Soerabaja

Wat er 15 augustus in Indië gebeurde

15 augustus15 augustus 1945 is een beladen datum. Je hoort het en van binnen deins je meteen terug. Want ja, die dag capituleerde Japan en toen begon een nieuwe oorlog.

Voor mij is het een dag waar ik niet goed weg mee weet. Enerzijds denk ik: eindelijk, die capitulatie. Anderzijds weet ik iets over de zwaarte van de jaren die erna kwamen, vol geweld en oorlog, die verschrikkelijke Bersiap. Dan de golven waarin Indische Nederlanders naar Nederland gaan. Je geboorteland verlaten, weten nooit-meer, en dan hier moeten zijn.

Anders

Het is een dag die een soort schakel is. Tussen de oude Indische tijd, de ellende-tijd en de nieuwe tijd.
Zo anders dan in Nederland. Hier zijn foto’s gemaakt van blije mensen op straat, Nederlandse vlaggen weer uit, het oogt als een groot feest. Tot je bedenkt wie er allemaal niet op staan, omdat ze zijn weggevoerd. Toch zijn er die foto’s, ze bepalen het beeld van de bevrijding.
In Indië zijn er andere beelden, zo veel, ze passen niet eens in een enkel album.

  • Mensen in de Japanse kampen die iets hadden gehoord, die weg gingen, op zoek naar familie, ondanks alle gevaren.
  • Buitenkampers die niet wisten wat er nu zou komen, de Hollandse tijd was weg, de Jap ook, en dan nu wat?
  • Krijgsgevangenen. Sommigen hoorden het veel later.
  • De KNIl-militairen in Australië; er waren officieren die meenden dat nu een offensief genoeg was om Indië weer onder Hollands bestuur te brengen.
  • Er waren ook kinderen van Japanse militairen, Indisch-Japans, wat zullen vooral de moeders angst hebben gehad.

Wihelmina

In de krant Het dagblad, uitgave van de Nederlandsche Dagbladpers te Batavia van november lees ik over de troonrede van Wilhelmina, per radio in Indie te beluisteren:

  • Met groote zorg volg ik de ontwikkeling van de gebeurtenissen op Java. In gespannen medeleven volg ik het lot van duizenden Nederlandsche mannen, vrouwen en kinderen, vaak beroofd van alles wat zij bezaten en voor een deel ook nog niet bevrijd.
  • Ik versta de gevoelens van bitterheid, die heerschen in de harten van hen aan wie dit groote onrecht is aangedaan en betreur diep het leed dat over de bevolking van Java is gekomen.
  • Getracht zal worden dit zoo zwaar beproefde land voor de toekomst te redden, de toekomst van het Gemeenebest, gebouwd op een vrijwillig aanvaarden van de Rijkseenheid.
  • Geen koloniale overheersching zal worden nagestreefd, doch slechts een eendrachtige samenwerking tusschen Indonesiërs en Nederlanders, op een harmonische ontwikkeling van Indië en de zorg voor de veiligheid en welvaart van Indië zal niet uit het oog worden verloren.

Woorden waaruit al het besef sprak dat het Indië heel anders zou zijn. En ook met besef dat zo velen zo veel kwijt waren. Toen moesten die andere oorlogsjaren nog beginnen.

Soerabaja

Even verderop in de krant lees ik een persoonlijk verslag uit de realiteit:

  • Een ex-burgergeinterneerde schrijft ons het volgende. Na twee jaar gevangen gezeten té hebben kwam ik 27 Augustus te Soerabaja aan, waar mijn familie woont.
  • De ook wel „defait’sten” genaamd, beweerden dat het nog wel veertien dagen zou duren voor de geallieerden zouden komen, wier komst intusschcn met spanning verbeid werd.
  • In September werd alvast een begin gemaakt met het opruimen van het „oorlogskleed” van de krokodillenstad. Schuilkelders verdwenen, winkels kregen weer Engelsche en Nederlandsche opschriften, enz.
  • In het midden der maand landden geallieerde officieren met parachutes. Binnen 24 uur konden zij het eerste incident meemaken: het vlagincident waarbij mr. Ploegman, de bekende I.E.V.-er, gedood werd.
  • Inmiddels werd de houding der Indonesiërs steeds neer anti-Japans. Op 2 October had de eerste uitbarsting plaats en in den loop van den dag kregen de Indonesiërs met het Japansche militaire materiaal de macht in handen.
  • Dienzelfden middag arriveerden, in het heetst van de gevechten, de eerste en laatste vrouwentransporten uit Midden-Java. De dames werden onder bewaking van Indonesiërs baar voor haar bestemde huizen op Darmo en Goebeng gebracht.
  • De houding van Indonesiërs was in die dagen zeker niet stérk anti-Nederlandsch. Doch tegen 10 October begonnen de extremisten zich tegen ons te keeren.
  • Dagelijks werd de toestand dreigender.

