Sarekat Islam

Leve de Heer en Mevrouw Soesman! (1919)

soesman
De Heer en Mevrouw Soesman te midden van familieleden, vrienden en bekenden. Dat is het enige bijschrift dat De Reflector in 1919 geeft bij een grote foto. Wie is wie?

Toen wist iedereen het, nu niet meer. Het is een aanmoediging voor ons allemaal om per vandaag op te gaan schrijven wie er op de foto’s staan die we in ons bezit hebben. Want een paar generaties verderop voelen ze zich zoals u en ik als we naar die mooie foto kijken, vol verlangen deze namen te leren kennen, omdat de namen ons dichter bij de mensen van toen brengen. Wie ze waren, wat ze verlangden en wat moeilijk was. Gewoon, hun leven in Indië.
Hier komt de foto. Daaronder schrijf ik verder.

soesman

De Reflector geeft wel informatie waarmee we verder kunnen zoeken. Dat heb ik een beetje gedaan, omdat ik een zwak heb voor de naam ‘Soesman’. Die kom ik vaak tegen in boeken over Indië. Er was een hotel Soesman, een toko Soesman dacht ik, in Semarang. Een arts Soesman. Noem maar, noem maar.

Zo begint De Reflector het artikel:

  • De heer Soesman, administrateur van suikerfabriek Soember Karang, vierde vorige week een dubbel feest, vertelt het Soerabaiasch Handelsblad.
  • Ten eerste was het de dag, waarop hij 25 jaar in den echt verbonden was met de dochter van welbekende heer van Aalst van Probolinggo; ten tweede nam hij bij het scheiden van zijn betrekking als beheerder van Soember Karang afscheid van het personeel.
  • ’s Morgens boden de geëmployeerden de familie Soesman een keurig zilveren theeservies aan en kwamen vele hunner kleintjes die door mevrouw Soesman nog ‘gebakerd’ waren, afscheid nemen van hun tweede moeder.

De suikerfabriek kwam ik in de archieven tegen als Soember Karang en Soember Kareng, een lettertje verschil dus.
Vooral die laatste alinea trof me.

Mevrouw Soesman

In die laatste alinea staat dus, dat mevrouw Soesman werkzaam was als vroedvrouw in de informele gezondheidszorg. Niet elke suikerfabriek had immers de beschikking over een arts en als een bevalling eenmaal begint, dan wil je er iemand bij hebben. Wie de ‘geëmployeerden’ waren, begreep toen iedereen.
Nu vermoed ik: vooral de Europese geëmployeerden. De inheemse geëmployeerden misschien ook, maar zij hadden veelal toegang tot een doekoen die ook kon helpen.
Die informele gezondheidszorg in Indië is razend interessant. Vooral vrouwen functioneerden hierin, met een eigen patiëntenkring en een eigen aanzien en – voor een vrouw in die tijd belangrijk – de mogelijkheid om economisch zelfstandig te zijn.
Over dit en aanverwante zorgcircuits schreef Liesbeth Hesselink een interessant proefschrift: Healers on the colonial market; Native doctors and midwives in the Dutch East Indies (2011). Het is te downloaden, zolang het duurt, klik en kijk hier hoe dat gaat. (de link is:  https://library.oapen.org/handle/20.500.12657/34586)

Ook ‘mijn’ mevrouw Kloppenburg-Versteegh staat in het boek als een belangrijke Indische kruidengeneeskundige.
Nu weer terug naar De Reflector.

Den Javaan

  • ’s Avonds was het dansreceptie.
  • Om half negen kwam het inlandsch personeel zijn opwachting maken toen alle gasten onder wie wij een groot deel van de Probolinggosche suikerwereld, en den Regent en den controleur opmerkten, reeds verzameld waren in het oude administrateurshuis.
  • De bevolking kent de heer Soesman, die bijna een kwart eeuw op de fabriek zit, waarvan 10 jaren als employée, en als administrateur, als een edel man die warm met zijn volk mede voelde en mevrouw Soesman als een vriendelijke altijd hulpvaardige raadsvrouw.
  • Omgekeerd heeft de administrateursfamilie ruim gelegenheid gehad om in den Javaan het vele goede te ontdekken dat in hem zit wanneer hij niet door verkeerde kuddeleiders op dwaalwegen geraakt.

