missen   Missen is moeilijk, zeker als het december is. Ik loop door de stad en zie gelukkige mensen. En ik denk aan degenen die er niet meer zijn. Daarna vrees ik het nieuwe jaar, want ook dan, nou ja. December is voor mij geen gemakkelijke maand. Ben ik de enige?

Halen

Het is alweer twee jaar geleden dat mijnheer Donse (niet op de foto) overleed. In december, Hij was bijna negentig jaar, miste zijn geliefde echtgenote Bena intens en hij wilde naar haar toe. Zij was een jaar eerder hem voorgegaan. “Waarom komt ze me niet halen?” vroeg hij me een keer. “Als ze het kon, deed ze het,” zei ik.

Frans Donse was een geestige, bevlogen, intelligente en gevoelige man. Ik mis hem. En ik mis zijn temperamentvolle telefonades. Hopelijk missen andere mensen hem ook. Dan is hij er nog een beetje.

Agenda

Ik ken steeds meer mensen die er niet meer zijn. In mijn agenda staan ze nog steeds, met hun telefoonnummer achter hun naam. Doorstrepen wil ik niet, weggooien kan ik niet. Nieuwe namen prop ik ertussen, soms met een extra blaadje erbij. Netjes is anders. Een oplossing moet ik nog vinden. Misschien laat ik het wel zo.

Kater

Ik schrijf dit terwijl mijn grote roodwitte kater Bert naast me op zijn bankje ligt. Hij is ruim twee jaar bij me en we groeien nog steeds naar elkaar toe. De voormalige asielkater blijkt een knuffelkater te zijn, heerlijk.

En toch mis ik in deze dagen mijn kleine rode kater Tim. We hebben bijna zeventien jaar ons leven gedeeld. Hij stierf in 2015, een week voor zijn twintigste verjaardag. Ik vind dat ik dat nou maar eens verwerkt moet hebben. Maar dat is niet zo. Ik voel me verdrietig, elke dag.

De laatste tijd verlang ik naar hem, omdat ik zo graag nog een keer wil zien hoe hij loopt, horen hoe hij miauwt, voelen hoe het is om hem te aaien. Te kunnen zeggen: “Wij samen, hè Tim?” En dat hij dan spint. Dat gewone. Nog één keer, een paar minuten desnoods. Om nog even samen te zijn.