.

Rijk aan verleden

Te laat, maar niet voor de gebouwen uit de Nederlandse tijd. Met anderen werkt Eddie voor het behoud van het verleden in Indonesië. Wat geweest is, hoeft niet meteen afgebroken te worden. Bewaar het toch, denkt hij, bewaar IJssalon Zangrandi, het oude station Goebeng, het graf van journalist Von Faber en veel meer. De stad is rijk aan verleden en als je dat weghaalt, verdwijnt het fundament. Hij heeft het er druk mee: ‘Ik zit in veel clubs en doe veel radio-interviews, vaak in de uitzending van Suara Soerabaja, de stem van Soerabaja.’

Soms piekert hij en dan slaapt hij nog minder, maar en daarmee praat hij over het piekeren heen sinds zijn dochter ervoor zorgde dat zijn huis ventilatie kreeg, gaat het beter. Hij heeft heus vrede mee dat hij in Indonesië is gebleven. Dat komt omdat hij voor zichzelf duidelijk weet wie en wat hij is: “Indisch wil zeggen dat je hier geboren bent, dat je geen Indonesiër bent in je cultuur. Je gaat met je hart naar Holland ofschoon vanwege mijn band met Suara Surabaya hoor ik 100% hier, ondanks alles. Toen wilde ik graag weg naar Holland. De kinderen? Ze weten wat Indisch is. Ze weten dat vader een peranakan-Indo is, van gemengd bloed, een Indo Belanda, ze voelen niet als Indo, ze weten alleen dat ze Indisch bloed hebben. De kleinkinderen zijn Indonesisch. Ze noemen me Opa. Een Hollands woord. Het komt niet voor bij de Indonesischen. De kinderen noemen me Pappie. In mijn Kampong noemen ze ons Pappie en Mammie. Het zijn een paar Hollandse woorden die hem veel doen. Mijn vrouw spreekt liever Indonesisch, maar wat Pappie en Mammie betekent, dat weet zij ook.

Balans

Dus zo heeft Eddie Samson uiteindelijk een balans gevonden. Hij leeft in het heden en zorgt voor het beste van het verleden. Hij is Indonesisch als het moet en Nederland Nederlands waar het kan voor zichzelf 100% indo, dat telt het meeste.
(Foto’s: Rino Berhitoe)

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Leve de Soerabaische voetbalvereeniging T.H.O.R.

THOR in 1920, namen ontbreken helaas. Misschien was dit een atletiektak.

Leve de Soerabaische voetbalvereeniging T.H.O.R., dat schreef het Weekblad voor Indië in april 1916 nog net niet. Maar de vreugde over de groei en bloei van de club was voelbaar in het vleiende artikel dat een zekere A.v.L. schreef. Het Weekblad werd in Soerabaja uitgegeven. Vandaar het enthousiasme, vermoedelijk.

In het artikel las ik namen die anno 1916 bekend waren. Toelichting ontbrak. Want dit schrijft het Weekblad:

  • De geschiedenis van vele dingen in deze koloniën begint aan de bittere tafel en menige voetbalvereeniging dankt haar ontstaan aan een dergelijk onderonsje. Zelfs wanneer de paït in overvloed is genoten, heeft deze of gene nog een helder ogenblik en wordt wel eens een denkbeeld opgeworpen dat enthousiast ontvangen en later verwerkelijkt wordt.
  • In de geschiedenis van T.H.O.R. blijkt Stoovelaar na een natte zitting aan de ronde tafel en in de bekende wipstoelen een voorstel voor een voetbalvereeniging op de proppen te hebben gebracht. Het werd werkelijk au sérieux genomen en aan het einde der lange disputen was de oprichting van de vereeniging onder de leus en den naam: “Tot Heil Onzer Ribbenkast.” Dat was in 1901.
  • Toen dit eenmaal besloten was, stond de bitterkring op, werd het glas in één teug geledigd en klonk wat onvast, maar niet zonder ontroering het: And he’s a jolly good fellow.
  • Het eerste bestuur bestond uit de heeren Stoovelaar voorzitter, Heymering secretaris en Piet Koopman captain.