Dat zegt iets over de chaos die er toen was. Heden, verleden en toekomst liepen door elkaar heen. Voor ons, van na die tijd, onvoorstelbaar. Ook daarom volg ik de Indië-herdenking. Willen begrijpen en weten: kan niet.
Ik lees levensverhalen over de tijd van toen, van degenen die het hebben meegemaakt, en elke keer weer ben ik verbijsterd. Dat zoiets kan. En hoe lang die andere oorlog na de capitulatie duurde. Om daarna nog mee te reizen naar Nederland, in de generatie die het had doorstaan, en hoe de oorlog verder reisde door de generaties heen.

Het is ingewikkeld, zeker weten. Maar het is wel Indië, het is deel van de nationale geschiedenis. U en ik zijn verplicht om te proberen dit te begrijpen.

Praat met mij

Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

  • voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
  • over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
  • maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat. (0pent in een nieuw venster)

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

O, die geweldige grote Indische families, waar zijn ze?

Indische familieEr zijn Indische families, van naam en faam, groot en vertakt in ik weet niet hoeveel hoofdtakken en zijtakken en bescheiden kleine takjes die het leven ook waard zijn, en toch denk ik: waar zijn ze? Waar zijn die geweldige grote Indische families?

Bandoengers

Misschien komt het door de corona-tijd, maar ik heb de indruk dat er voor die periode veel meer bijeenkomsten waren. Meer reünies. Ook van scholen. Van steden.
Ik herinner me een grote bijeenkomst van Bandoengers waar een informatiestand was met van alles over Hotel Homann. De meesten die er waren wisten alles al daarvan, genoeg die er nog hadden gedanst, maar ik niet, nooit, dus ik stond met grote ogen te kijken.
Bandoengers, waar gaan jullie tegenwoordig heen? (En mag ik daar ook komen?)

Soerabaja Fuif

Ook herinner ik me een overweldigende Soerabaja Fuif – met hoofdletters – in een hotel. Er was een foto-tentoonstelling op grote panelen gemaakt, zig-zag door de zaal met een volle dansvloer. Het was zo veel, dat ik buiten op een bankje even moest pauzeren. Maar ja, daar hoor en zie je ook van alles.
Dergelijke fuiven zijn er geloof ik niet meer.

Indische familie

En altijd als ik zo rondzwierf, ontmoette ik vroeger of later iemand met een achternaam waar ik meteen blij van werd. Want dan wist ik: een grote Indische familie.

  • Angenent (de eerste keer was op een bijeenkomst in Groningen, toen kreeg ik eten mee voor in de trein terug)
  • (van) Motman (ooit was ik op een familiedag, een van de mooiste dagen uit mijn leven tot dusver)
  • de Clercq Zubli (zeldzaam, Wieteke van Dort zong het immers: “meneer de Clercq Zubli, hij is ook al dood”)
  • de la Croix
  • Dezentjé (dan zeg ik altijd tegen mezelf nou niet weer over gif beginnen)
  • van Prehn (ook zeldzaam maar wel een mooie naam)
  • Lapré (altijd aangenaam)
  • Trouerbach

Er zijn meer grote Indische families:

  • Barkey
  • Mesman
  • van Polanen Petel
  • Van Riemsdijk
  • Rhemrev
  • Swaving
  • Varkevisscher (ook: Varkevisser)
  • (de) Winter

Vast nog meer, dus als u een naam heeft? Moet dan wel een familie zijn die:

  1.  generaties in Indië is geworteld en
  2.  vooral Indisch is.

Verknoopt

Ik weet dat er veel reünies en bijeenkomsten gestopt zijn, omdat het bestuur zich te moe en oud voelde en er geen jongere aanwas kwam. Het KRIS is ter ziele, dat was een samenwerking van verschillende scholen uit Indië. Op de bijeenkomst kwamen tachtigplussers die enorm goed konden jivven. Dat je meteen ziet: zo hoort het.
Op de website van de Stichting CAS-Reünisten las ik iets over de “laatste” reünie. Hopelijk komt er weer een volgende.
Ja, nee, er is volop Indisch verenigingsleven, daar gaat het me niet om. Pelita organiseert in van Leeuwarden tot aan Maastricht en terug allerlei bijeenkomsten, zelf ben ik lid van drie clubs die bijeenkomsten met muziek en bingo houden, maar ik bedoelde de steden. De scholen. Alleen voor Nieuw-Guinea kun je nog terecht, is mijn indruk.

Het mooie van dat soort bijeenkomsten is die gedeelde achtergrond, het bezit van een eigen wereld in dat grote Indië. Dat iedereen van een school die ene docent nog kan beschrijven, en wie op wie verliefd was, en dan de namen erbij, en ook hoe het afliep.
Of verhalen over de kleding, wie wat droeg op een avond in hotel Homann.
Dat alles is iets van toen in de tijd dat het vanzelfsprekend was om een Indische naam te horen en dat iemand dan zegt:

  •  o ja, die familie, mijn ouders hadden nog vrienden die ook zo heten
  •  mijn tante is van zichzelf een meisje Van Riemsdijk
  •  bij mij in de straat vroeger woonde een gezin Van Polanen Petel

Ook dat is Indië: hoe de grote oude Indische families met elkaar verknoopt raakten, en er zo eigenlijk een nieuwe en nog grotere Indische familie kwam.
Hoe dat verknopen ging, hoor je toch vooral op een Soerabaja Fuif. Of een Bandoeng Reünie (“Wij woonden ook aan de Mangalaan.”).