Oei-oei-oei. Dat is een stevig woordje maatschappijkritiek. Waar zitten die ‘verkeerde kuddeleiders’? Vermoedelijk bij de Sarekat Islam, de beweging van de inheemse bevolking. En ook razend snel groeiend, precies wat de koloniale maatschappij altijd gevreesd had. Want de Europeanen waren getalsmatig in de minderheid. Een ‘kudde’ die geleid werd, kon veel schade aanrichten. Maar in het leven van de Soesmans was dit niet aan de orde. Of niet helemaal.
Toch was het duidelijk dat anno 1919 Indië aan het veranderen was. Moderner, democratischer zelfs. In dat jaar werd ook het Indo-Europees Verbond (IEV) opgericht. Mensen lieten hun stem horen. Vrouwen hadden ook al stemrecht gekregen.
Dat hebben de Soesmans allemaal gezien. Je gaat meteen hopen dat de heer dan wel de mevrouw Soesman een dagboek bijhielden. Met foto’s.

Malang

De Reflector vervolgt:

  • De Reflector voegt zijn wensen bij die van het publiek van Probolinggo en wenst der familie Soesman een prettige rusttijd in het koele Malang na haar welbesteed leven in de suikerwereld.

Ja, Malang, heerlijk is het daar. Dus ik keek in de oude Indische kranten naar het vervolg van dit verhaal. En wat staat er: al enkele maanden na zijn afscheid is de heer Soesman van zijn aardse taken ontheven.
SoesmanKassian, mevrouw Soesman. Hopelijk was er pensioen. En genoeg. Anders kon ze weer verder met bakeren, kinderen worden immers altijd geboren.
Het stemt tot nadenken. Over het universum dat elke suikerfabriek was. Over families in Indië. En ook weer, steeds weer, wie toch al die mensen op de foto waren en hoe het ze vergaan zou zijn. Heerlijk, denken over Indië. Voorbij, maar niet, nooit te vergeten.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

Het roemruchte proces over de vergiftiging van K. Grutterink

vergiftiging Het leek een eenvoudige strafzaak: ex-njai vergiftigt Europeaan. Maar anno 1923 waren de koloniale tijden niet meer wat ze geweest waren. Het Europees prestige was kwetsbaar en moest rekening houden met de publieke opinie, ook en misschien vooral van Inheemse zijde.

Deze strafzaak groeide uit tot een van de beroemdste processen in decennia. Had de Soendanese Anna werkelijk arsenicum gebruikt of niet?

De eerste berichten in de Preanger-bode over de Bandoengse zaak waren weinig opvallend. Alweer een wrokkige vrouw, en zo harteloos ook.

  • 23 februari 1922: We vernemen dat de heer Grutterink, employé der onderneming Tjikembang, is overleden als gevolg van vergiftiging. Hiervan wordt de familie zijner ontslagen bediende verdacht. De justitie stelt een nauwkeurig onderzoek in.
  • 1 april 1922: De gewezen huishoudster van den overledene, een Soendaneesche vrouw, Anna geheeten, heeft bekend, dat ze door een helpster van een der bedienden „iets” door de melk van den overledene heeft laten mengen, maar zij ontkent dat het arsenicum en beweert dat het nagel-schrapsel geweest is.
  • 5 april 1922: Op last der justitie werd het lijk van den op 21 Maart begraven emploijé Grutterink der onderneming Tjikembang, die, naar aangenomen wordt, door vergiftiging den dood vond, gisterochtend weer boven de aarde gebracht. Het lugubere werk geschiedde door het personeel van het kerkhof alhier onder leiding van den opzichter der begraafplaats, den heer Nienkemper. Verder waren tegenwoordig commissaris Heijnen en de Inlandsche vrouw, gewezen huishoudster van den doode, van wie vermoed wordt, dat zij den heer G. deed vergiftigen. Het is een kleine, jonge vrouw van 17 á 18 jaar. […] De hernieuwde sectie was noodig, daar de vorige geen voldoende aanwijzingen had opgeleverd voor de doodsoorzaak.