Bekende namen, toen. Helemaal in de voetbalwereld. Stoovelaar was een man die kon drinken en die gezag had. Dat kan een gevaarlijke combinatie zijn, maar het kan dus ook leiden tot een sportclub.

Toeloop

Voetbal was destijds in opkomst als sport. Vooral of alleen voor mannen, die vermoedelijk net als in Engeland, min of meer uit een goed milieu kwamen. Met het opsommen van de namen uit de begintijd van T.H.O.R. blijkt weer hoe bekend dan wel beroemd de mannen moeten zijn geweest. Een uitleg of toelichting ontbreekt. Lezers moeten geknikt hebben: ja, hij en hij. Het Weekblad voor Indië:

De toeloop was buitengewoon. Jongelui met een toekomst op voetbalgebied en anderen die het mooie spel nooit zouden leren, meldden zich aan. Van de bekendste uit dien tijd noemen wij slechts

  • Egas
  • Koopman
  • Pas
  • Grootenboer
  • Jan Meyer
  • Leo van der Velde
  • Croqué
  • de gebroeders Braam Morris en
  • Feuerberg.

De foto in het artikel, Wie wie is, wist iedereen toen. (Ja, hoe zit het met uw foto’s, noteert u wie wie is?)

(tekst gaat verder onder deze fraaie afbeelding)
De jonge vereeniging was verre van bescheiden. Haar eerste uitdaging groot E.C.A., die toenmaals voor den kampioen van Soerabaja doorging. De uitslag overtrof de stoutste verwachtingen, T.H.O.R. speelde gelijk!
Van dien af aan ging het crescendo en brak voor haar een tijdperk van glorie aan. Haar ledental breidden zich uit en tot de beste gingen behooren:

  • Taswell
  • Campbell
  • Van Thiel
  • Pownall
  • Vader
  • Taylor
  • Hekkie Cramer
  • Carli, genoemd de onvergetelijke
  • Beumer
  • Joakim
  • Mannie
  • en Sol.

Vereenigingen

Uit het slotstuk blijkt wat een enorme voetbalstad Soerabaja geweest moet zijn. T.H.O.R. groeide en had ambitie. Maar er waren andere clubs, schrijft het Weekblad:

  • Het werd een ware loopgraven-oorlog met E.C.A. Beide verenigingen wilde geen duim grond wijken op het veroverd gebied en de uitvallen die van beide zijden ondernomen werden, waren even verwoed als veelvuldig.
  • Oorspronkelijk speelde T.H.O.R. aan de Grisseeschen weg, later op het militaire schijfschiet-terrein tot zij eindelijk in 1908 een eigen veld kreeg. Op haar initiatief kwam in 1904 een plaatselijke voetbalbond tot stand.
  • Toen deze spoedig ontbonden werd, kwam een tweede die tot 1909 in het leven bleef, maar in dat jaar kwam er een scheuring in de Soerabajasche voetbalwereld en scheidden zich T.H.O.R. met S.V.S., Excelsior en S.B.F.C. af om een nieuwe bond, den tegenwoordigen S.V.B. te stichten.

De S.V.B. Vermoedelijk: de Soerabajasche Voetbal Bond. Dus vier verenigingen al hierbij aangesloten, en dan mogelik elftallen van verschillend niveau, de spelers, de reserves, de coaches, en misschien ook wel een of enkele jeugdelftallen. Al die mensen kenden elkaar min of meer. Hoe zou dat geweest zijn?
Het interessante van clubs en verenigingen is dat ze altijd hetzelfde zijn, ongeacht hun aard en opzet. Je hebt de voortrekkers, meelopers, rebellen. Je hebt meeslepende voorzitters die durven veranderen en je hebt voorzitters die niks aandurven.
Elke club en vereniging is een mini-wereld.
Ook in Soerabaja.