Maar misschien komt het terug. Dat kan best, de jongere generaties zijn zoek naar het verhaal van hun familie. De beste manier is de klassieke manier van iedereen bij elkaar roepen. Oud en jong, vragen en antwoorden bij elkaar, muziek en snacks, een heerlijke dag.

Schrijftip
Wanneer u over de familie in Indie schrijft, denk dan ook aan hun vrienden en kennissen. Wie waren dat? Als u dat niet weet, moet u speculeren. Vrienden en kennissen vond men bij verenigingen (zoals het Indo-Europeesch Verbond), bij liefhebberijen (denk aan verenigingen) of bij kerken en andere geloofsgemeenschappen. Hierover puzzelen kan leuk zijn en u kunt zomaar nieuwe ontdekkingen doen. Wilt u hier eens over praten en vrijblijvend telefonisch overleggen? Boek dan een gratis overleg-gesprek via mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat. (Opent in een nieuwe pagina)

gratis ebook

THOR in Soerabaja: Tot Heil Onzer Ribbenkast

Soerabaja

Dus ik dook in de oude Indische kranten op zoek naar een interessante Hemelvaartsdag in Indië en zo kwam ik terecht in Soerabaja, in het jaar 1939.

Ik las een bericht met halve informatie, of nog niet eens half, waardoor ik begreep: ja, toen in Soerabaja, toen knikte iedereen instemmend bij het lezen, wegens dat het vanzelfsprekende ervan voor iedereen duidelijk was en zeg nou zelf, waarom zou je dat opschrijven, iedereen weet het.

Ja, toen.
Nu niet meer.

Ribbenkast

In de Indische Courant stond een bericht over de Holland-Indië-China atletiekwedstrijden, te houden op Hemelvaartsdag op het nieuwe terrein van THOR.
Elders las ik: THOR, Tot Heil Onzer Ribbenkast.
In april was het atletiekveld ingewijd met nieuwe wedstrijden.
En nu kwamen deze wedstrijden eraan, schreef de krant, die het programma kende maar dat niet publiceerde. Wel werden de verwachtingen hoog opgeklopt, want er zouden allerlei bobo’s aanwezig zijn en vooral: het ging om de trots van Indië, waar het de prestaties van atleten betrof. De krant schreef:

Niemand verwacht van hen, dat zij reeds direct waardig worden bevonden naar een Olympiade te worden gezonden, maar de bedoeling is om Nederlandsch-Indië ook op het gebied der sporten meerdere bekendheid in het wereldgeheel te geven, en dit kan alleen door een zorgvuldige voorbereiding. Hetgeen dan ook geschiedt.
Naar wij nog vernamen, beschikt Nederlandsch-Indië op dit oogenblik niet over geschikte krachten bij de diverse takken van sport, die eventueel reeds voor uitzending naar Finland in 1940 in aanmerking zouden kunnen komen,
Maar er kan nog veel gebeuren in het kleine anderhalf jaar, dat ons nog van de XII Olympiade gescheiden houdt.

Zeg dat. Die Spelen werden afgelast wegens de oorlogsomstandigheden.

Holland-Indië-China

Maar nu de Holland-Indië-China atletiekwedstrijden.
Daarvan bracht de Indische Courant heel beperkt verslag uit, omdat – zoals ik al schreef – iedereen toch wel op de hoogte was. Dit is de gehele tekst:

Sportevenement op Hemelvaartsdag. Holland-Indië-China-wedstrijd.
Op het nieuwe Thor-terrein zijn Donderdag de „drielanden”-athletiekwedstrijden georganiseerd door de athletiekvereeniging „De Trekvogels”.
Hieronder volgen enkele momenten uit deze wedstrijden: Links boven: De 10 X 100 m. estafette. Bussenius bereikt de eindstreep. Links onder: Polsstokhoogspringer!. De lat staat op…. m. Rechts onder: Kogelstooten. Pietersz aan bod.

Soerabaja

Erg, hè? We weten niet meer wie Bussenius (op de foto hierboven) of Pietersz zijn, waar China bleef in de wedstijden, hoe en wat de dag verliep. Alleen wat foto’s resteren, met nauwelijks bijschrift.

Dankbaar

De moraal van het verhaal wijst op de noodzakelijkheid van opschrijven van het gewone, het alledaagse, het vanzelfsprekende, ook als u denkt dat iedereen het al doet en wie heeft er nou belangstelling voor. Want 1939 is helemaal niet zo lang geleden en toch is de kennis van toen al weggewapperd in de tijd. Ik hoop dat u zich hierdoor aangemoedigd voelt om wat u weet, op papier te zetten. In de toekomst bevinden zich dankbare lezers.

