Saila

Bijna dood ervaring (echt gebeurd)

bijna doodEen bijna dood ervaring, is dat griezelig? Franceska van Heije-Neys stuurde me haar ervaring. Echt gebeurd, schrijft ze erbij. Ik moest het een paar keer lezen en nog begrijp ik het niet helemaal. Maar griezelig is het niet, dankzij haar overgrootmoeder Saila, wier foto ik mocht plaatsen.
Hier komt het mooie verhaal.

De overkant

Wij zijn mensen die voorlopig op deze grove aarde moeten wonen. Op ten tijd gaat iedereen naar de overkant, even pauze of op adem komen en dan weer terug naar de aarde tot God zei: “STOP!”

Ik was zwaar ziek toen die tijd. Wat voor ziekte weet ik niet, maar wel met hoge koorts. Ik wilde niet opgenomen worden in het ziekenhuis dus bleef gewoon uitzieken thuis onder dokterscontrole. Op een dag, na slikken van pillen van de huisarts, viel ik in slaap. Gek genoeg: het was een goede slaap omdat rondom mij was het zo stil, lekker koel en een beetje schemerig.

Na een tijdje werd ik wakker. Ik lig niet meer op bed maar ben zittende naast een grote boom. De lucht was zo fris en zuiver. Ik hoorde zingende vogels in de verte, alleen alles was zo schemerig; geen felle zon. Langzaam begon ik me te oriënteren op mijn omgeving. En dan besef ik dat ik in het midden van een bos zit. De geur van verse bladeren, gras en wilde bloemen gaf mij een vredig gevoel.

Stralend licht

Ik sta op en kijk links, recht, achter en voor. Van bangheid is er geen sprake! Ik begon te lopen tussen de droge bladeren, dikke licht groene varens en kleine takken. Na een tijdje stop ik om weer mijn verstand te gebruiken voor oriëntatie. Daarna loop ik weer door, en door, en door tot dat ik een stralend licht kan vangen. Ik loop door naar het licht en daar treft ik een pleintje met een paar huizen van bamboe. Het waren huizen van Indonesië van toen diep in de kampong, wij Indo’s noemde dat “Rumah gedèk”. Gemaakt van bamboe met bladeren van de kokosboom als het dak. Het waren een stuk of 6 á 8 huizen. Ze zijn allemaal netjes en schoon, goed onderhouden huisjes.

Voor de huisjes zag ik een paar vrouwen met sarong en kabaja (Indonesische klederdracht), ze waren druk het pleintje voor de huisjes aan het vegen met sapoe lidie (bezem gemaakt van kokosboom ). Één van hen was zich direct van bewust over mijn aanwezigheid en kijkt direct in mijn richting. Mijn wenkbrauwen gingen direct omhoog van de schrik en ik zei direct tegen die vrouw: “Oma”.

Oma

Het is mijn overgrootmoeder, de oma van mijn moeder. Ze lijkt zo fris, gezond en mooi. Mijn oma stopt met vegen en zegt tegen mij: “Wat doe jij hier? Het is je tijd nog niet! Ga terug!”
Ik zei tegen haar: “Oma, ik ben moe en had dorst, kan ik eerst wat drinken?”
Zij keek boos richting mij en zei: “Ga terug!”
En ik zei weer: “Oma, geef mij eerst een glaasje water. Ik heb dorst.”

De rest van de vrouwen begon te verzamelen naast mijn oma en keek naar mij zonder niets te zeggen. Hun gezichten waren zo koel, geen teken van gevoel. Mijn oma gaf een teken met haar vinger dat ik mee moet lopen met haar. We lopen allebei naar één van de huisjes en toen gaf mijn oma weer een seintje dat ik moet zitten op een lange bamboe stoel (Balé balé). Ik zit daar en oma ging naar binnen. Ze komt later terug met een glaasje water in haar hand en gaf het aan mij.
Ik zei: “Dankjewel oma”. En toen zei ze: “Ga snel drinken en weer terug”.
Ik knikte.

Sterk zijn

Terwijl ik mijn water dronk, zei oma tegen mij: “Je moet sterk zijn daar. Durf met iedereen die je hoofdpijn of verdriet bezorgt te kappen. Wij hebben allebei dezelfde eigenschappen en vloek. Ik huil ook in mijn hart zoals jij; niemand weet wanneer ik verdrietig ben, zo ook bij jou. Geef wat je verdrietig maakt, boos of hartzeer terug aan God en zuiver jouw hart. Bewaar geen wrok! Laat de mensen doen en denken wat hun willen, doe gewoon wat je wilt, okay?”
Ik knikte. Het laatste wat ik hoorde was: “Ga terug en sterk zijn.”

Ik werd wakker, lag op het bed en de ambulance personeel waren bezig mij te reanimeren. Ik pakte één van hun pols en zei: “Stop!”

Schrijftips
Vond u het ook een mooi en aangrijpend verhaal? Dat denk ik wel. En wat goed om dit op te schrijven, voor nu en voor latere generaties. Die zijn voor alles dankbaar dat u opschrijft en doorgeeft. Wilt u daar eens met mij vrijblijvend over telefoneren? Dat kan. Maak een gratis bel-afspraak via mijn digitale kalender. Klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

“Ik heb nog duizend-en-één recepten van mijn oma”

Indische recepten

De Locomotief, 15 mei 1873

“Ik heb nog duizend-en-één recepten van mijn oma zoals besengek, tangkar, rendang, kentang balado enzovoorts enzovoorts,” mailde Franceska van Heije-Neys. Ze stuurde er twee, met gebruiksaanwijzing en informatie over haar grootmoeder. Geen foto. Maar toch een vrouw die indruk maakt.