Bloeitijd

Het Weekblad voor Indië wil ook journalistiek zijn. De eerste opmerking van het slotstuk laat zien dat er vermoedelijk een flinke dip is geweest. Belangrijker is het jubelende einde:

  • Ook T.H.O.R. toch kende een tijd van de reactie en malaise waarvan zij nog niet geheel hersteld is. Zij gaat weer beter spelen en bezit tenslotte in de heeren Egas en Binnendijk twee bestuursleden die de lange geschiedenis meemaakten en thans nog met ijver en energie werkzaam voor haar zijn.
  • Dat is de beste waarborg voor haar toekomst. T.H.O.R. herdenkt thans haar vijftienjarig bestaan met seriewedstrijden die veel succes hebben.
  • Wij wensen de vereeniging nog een lange bloeitijd toe.

Het mooie van namenlijstjes is dat er verbanden ontstaan. Wie kende wie. En waar, en wanneer. Zoekt u iemand van de familie uit de vorige generaties, dan zijn zulke lijstjes een goudmijn. Want u weet dan: u kunt op zoek naar andere nazaten, en samen weet u meer.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Wat er 15 augustus in Indië gebeurde

15 augustus15 augustus 1945 is een beladen datum. Je hoort het en van binnen deins je meteen terug. Want ja, die dag capituleerde Japan en toen begon een nieuwe oorlog.

Voor mij is het een dag waar ik niet goed weg mee weet. Enerzijds denk ik: eindelijk, die capitulatie. Anderzijds weet ik iets over de zwaarte van de jaren die erna kwamen, vol geweld en oorlog, die verschrikkelijke Bersiap. Dan de golven waarin Indische Nederlanders naar Nederland gaan. Je geboorteland verlaten, weten nooit-meer, en dan hier moeten zijn.

Anders

Het is een dag die een soort schakel is. Tussen de oude Indische tijd, de ellende-tijd en de nieuwe tijd.
Zo anders dan in Nederland. Hier zijn foto’s gemaakt van blije mensen op straat, Nederlandse vlaggen weer uit, het oogt als een groot feest. Tot je bedenkt wie er allemaal niet op staan, omdat ze zijn weggevoerd. Toch zijn er die foto’s, ze bepalen het beeld van de bevrijding.
In Indië zijn er andere beelden, zo veel, ze passen niet eens in een enkel album.

  • Mensen in de Japanse kampen die iets hadden gehoord, die weg gingen, op zoek naar familie, ondanks alle gevaren.
  • Buitenkampers die niet wisten wat er nu zou komen, de Hollandse tijd was weg, de Jap ook, en dan nu wat?
  • Krijgsgevangenen. Sommigen hoorden het veel later.
  • De KNIl-militairen in Australië; er waren officieren die meenden dat nu een offensief genoeg was om Indië weer onder Hollands bestuur te brengen.
  • Er waren ook kinderen van Japanse militairen, Indisch-Japans, wat zullen vooral de moeders angst hebben gehad.

Wihelmina

In de krant Het dagblad, uitgave van de Nederlandsche Dagbladpers te Batavia van november lees ik over de troonrede van Wilhelmina, per radio in Indie te beluisteren:

  • Met groote zorg volg ik de ontwikkeling van de gebeurtenissen op Java. In gespannen medeleven volg ik het lot van duizenden Nederlandsche mannen, vrouwen en kinderen, vaak beroofd van alles wat zij bezaten en voor een deel ook nog niet bevrijd.
  • Ik versta de gevoelens van bitterheid, die heerschen in de harten van hen aan wie dit groote onrecht is aangedaan en betreur diep het leed dat over de bevolking van Java is gekomen.
  • Getracht zal worden dit zoo zwaar beproefde land voor de toekomst te redden, de toekomst van het Gemeenebest, gebouwd op een vrijwillig aanvaarden van de Rijkseenheid.
  • Geen koloniale overheersching zal worden nagestreefd, doch slechts een eendrachtige samenwerking tusschen Indonesiërs en Nederlanders, op een harmonische ontwikkeling van Indië en de zorg voor de veiligheid en welvaart van Indië zal niet uit het oog worden verloren.