Waar is mijn bedak gebleven?

bedak

Eerlijk waar, ik had het nooit moeten doen. Opruimen. Alles lag gewoon op stapeltjes met wat ervoor en erachter en eromheen, dus niks aan de hand.

Njonja meneer

Maar ja, in mijn hoofd was het onrustig en zo kwam ik op het idee. Daarna kon ik mijn doosje bedak niet meer vinden. Een klein doosje, merk Njonja Meneer, zelf gekocht in Indonesië, niet eens in mijn teint, nooit opgedaan maar ja: wel bedak.
Iets van vroeger dan nu bestaat: mooier kan niet.
En nu is het weg.

Bedak kende ik uit oude Indische verhalen, zoals bijvoorbeeld in het tijdschrift De Hollandsche Lelie, rondom 1905 stond. Daar schreef mevrouw A. Köhler-Diehl over de ‘Passer malam’ te Soerabaja. Een citaat:

  • Voor de danshuizen staat ’t vol, ook van Europeanen, die, zoo zij nog nooit zoo iets zagen, hun oogen uitkijken aan het vreemde wat zij zien en hooren.
  • Voor hen in de tent tusschen de bespelers van de gamelan in, zitten eenige dansmeiden (ronggings) ongegeneerd, ten aanschouwe van het publiek haar toilet te maken. Zij zijn nog niet in danscostuum, doch zijn met onverstoorbare kalmte bezig in een verweerden spiegel die voor haar op den grond staat en waarvoor zij gehurkt liggen, het bruine gelaat te bedakken en te verven.
  • Een doos met potjes en pannetjes staat naast haar en telkens beweegt zich de slanke welgevormde hand van het gezicht naar de verfpotjes en omgekeerd. Met de pink worden de oogleden zwart gemaakt, ook de wenkbrauwen worden bijgepenseeld en als de mond de gewenschte roode kleur heeft en nog een laatst laagje bedak (rijstpoeder) op gezicht, hals en armen zijn gewreven is het toiletmaken geëindigd, op haar kleeding na…

Zacht

Dat vond ik interessant, maar bedak ging pas echt leven voor mij toen ik een Indische vrouw zag die het droeg. Dat was tijdens een koempoelan. Ik zag haar binnenkomen en meteen viel me haar teint op: zo zacht en egaal en het had ook iets onnatuurlijks wat het extra mooi maakte. Iemand zag me kijken en legde met een enkel woord uit: “Bedak.”
Ooo, dacht ik.

Dus toen ik jaren later in Indonesië was, stond de aanschaf ervan op mijn lijstje. Zo kwam ik aan het doosje. Een rijk bezit, toen het er was.

Op mijn lijstje staat nog meer.

  • Hofman druppels om kalm te worden
  • Schaafijs, dus dat je een bonk ijs hebt waar je zelf van schaaft (eens had ik het in een klapa moeda, toch anders)
  • Door het huis lopen op weg naar de goedang en weten, ik heb mijn sleutelmandje bij me
    en vooral:
  • een bezoek aan de mandi-kamer, al zou ik niet precies weten wat ik er moest doen. Iets met een schepje. Maar ja, wat en hoe? Als iemand dát nou eens opschreef in een verhaal.
bedak

De Locomotief, 1930

En dan ook graag verhalen over bedak: hoe kom je eraan, hoe gebruik je het en is het echt zo dat je ook genezende bedak hebt?

Tot slot nog iets anders. De Pelita- verhalenwedstrijd sluit 12 juli. Als u voor die tijd een verhaal aan me stuurt, kijk ik of en hoe het beter kan. Voor nop.

Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.


levensverhaal

Attentie: wegens avondklok geen eendaagsche verbinding met Bandoeng

avondklok

Degenen met levenservaring weten: deze avondklok is voor de meeste mensen te doen. Het kan veel erger en in 1942 was het ook veel erger. Dat staat te lezen in het Soerabaijasch Handelsblad van 31 maart 1942.

Die krant ademt oorlog. En ook de hoop, dat het gewone leven kan doorgaan. Maar wij, die kunnen terugkijken, weten hoe het verder ging. Als ik het woord Nippon zie, krimpt er iets in mij ineen. En dan kan ik helemaal niet meer tegen het gemiezemuis van vandaag de dag over feestjes en willen uitgaan en “je moet toch leven.”