Huishoudster

Uit de aanhoudende stroom krantenberichten kwam meer informatie naar voren. Anna bleek Nji Anah te heten. De erkenning van haar eigen naam, dus niet een gegeven Europese, toonde al dat ze buiten het koloniale oog om, een eigen identiteit bezat.
In december 1922 vernam het nieuwsgierige lezerspubliek enkele details over het samenleven van Grutterink en Nji Anah: “Zij was gedurende elf maanden huishoudster geweest van den heer G. Van dezen kreeg zij veel mooie kleeren, een salaris van f 25 ’s maands en bovendien alles vrij.”
Een later krantenbericht sprak over cadeautjes.
Via de omrekenpagina van het IISG leerde ik: 25 gulden toen, is nu een kleine 200 euro. Geen groots inkomen, maar wel vast en met extra’s. Anderzijds: je was wel ook ’s nachts huishoudster, dus dan is het schamel betaald.
In september 1923 zal ze een hoger bedrag noemen: ‘elke maand ongeveer 55 gulden te hebben ontvangen; zij voerde de geheele huishouding waartoe de 30 gulden werden bestemd. Voor deze dertig gulden werden alleen de bij-spijzen e. d. gekocht. Bovendien kreeg bekl. sarongs, broches en ringen cadeau van den heer G. Zij was zeer tevreden met haar betrekking als huishoudster en zij hield wel eenig geld van het tractement over.’

De kranten doken op het motief, dat Nji Anah wel of niet had aangezet tot moord.
Grutterink was op dienstreis geweest.
Bij een onverwachte thuiskomst trof hij een voor hem onwenselijke sitruatie aan: in zijn eigen huis werd gedobbeld (had hij verboden) en Nji Anah leek een relatie te hebben aangeknoopt met Dana, ze werd met hem in de slaapkamer aangetroffen.
Grutterink ontsloeg haar.
Weg inkomsten.

Maar Nji Anah had connecties.
Connecties in de kampong, connecties met een doekoen, en connecties met de andere bedienden. Tijdens het proces werden ze voor zover mogelijk allemaal gehoord.
Moeilijke vragen klonken:

  • had Nji Anah nu wel of geen warangan (ruwe arsenicum) gekocht, of laten kopen in de warong?
  • kon de toediening van nagelgruis kwaad?
  • wat was nu de werkelijke invloed van iemand bewerken en hoe moest de rechtbank dat wegen?

Iemand bewerken

Ja, dat bewerken. Nji Anah wilde terug bij Grutterink, waarom kwam helaas niet aan de orde. Dat de man haar had ontslagen, deed vermoeden dat hij er niet zo snel op terug zou komen. Er waren dus andere middelen nodig om hem van mening te doen veranderen.
Ik kan die gerust uit de kranten citeren, want u doet het toch niet na (toch?) en bovendien, er komt meer bij kijken dan alleen de handeling, dat weten u en ik.
Dit was het bewerken dat bij Grutterink nieuwe liefde moest doen ontstaan, de doekoen adviseerde het:

  • Om dit nog beter te doen gelukken, had zij aan Nji Antimah ook een fleschje met odeur ter hand gesteld en daarmede de sprei, der luierstoel en het tafellaken van haar mijnheer doen besprenkelen, verder moest een zwarte kip geslacht worden en de kop en pooten van dit dier onder de huisdeur begraven worden — Wij gaan verder — 7 uur ’s morgens dronk de heer G. het glas melk met de daarin gemengde warangan.

Wat voor odeur (geur), denk je dan. Maar daar zwijgt de Preanger-bode helaas over. Later meldt de krant nog dat het ‘beprevelde odeur’ betrof, dus dan doet de geur er minder toe, maar wat je prevelt des te meer. Logisch.
Later schrijft de krant: ‘Als derde middel om de liefde op te wekken werd aangeraden een op bepaalde wijze bereid sirihblad, lepiet genaamd, uit te kauwen en het sap daarvan op het erf van mijnheer uit te spuwen. ‘ Weer van die halve informatie: hoe toch, die ‘bepaalde wijze’?
Grutterink bleef bij zijn opinie en betaalde daarvoor de prijs.
Nji Anah ook, leek het. De rechtbank gaf haar de doodstraf. Dan zijn we in januari 1923. Er was evenwel een nieuw probleem ontstaan.
De beklaagde Nji Anah was inmiddels zwanger.
Van Dana.
Met wie ze ook trouwde.

Sarekat Islam

Kun je een jonge vrouw, aanstaande moeder, tot de dood veroordelen?
Wat ik zei, de koloniale tijden waren veranderd.
In 1923 zijn er grote en invloedrijke verenigingen als Sarekat Islam. De wens is: meer zeggenschap, meer macht, zelfstandigheid. Het nationalisme groeit, en enkele jaren later zal de Nederlandse regering het interneringskamp Boven-Digoel inrichten.
Dus dat er steeds meer aandacht kwam van inheemse zijde voor dit proces, maakte het beladen. Het koloniale gezag wist: een opstand heb je zo. En wat dan?