Woorden waaruit al het besef sprak dat het Indië heel anders zou zijn. En ook met besef dat zo velen zo veel kwijt waren. Toen moesten die andere oorlogsjaren nog beginnen.

Soerabaja

Even verderop in de krant lees ik een persoonlijk verslag uit de realiteit:

  • Een ex-burgergeinterneerde schrijft ons het volgende. Na twee jaar gevangen gezeten té hebben kwam ik 27 Augustus te Soerabaja aan, waar mijn familie woont.
  • De ook wel „defait’sten” genaamd, beweerden dat het nog wel veertien dagen zou duren voor de geallieerden zouden komen, wier komst intusschcn met spanning verbeid werd.
  • In September werd alvast een begin gemaakt met het opruimen van het „oorlogskleed” van de krokodillenstad. Schuilkelders verdwenen, winkels kregen weer Engelsche en Nederlandsche opschriften, enz.
  • In het midden der maand landden geallieerde officieren met parachutes. Binnen 24 uur konden zij het eerste incident meemaken: het vlagincident waarbij mr. Ploegman, de bekende I.E.V.-er, gedood werd.
  • Inmiddels werd de houding der Indonesiërs steeds neer anti-Japans. Op 2 October had de eerste uitbarsting plaats en in den loop van den dag kregen de Indonesiërs met het Japansche militaire materiaal de macht in handen.
  • Dienzelfden middag arriveerden, in het heetst van de gevechten, de eerste en laatste vrouwentransporten uit Midden-Java. De dames werden onder bewaking van Indonesiërs baar voor haar bestemde huizen op Darmo en Goebeng gebracht.
  • De houding van Indonesiërs was in die dagen zeker niet stérk anti-Nederlandsch. Doch tegen 10 October begonnen de extremisten zich tegen ons te keeren.
  • Dagelijks werd de toestand dreigender.

Dat zegt iets over de chaos die er toen was. Heden, verleden en toekomst liepen door elkaar heen. Voor ons, van na die tijd, onvoorstelbaar. Ook daarom volg ik de Indië-herdenking. Willen begrijpen en weten: kan niet.
Ik lees levensverhalen over de tijd van toen, van degenen die het hebben meegemaakt, en elke keer weer ben ik verbijsterd. Dat zoiets kan. En hoe lang die andere oorlog na de capitulatie duurde. Om daarna nog mee te reizen naar Nederland, in de generatie die het had doorstaan, en hoe de oorlog verder reisde door de generaties heen.

Het is ingewikkeld, zeker weten. Maar het is wel Indië, het is deel van de nationale geschiedenis. U en ik zijn verplicht om te proberen dit te begrijpen.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat. (0pent in een nieuw venster)

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

O, die geweldige grote Indische families, waar zijn ze?

Indische familieEr zijn Indische families, van naam en faam, groot en vertakt in ik weet niet hoeveel hoofdtakken en zijtakken en bescheiden kleine takjes die het leven ook waard zijn, en toch denk ik: waar zijn ze? Waar zijn die geweldige grote Indische families?

Bandoengers

Misschien komt het door de corona-tijd, maar ik heb de indruk dat er voor die periode veel meer bijeenkomsten waren. Meer reünies. Ook van scholen. Van steden.
Ik herinner me een grote bijeenkomst van Bandoengers waar een informatiestand was met van alles over Hotel Homann. De meesten die er waren wisten alles al daarvan, genoeg die er nog hadden gedanst, maar ik niet, nooit, dus ik stond met grote ogen te kijken.
Bandoengers, waar gaan jullie tegenwoordig heen? (En mag ik daar ook komen?)

Soerabaja Fuif

Ook herinner ik me een overweldigende Soerabaja Fuif – met hoofdletters – in een hotel. Er was een foto-tentoonstelling op grote panelen gemaakt, zig-zag door de zaal met een volle dansvloer. Het was zo veel, dat ik buiten op een bankje even moest pauzeren. Maar ja, daar hoor en zie je ook van alles.
Dergelijke fuiven zijn er geloof ik niet meer.

Indische familie

En