Staatsspoorwegen

In het Soerabaijasch Handelsblad las ik het bericht van de Staatsspoorwegen over de nieuwe dienstregeling. ‘Nog geen Eendaagsche of Nachtexpres’, schrijft de krant en ook:

  • Morgen, 1 April, wordt een belangrijk verbeterde en uitgebreide dienstregeling op de Oosterlijnen ingevoerd, waarbij verschillende snelverbindingen worden hersteld. Voor aankomst- en vertrektijden van sneltreinen wordt verwezen naar de advertentie in ons blad van heden.
  • De eerste dienstregeling dateerde van 14 Maart, dus slechts enkele dagen na de bezetting, en bestond uit slechts enkele treinen. De tweede ging reeds op 20 Maart in, en gaf eenige uitbreiding aan het aantal treinen.
  • Thans, nog geen maand na de bezetting, komt de S.S. met haar derde dienstregeling, in hoofdzaak gebaseerd op het oude spoorboekje, den reisgids van 6 November 1941. Een dienstregeling die er wezen mag, als men rekening houdt met de moeilijkheden waarmede men te kampen heeft, zooals de vernielde bruggen bij Wonokromo, Porrong en ten zuiden van Malang over de Kali Metro. Door de vernieling bij Wonokromo werd een groot aantal van de moderne sneltreinrijtuigen opgesloten op de Soerabaiastations, zoodat het publiek genoegen moest nemen met zeer oud materieel en in hoofdzaak van de vierde klasse. Thans is men erin geslaagd een gedeelte van de opgesloten rijtuigen over het stremmingspunt te brengen via een noodbrug, die echter nog niet geschikt is voor treinverkeer. Naar wij vernemen zullen de treinen over twee tot drie weken kunnen passeeren; de herstelling der brug bij Porrong zal echter langeren tijd vorderen. De reis naar Malang wordt nu reeds verkort tot ± uur.
  • Zoolang de avondklok gehandhaafd blijft kan voorts nog geen eendaagsche verbinding met Bandoeng tot stand worden gebracht. Men kan echter, reizende met comfortabele sneltreinen met restauratie-rijtuig. Bandoeng in twee dagen bereiken, waarbij te Djogja moet worden overnacht. Voor Batavia – te bereiken via Soekaboemi – komt er nog één dag bij.
  • Er komen per 1 April 4 sneltreinen van Soerabaia naar Malang in elke richting; van Soerabaia naar Madioen eveneens 4 treinen op en neer, waarvan één sneltrein; van Soerabaia naar Blitar drie verbindingen per dag, waarvan één sneltrein; van en naar Djember twee treinen per dag, waarvan één een snelverbinding, terwijl Banjoewangi vanuit Soerabaia in één dag te bereiken zal zijn (ook omgekeerd).

Het bericht zegt: avondklok of niet, kan het niet zus dan doen we het zo.
De bureacratie van de hoop.
Het willen regelen, opdat het leven in orde is.

Trein ontspoord

Dat was dus eind maart. Begin februari 1942 ontspoorde een trein door een Japanse luchtaanval. Ik vond er een foto van.

acondklok

Soerabaja, 3 februari 1942 (KITLV 179146/ Creative Commons)

 

Historisch besef

Deze foto en deze krant alleen al maken dat ik het leven van vandaag meer waarder. De supermarkt heeft 17 soorten hagelslag, de overheid probeert te helpen met steunpakketten, we kunnen de hele dag naar buiten, we hebben internet, uitzicht op vaccins en er is geen Nippon of andere vijand in het land.
Ik tel mijn zegeningen.

Heeft u de destijds de avondklok meegemaakt in Soerabaja of een andere stad? Misschien is het nu het goede moment om daar iets over te schrijven. Voor uzelf, voor anderen die het herkennen en vooral voor degenen met nul historisch besef.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het onderstaande plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

De jachtclub in Soerabaja en wat iedereen wist

jachtclub in Soerabaja

Indië’s vlootvoogd, vice-admiraal Ferwerda, heeft dezer dagen zijn functie overgedragen aan Schout bij Nacht Helfrich. De leden van de Kon. Bat. Jachtclub te Soerabaja, waarvan de Vlootvoogd eere-voorzitter is, hebben hem een onvergetelijk afscheid bereid. Met den voorzitter inspecteert de Vlootvoogd de eerewacht. (De Maasbode, 13 december 1939)

“Je weet toch wat een sleutelfeest is?” vroeg mijn oude tante. Ze wachtte niet eens op antwoord en zei: “In de jachtclub van Soerabaja waren de beste sleutelfeesten.” In de stilte die toen viel, begrepen zij en ik dat ik daar nul verstand ervan had.

Maar mijn tante wel.

Hoe het gaat

Een sleutelfeest gaat zo, als ik het tenminste goed heb onthouden.
Er is een feest op een besloten locatie. Dat betekent: alleen genodigden komen de deur door, en wie de genodigden zijn, dat is van te voren zorgvuldig op elkaar afgestemd door de gastheer/gastvrouw.
Héél zorgvuldig.
Met een reden.

Na de deur moet er ergens een tafel hebben gestaan met een vaas, een schaal of misschien alleen een groot bord. Daarop deponeerden de gasten hun sleutels.

Aanvang feestelijkheden. Dansen, praten, drinken, muziek en het besef onder elkaar te zijn. Dat op zich leek me al zo heerlijk, geen zorgen om mensen die opeens gaan filmen en dat je dan jezelf de dag erna terugziet op het internet. Andere tijden, andere zorgen.

