Beata van Helsdingen-Schoevers Beata van Helsdingen-Schoevers (1886-1920) is op 21 januari jarig. Ik moet zeggen: het is haar geboortedag. Maar in mijn hoofd vier ik een verjaardag. Ze verdient dat wij haar naam nog kennen.

Deze foto is vermoedelijk uit 1910. Ze is met haar echtgenoot Jacques in Den Haag, waar hij de bestuursacademie volgt. Zelf neemt ze declamatieles. Op straat moet ze een verschijning zijn geweest, want al droegen de dames toen hoeden… zo groot en zo aanwezig, dat deden weinigen haar na.

De reden dat ik over Beata van Helsdingen-Schoevers schrijf, is om al degenen te bemoedigen die denken: “Waarom zou ik hierover schrijven, daar heeft toch niemand belangstelling voor.”

Nee, omdat ze het nog niet kunnen lezen. Een boek of een levensverhaal krijgt pas lezers, als het af is. Dus moet u het eerst schrijven. Zo ging het ook met Beata.

Nooit van gehoord

Toen ik met haar biografie begon, wisten alleen de nazaten nog dat zij eens een bekende Indische journaliste was geweest. Ik was haar via verwijzingen en voetnoten op het spoor gekomen. Uiteindelijk mocht ik het familiearchief bestuderen. Daar lag een kapitaal aan persoonlijke brieven, openhartige kattebelletjes en boodschappenlijstjes. Het was een tijdrovende klus om dat archief te ordenen en te gebruiken, en al die maanden had haast niemand interesse voor mijn biografie. Daarna moest ik nog gaan schrijven, dat duurde ook weer maanden. De belangstelling? Nul.

“Over wie schrijf je?”
“Wie?”
“Nooit van gehoord.” (dat dan op onverschillige toon)

Tegenwind

Was ik ontmoedigd? Soms. Maar tegenwind maakt ook sterk. En ik ben iemand die idealistisch en praktisch tegelijkertijd is. Dus ik dacht: straks is het boek er, en wat doet het met mij als niemand het wil lezen? Antwoord: helemaal niks, want ik schrijf voor de eeuwigheid. Over honderd jaar, als ik er niet meer ben, is mijn boek er nog wel. Dus ik ging door. Het boek verscheen.

Wiki

En nu heeft Beata van Helsdingen-Schoevers een eigen Wikipedia-pagina: klik en kijk.  Iemand heeft die gemaakt, ik niet. Af en toe kom ik haar tegen in een ander boek. Had ik destijds niet meer durven hopen.

Mijn boek was een steen in de vijver. In het water komen steeds grotere kringen. Ik kon het, u kunt het ook. Denkt u op 21 januari ook even aan deze bijzondere Indische journaliste?