Zij vindt blanke mannen niks aan

Dit verhaal gaat over mijn overgrootmoeder. Haar naam is Saila, een (volgens zeggen) mooie inlands vrouwtje dat geboren was in het nog mooie en vredige Batavia, bij Kebon Katjang (naam van de wijk). Een douanebeambte, een Belg, maar hij werkte wel voor het Nederlandse Gouvernement, is verliefd op haar. Zijn naam is de heer Albert Verdoorn. Hij doet heel veel moeite om met haar te kunnen omgaan ofwel eerst kennismaken. Maar zij was koppig en vindt blanke mannen niks aan. Zij had ook gezegd toen hij bij haar kwam voor visite: “Laat jij maar de laatste man ter wereld zijn, dan wil ik nog niet met jou. Nooit!!”

Maar ja, wie zijn wij eigenlijk? Als God dat al voorgeschreven heeft in ons levensboek dat we met een persoon samen ons leven door moeten gaan, dan gebeurt het ook toch?

Dus, in het kort kan ik zeggen dat de liefde begint bij haar ook te bloeien.

Ons gevoel gebruiken

Saila trouwde en kreeg vijf mooie kinderen, vier meisjes en een jongen. Zij was een ijverig, koppig, zelfstandig vrouwtje dat heel erg goed was in de keuken of compositie maken voor homeopathische middelen tegen ziekte.

Haar recepten zijn bij mij goed bewaard en allemaal zonder hoeveelheden benodigdheden. Zij zei altijd tegen ons: “Allemaal dat koken en medicijn maken moeten we ons gevoel gebruiken, er is geen zoveel gram dit of een thee lepeltje dat. Gewoon alles gooien met mate en dan moet je proeven, wat je vindt te weinig is dat erbij doen. Ook met medicijnen. Alles fijn maken, venkelolie erbij of eucalyptus olie of soms wel kokos olie, even verwarmen met een pannetje, niet te lang, een paar seconden maar en dan wrijven en drinken.”

Mooie gouden sieraden

Dankzij dat ze getrouwd was met Verdoorn, werd ze in de kampong ook betiteld als njai. Njai betekent bijvrouw van een blanke man. Ofschoon dat mijn overgrootopa nooit weer getrouwd was met een ander vrouw. Als inlands vrouwtje, draagt ze ook kebaja met saroeng, liefs van Pekalongan. En dat koopt mijn overgrootopa ook altijd voor haar bij Pasar Tanah Abang samen met zijn lieve vrouwtje natuurlijk. En dan als dankbaarheid voor haar liefde tegen hem plus een goede verzorging, koopt mijn overgrootopa af en toe mooie gouden sieraaden. Kortom, ze zijn gelukkig getrouwd.

Middel tegen hoest

sereh

sereh

Ik schrijf hier een homeopathisch middel tegen hoest: water, tamarinde en Javaanse suiker (goela jawa). Allemaal koken tot je de suiker en tamarinde zuur goed kan proeven, vijf minuten laten borrelen, laten afkoelen en dan drinken. Ook een middel tegen reumatiek of kou gevat: maakt gember fijn of kan ook raspen (een beetje veel), een beetje Javaanse suiker, een paar kruidnagel, kaneel, sereh (citroengras) en water.

Soto ajam

Kook de kip tot lekker zacht en dan ga je de vlees klein plukken, opzij doen.

Fijn maken: sjalotjes, knoflook, gember, een beetje peper, terasie, een beetje koenjit. Bakken met een beetje olie alle bovengenoemde ingrediënten, als het al geurig is doe daoen jeroek poeroet, sereh, salam blad en dan weer roeren tot alle blaren slap zijn geworden. Giet kiep bouillon in, de kip en dan roeren. Doe wat Maggiblok, suiker en misschien een beetje zout. En proeven, wat vind je, te weinig moet je zelf weer in doen. Geserveerd met gesneden lente uien, gesneden gekookte ei en emping.

Sambal Bajak

Tomaten (een stuk of 3) klein snijden, sjalotjes, knoflook, terasi, een beetje ketoember, daoen jeroek poeroet (veel) en daoen salam. Allemaal lekker bakken met hete olie. Als het al geurig is doe de sambal oelek erin, roerend. Als het hele beslag al een beetje dik is doe wat kokosmelk of melk in beetjes bij beetjes (glaasje is genoeg). En dan doe suiker in, Maggiblok en misschien nog wel een beetje zout (eerst proeven). Door roeren tot dat een dikke massa wordt. Haal uit het vuur, laten afkoelen en dan kan je in flessen doen.

Franceska van Heije-Neys

Praktische schrijftip

Herinnert u zich iets wat u als kind graag at? Schrijf dat op. Sluit uw ogen en probeer te herinneren: hoe het smaakte, waar u het at, wie het maakte en hoe u zich na het eten voelde. Neem de tijd: u zoekt informatie van zintuigen.

Ga naar de bovenkant