In de loop van de avond vertrekken de gasten. Met een nieuwe sleutelbos. Die hoort bij de minnaar of minnares voor de nacht.
En iedereen is discreet, want wat door de Jachtclub bepaald is, blijft in de Jachtclub. En dat is de reden dat ik alleen dit vage en discrete verhaal van mijn tante hoorde. Ze zei ook nog: “Er kwamen ook veel officieren van de marine, die dachten dat ze iedere vrouw konden krijgen en dat was ook wel zo, maar ik vond ze arrogant.”

Summer of love

Ik dacht er weer aan toen ik in de krant een verhaal las over wat er na de vaccinaties gaat losbarsten. Fuiven en feesten, de ‘summer of love’ werd het genoemd.
Dat kan niet fatsoenlijk zijn.
Maar wat is het dan wel?
Ik lees in oude Tong Tong’s over jachtclubs in Soerbaja en Batavia maar geen toelichting op sleutelfuiven en de consequenties daarvan, ik denk hierbij aan baby’s.

Aan mijn tante kan ik niets meer vragen dus dit is een van de verhalen die me bezighouden, ook met het oog op de aankomende zomer. Dus als u iets weet, hou ik me aanbevolen.
Vooral: hoe werkte dat systeem van die sleutels nu precies?


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Over de Roemer Visscher Vereeniging in Indië

Afdeling Batavia in Des Indes, 1937

Afdeling Batavia in Des Indes, 1937

Hoe zat het eigenlijk met de vrouwenbeweging in Indië? Vrij goed. Na 1900 kwamen er steeds meer vrouwen die hun eigen geld verdienden. Een nieuwe, zelfstandige generatie, die steun kreeg.

Charlotte

Na 1900 komt de vrouwenbeweging in Nederland op. Die krijgt veel aandacht, terwijl er in Indië net zo goed veel gebeurde. Voorbeeld. We horen altijd over Aletta Jacobs als eerste vrouwelijke arts van Nederland. Maar waarom horen we minder over haar jongere zuster Charlotte Jacobs, de eerste apothecaresse van Indië?

Steun

In Indië bestond sinds 1905 de Roemer Visscher Vereeniging, opgericht in Soerabaja, met als doel het ondersteunen van vrouwen en meisjes die financieel zelfstandig wilden zijn. In de praktijk zou de Vereeniging veel Indische vrouwen ondersteunen.
Er was veel behoefte aan de steun die de Vereeniging bood, zoals:

  • praktische en financiële hulp bij het vinden van een opleiding of cursus
  • stimuleren van vakopleidingen voor vrouwen: vakvrouwen waren een nieuw verschijnsel
  • tehuizen waar alleenstaande vrouwen goedkoop konden wonen of logeren
  • verkoop van handenarbeid en handwerken, alleen door vrouwen gemaakt

Een dergelijke vereniging bestond niet: voor en door vrouwen. Gericht op de financiële zelfstandigheid van vrouwen. Ze hoefden dan niet meer te trouwen met een kostwinner, maar konden zelfstandig zijn en blijven. Dat was een revolutie. Want destijd werd huwelijk en moederschap gezien als de enige echt vrouwelijke bestemming. (Al kon je ook in het klooster gaan)

Uitbreiden

Binnen de korste keren moest de Vereeniging uitbreiden. Er kwamen afdelingen in Batavia, Bandoeng, Medan, Semarang, Palembang, Soerabaja, Madioen, Makassar, Malang, Solo en Buitenzorg. Wanneer er lokaal te weinig bestuursleden werden gevonden, dan kwam er een afdeling.

De afdeling Soerabaja begon een Voorlichting- en Bemiddeling Bureau, een soort arbeidsburo. Andere afdelingen zetten dit ook op. Soerabaja had ook tehuis Plampitan, voor schoolgaande en werkende meisjes en vrouwen.

Ouderwets

Je zou zeggen: dat is een revolutie. Die Roemer Visscher Vereeniging kreeg vast veel weerstand. Dat is het mooie. Juist niet. De bestuursters waren vooral afkomstig uit de zogeheten betere kringen. Beschaafde vrouwen, heette dat toen. En wat je zag in de publiciteit was handwerkverkoop en zorgzaamheid. Dus die beeldvorming was geruststellend ouderwets.

Bataviaasch Nieuwsblad, december 1912

Nieuwe beroepen

Dat vrouwen nieuwe of veelgevraagde beroepen leerden, stond wel in de notulen te lezen. Typelessen en steno bijvoorbeeld waren extreem nuttig gezien de opkomst van de grote kantoren in de steden. Handwerken werd op een hoog niveau gedaan, een mengvorm van ambacht en kunst. Dat handwerk werd goed verkocht, en daarvan hadden vrouwen ook inkomen. In Medan was er een vakschool waar vrouwen onder meer costuumnaaien leerden.

De oorlog maakte ook de werkzaamheden van de Vereeniging moeilijk. Maar niet altijd onmogelijk: de afdeling Batavia lukte het om de hele bezettingstijd door te werken en zo vrouwen blijvend te helpen, vooral met handwerkverkoop. Maar moeilijk was het wel.