Wegens vormfouten moest het proces overnieuw. Alles van de eerste procesgang telde niet meer.
Kan gebeuren. Maar het viel op. De getuigen konden nu een nieuwe getuigenis afleggen, met de vraag of ze werkelijk wilden meehelpen Nji Anah ter dood te veroordelen. De pers achtte het risico van ‘draaien’ aanwezig.

Ik zet een stap vooruit in de tijd, naar juli 1927. Weer komen er zittingsdagen, zo schrijft de Preanger-bode:

  • 11 juli 1923 Er was een enorme belangstelling, zoowel van Europeesche als van Inlandsche zijde. De zaal van den landraad was overvuld met Inlandsch publiek en ook buiten zagen wij honderden toeschouwers.
  • 12 juli 1923 Er was hedenmorgen een zoodanige belangstelling, dat de Landraadweg af en toe werd versperd door drommen Inlanders, die tezamen groepten. De politie had echter zulke extra-maatregelen genomen, dat geen hinder voor het verkeer werd ondervonden.
    Reeds des morgens echter moest met eenigen drang het aantal kijkers worden teruggehouden van het bestormen van de landraadzaal, waar men een plaats wilde veroveren. In de zaal was geen stoel onbezet. Wederom gaven eenige Europeanen in persoon blijk van de geweldige belangstelling, die er voor dit strafgeding bestaat.
    Nji Anah zat er voor den rechter goed gekleed en uiterlijk zeer rustig. Reeds op den eersten dag van de zitting werden door een Inlandsch fotograaf opnamen gemaakt. Ook de Inlandsche pers was vertegenwoordigd.
  • 13 juli 1923 Onder nog grootere belangstelling van de zijde van het publiek dan op den eersten dag werd Donderdag 12 dezer voortgegaan met de herbehandeling van deze geruchtmakende moordzaak.
  • 17 september 1923 De zaal van den landraad is geheel gevuld met Inlandsch publiek.

 

Indië keek mee

De publieke belangstelling zette druk. Indië keek mee. Vooral de inheemse bevolking en die was niet alleen numeriek groter dan het Europese gedeelte, maar was ook groeiend in invloedsfeer. Een eigen pers, dat was een enorm belangrijk instrument.
Tot teleurstelling van het publiek moest het proces onderbroken worden. Nji Anah kreeg tijd om rustig te bevallen.
Daarna maakte ze een rentree in de rechtszaal, met het kind op de arm. We zijn in maart 1924. De Indische courant schrijft over de ontknoping:

  • Er was goede belangstelling, ook van vrouwelijke zijde. Een drietal voormannen der Bandoengsche communistische en Sarekat Islam-vereeniging werd onder de bezoekers opgemerkt.
  • Beklaagde volhardde in de ontkenning van het haar ten laste gelegde.
  • De landraad acht niet bewezen […] .
  • Derhalve wordt Nji Anah vrijgesproken van het haar ten laste gelegde, (applaus weerklinkt). De landraadszaal wordt daarop ontruimd. De beklaagde wordt in vrijheid gesteld. Zij wordt buiten opgewacht door talrijke nieuwsgierigen, gelukwenschen worden uitgesproken; sommigen lachen het kind toe, dat Nji Anah op den arm draagt.

Wat een afloop, gezien het begin. Alles was gered: het prestige van de Europese rechtspraak, de rust in de kolonie, het leven van moeder en kind.
Ja, het bleef kassian voor Grutterink.
Dat wel.

Schrijftips
Had u Europese familie in Indië? Verdiep u in de tijd waarin zij leefden. Waar hadden zij contact met de Inheemse bevolkingsgroep, en dan bedoel ik buiten de bedienden om. Wat merkten ze van organisaties als de Sarekat Islam?
Ik hoop dat u hiermee als het ware ‘van buiten af’ naar toen vroeger kijkt. Als u denkt, daar wil ik eens over praten, dan bent u van harte welkom voor een vrijblijvend telefoongesprek. Klik hier om te kijken hoe u in mijn online kalender een afspraak maakt.

Ga naar de bovenkant