Eind jaren 1950 werd besloten tot opheffing van de Roemer Visscher Vereeniging.

Groot netwerk

Het stemt toch tot nadenken. Zo’n vrouwenvereniging die in de loop van ongeveer een halve eeuw honderden, misschien wel duizenden vrouwen heeft geholpen met zelf geld verdienen. En hoe gaat het: als je zelf geholpen bent, ben je sneller geneigd om anderen ook te helpen, omdat je weet hoe welkom het is.

Dus al met al: wat een formidabel groot netwerk moet dat zijn geweest in Indië. Fascinerend, die vrouwenbeweging daar.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Hellendoorn, Homann en Zangrandi: hoe was het toen?

zangrandi

Vanmorgen zat ik er even doorheen. Even. Want toen wist ik een oplossing. Dat is niet de hele tijd het nieuws lezen en grafieken bekijken. Dat maakt me niet blijer. Wat wel? Een veilige wereld vinden in een plannetje om iets te gaan schrijven.

Als het leven vandaag een beetje tegenvalt, richt u dan op het heden of het verleden. Het is een geweldige afleiding en u gebruikt uw tijd van leven op een fijne manier. Want nu gaat u piekeren over iets dat in 1938 gebeurde en ja, hoe zag Soerabaja er toen uit, waar zou u daar iets over kunnen vinden?

Deze week las ik in een boek over de oorlog het woord Zangrandi. Meteen was ik in Soerabaja, waar destijds het lekkerste ijs ter wereld werd verkocht. En nu nog, geloof ik. Op Google zag ik maar liefst drie verkooppunten.

Verhalen van mensen

Ik herinnerde me opeens dat ik ooit iemand interviewde over de oorlog, en ze vertelde me daar gewerkt te hebben. Toen kreeg het meer betekenis voor me. Verhalen van mensen brengen iets tot leven:

  • dansen bij Homann in Bandoeng
  • ijs eten bij Zangrandi in Soerabaja
  • lekker naar zwembad Selecta in Malang
  • zien en gezien worden bij restaurant Hellendoorn in Soerabaja

Daar denk ik nu extra lang aan. Hoe zou dat geweest zijn, hoe veranderde dat allemaal in de loop der tijd, en hoe zou het verder zijn gegaan na de oorlog?

Waar ging u heen, toen in Indië?
Waar gingen uw ouders heen?
Naar welke muziek luisterde u graag, speelde u gitaar, zong u? Welke films draaiden er in de bioscopen?
Of bezocht u graag bokswedstrijden? (net als Lilian Ducelle en Tjali)

Uitgaansleven

Dit lusten we allemaal. Leve Zangrandi!

Het uitgaansleven in Indië moet fantastisch zijn geweest. Als ik foto’s ervan zie… goedgeklede mensen, elegantie en omgangsvormen. Maar… niet voor iedereen. Dat is ook zo. Evenzogoed is het heerlijk denken aan aan die drukke gezellige gelegenheden waar mensen toen samenkwamen.

Misschien heeft u daar nog herinneringen aan. Schrijft u die dan op? Waar u heen ging, wat u er meemaakte, hoe de regels waren (en of u zich daaraan hield) en wie er wel en niet mochten komen. Als u alleen de verhalen van uw ouders kent, zijn die ook van harte welkom. Het is nu de tijd om de goede herinneringen op te halen en daarin een beetje te schuilen.

Dus mijn vraag aan u is: wilt u uw herinneringen opschrijven, aan het uitgaansleven toen? Wanneer u erover gaat nadenken, bent u vanzelf even in een andere wereld.

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje hieronder te klikken.  Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

Is er iemand uit Soerabaja in de zaal? (video)

Soerabaja

Marva’s marcheren door Soerabaja, 1949 (Wikimedia Commons/ Nationaal Archief)

Opeens kan het verleden in je handen vallen. Op de Tong Tong Fair kocht ik het telefoonboek van Soerabaja, maart 1946. Pas toen ik thuis was, begreep ik beter wat het was.

Voor de oorlog

Telefoongidsen uit Indië zijn heerlijk. Ik heb er een paar en soms kijk ik naar de rijen namen. Mensen. Organisaties. Clubs. Advertenties uit de vooroorlogse tijd fascineren me. Als ik een woord zie, dat ik herken, veer ik blij op. Zangrandi. Ja, natuurlijk, ijs. Hotel Homann, wat werd daar gedanst. Tosari, waar je naar boven ging. Woorden roepen herinneringen op.

In de oorlog

Dit telefoonboek is een getuige van de oorlog. De stad is veranderd, er zijn militairen gekomen die beslag op dit en dat hebben gelegd. Dat is te zien.
De taal is ook Engels.
Ik lees: Bakehouse Ender & Haug, Toendjoengan 46. Telefoon 1520
Daaronder staat: Bakehouse Ten Wolde, Kalisari 900.
Maar het R.K. Weeshuis voor meisjes heet anno 1946 nog steeds zo, met als hoofdpastoor A. Yist, adres Tempelstraat 5 met telefoonnummer 600.

Heeft u dat ook, bij het zien van telefoonnummers, dat u denkt: zal ik eens bellen?
Ik wel, ook al begrijp ik niet goed waarom de nummers zo ongelijk van lengte zijn.
Weet u dat?

(tekst loopt door onder de video)

In dit telefoonboek

Elke pagina van dit telefoonboek heeft twee kolommen, de tweede is voor notities. Die staan er ook in dit exemplaar. Een vaste hand maakte in potlood en in pen aantekeningen, namen en nummers staan erbij, helaas zonder een persoonlijke toelichting. Alleen iemand die de stad toen kende, zal begrijpen wat er staat.

Het jaar 1946 is voor de ene generatie een soort eergisteren en voor de andere generatie is het een eeuw geleden. Denk derde, vierde generatie. Die groeien op met nieuwsgierigheid en weten niet waar ze moeten beginnen met zoeken of vragen. Zeker straks met al die vieringen van 75 jaar bevrijd Nederland is het net of Indië niet meetelt. Daar was nog oorlog, volop, en steeds meer. Dat telefoonboek van Soerabaja is er een stille getuige van. Stil. Zwijgend. Om gehoord te worden, zijn er stemmen nodig. Stemmen van mensen die willen en kunnen vertellen: over hun leven, over hun ouders, over hoe de stad was.

Daarom heb ik het telefoonboek gedigitaliseerd. U kunt het downloaden: klik hier. Lukt het niet, mailt u me dan even want dan stuur ik het per mail terug.

En als er herinneringen opkomen… ik hou me aanbevolen. Want alleen dankzij u kunnen mensen als ik iets van Indië leren kennen en begrijpen.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan hier: klik op het plaatje hieronder. Bij inschrijving krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

 

 

 

 

Wapenbroeders en de marine-revue in Soerabaja

wapenbroeders  Kijk, het tijdschrift Wapenbroeders. Ik bezit enkele edities uit de late jaren ’40. Het is propaganda, en toch is het leerzaam.  Indertijd kocht ik de bladen omdat Lilian Ducelle erin schreef – ja, Tjalie ook.

Elk artikel stemde me droevig. We hebben nu veteranen die vertellen en zwijgen over die periode, maar in deze tijdschriften zijn ze jonge mannen in omstandigheden waarvan ze meestal niet half beseffen hoe moeilijk die zijn of zullen worden.

In 1947 wordt er in Soerabaja door de marine een revue opgevoerd: “De trossen los”. De opbrengst gaat naar het marinesanatorium. Ik citeer uit het blad van 6 november 1947:

“Het zou ons te ver voeren al de grote en kleine medewerkers te noemen, doch laat het genoeg zijn te vermelden, dat “De trossen los” drie avonden achter elkaar in de maand April j.l. voor uitverkochte zalen heeft gedraaid. Het succes was geweldig. Commandant der Zeemacht in Ned.-Indië, Vice-Admiraal A.S.Pinke, die ter gelegenheid van de aankomst van het Juliana-dok in Soerabaha vertoefde, woonde de première bij, terwijl ook de bemanningen van de sleepboten van genoemd dok als eregasten tegenwoordig waren.”

Een kritiekpuntje was er wel:

“Jammer dat het vrouwelijk element in deze revue geheel ontbrak, d.wz. er waren natuurlijk wel vrouwenrollen, die kun je nu eenmaal niet missen, doch deze werden vervuld door potige robuste Marine-chauffeurs.”

Zou er nog ergens een filmopname zijn?

wapenbroedersDeze revue was volgens het artikel er slechts eentje uit meerdere.  Jammer dat de zaal niet genoemd werd, want waar zou dat zijn opgevoerd? Andere titels van een marinerevue met sicces zijn: En nu de Marine en het in Batavia opgevoerde  Wat nu weer, Opa? Daar speelden wel vrouwen in mee.  Uit die laatste revue is deze foto, erbij staat: “Hawaiian scene”.

De revue gaat over de belevenissen van een marineman, zoals verteld door een gepensioneerde marineman aan zijn kleindochter. Op die manier komt er van alles in beeld, want opa is overal geweest.

Nog een foto.

wapenbroeders  Dit waren de spelers, maar er staan helaas geen namen bij. Ze konden wel wat, blijkt:

“Martinetermen en pittige zoutwater-geestigheden zijn dan niet van de lucht en doen naast het spel, afgewisseld door zang en muziek van de Marineband, de zaal daveren van het lachen.”

 

 

Dat zulke blije artikelen in een tijdschrift als Wapenbroeders een functie hadden in 1947, snapt iedereen. En dat er bepaald nog meer gebeurde, weten we ook. Die gedachten staan vooraan.  En misschien ben ik juist daarom wel zo nieuwsgierig naar deze revues. Zou er nog iemand zijn die daarin heeft meegespeeld?

Ga naar de bovenkant