Java

Rudy Hartung: Mag ik met u kennis maken?

Rudy Hartung

‘Rudy, zou je een keer wat meer over jezelf willen vertellen?’ mailde ik. Dat wilde Rudy. Maar er kwam een piepklein stukje, terwijl u en ik weten: Rudy heeft veel meer te zeggen over zijn leven en wie hij is en hoe het allemaal zo gekomen is. Dat zit hier en daar in zijn verhalen.  Als u die net zo graag leest als ik, heb ik goed nieuws. Rudy heeft toegezegd vaker wat te schrijven. Daar kijken we allemaal naar uit.

 

Ik ben Rudy Hartung. Ik woon op Midden Java. Dicht langs de Zuid kust van Midden Java.
In de desa Loano. Op zo’n zes kilometer van de stad Purworejo.
Samen met een heel lief Javaans gezinnetje.
Het zijn: Par en zijn vrouw Warni. En hun zoon Hanif.
Ik ben een Indo.
Oftewel een Indo Europeaan.
Oftewel een Indische Nederlander.
Ik ben in Semarang geboren (1940).
Met mijn ouders en samen met mijn zusters en broers, ben ik in 1955 naar Nederland gekomen.

Het is in 1992 dat ik naar Midden Java ben teruggekeerd.
Deze keer niet voor een vakantie. Ik was al vaker voor een vakantie op Java geweest.
Maar nu was het mijn bedoeling om op Midden Java te gaan wonen.
En nu woon ik permanent in Loano – Purworejo.
Hier op Midden Java zal ik mijn laatste rustplaats vinden.
Op Java, mijn geboortegrond. Tanah Airku….
Vanuit Loano mijn hartelijke groet.

Rudy


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Ik wil mijn voormoeder een stem geven

voormoeder

Foto: Indisch4Ever/ L.X. Kok

Met een oudere Indische tante keek ik gezellig foto’s. Ze wees op meisjes met witte strikken in het donkere haar: “Kijk, mijn zusjes. Ik was de lichtste.” Meteen hieraan dacht ik terug toen ik de roman Lichter dan ik in handen kreeg. Wat een veelzeggende titel. Lichter of donkerder zijn, het is vol van betekenis.

Dichter bij elkaar

De roman is amper uit en nu al komt er een tweede druk aan. “Mooie dagen,” mailde de schrijfster me. Dido Michielsen schreef dit boek over een verre voormoeder. Dus een overoverovergrootmoeder, en dan net zoveel overs als nodig is bij iemand te komen. Maar we staan altijd dichter bij elkaar dan we denken: het kleinkind van Isah was de grootvader van Dido. Isah was, zoals het heet, haar betovergrootmoeder. Misschien bent u dat ook voor een generatie in de toekomst. Kan best. En wat dan?

Een stem geven

O, even. Het is een roman en toch ook niet helemaal. Ik vroeg aan Dido hoe dat zit. Waarom schreef ze geen biografie, een levensverhaal van haar voormoeder Isah?

Ik kwam niet genoeg over haar te weten omdat ze onvindbaar is in de archieven. Toch heeft ze bestaan want ik heb haar foto. En omdat ik altijd al een roman wilde schrijven na zes non-fictie boeken, was de keuze simpel. Bovendien kon ik geen Nederlandstalige romans vinden die helemaal vanuit het perspectief van de inheemse voormoeder zijn geschreven. Ze leefde bovendien in een interessante periode waarin er van alles veranderde in de kolonie.

Maar ja, dan moet je nog iets weten om over te schrijven. Wist je wel genoeg, vroeg ik.

Nee,veel te weinig. Van mijn vaders kant weet ik amper iets over mijn Sumatraanse grootmoeder, bij mijn moeders kant begint het een beetje bij mijn overgrootmoeders, plus wat verhalen over mijn betovergrootmoeder.

Waarom schreef je het dan toch?

Omdat er zoveel vrouwen waren als mijn betovergrootmoeder van wie de naam niet bekend is. Terwijl zij de eersten waren die gemengdbloedige Indo’s voortbrachten. Bizar genoeg zijn de namen van de Europese vaders meestal wel bekend. Ik wilde met mijn boek een monument voor de njai’s oprichten en mijn voormoeder een stem geven.

Dat heeft Dido dan ook gedaan. Woekeren met wat ze wel wist en dat was best weinig. Erg toch, eigenlijk? En wij met onze computers schrijven ook niet eens alles op, terwijl een paar generaties later er gesnakt wordt naar kennis van ons leven. Doorgeven is zo belangrijk. Het is erkennen een schakel te zijn in de keten van generaties die een familie vormen. Erkenning begint bij uzelf: zeggen dat ook uw leven belangrijk is, om alles wat er was en is. Elke generatie heeft immers een uniek verhaal.
Weet u, soms benijd ik mensen die kinderen hebben. Je plaats in de familie is dan zo duidelijk. Dan voel ik me een los draadje, dat zomaar ergens uitpiept. Op andere momenten voel ik weer, dat ik ook een plaats heb in het grote geheel. Ik moet schrijven en andere mensen helpen te schrijven. Dat is wat ik te doen heb in mijn leven.

Vrouwenogen

Reggie Baay kreeg het eerste exemplaar.

Ik ben nu halverwege de roman van Dido en ik zit nu middenin het kratonleven. Het oude Indië is heel anders hoor, als je door vrouwenogen kijkt. Als u ook een voormoeder heeft van wie u haast niks weet, is dit een inspirerend boek voor u. Misschien weet u toch iets. Dat schrijft u vandaag toch nog wel op?

Tot slot. Ik vroeg aan Dido Michielsen welke zeven vragen ze graag aan haar voormoeder had willen stellen. Hier komen ze:

  1. Was je nou wel of niet een prinses die geschaakt werd door een Hollandse patriciër? De geruchten gaan…
  2. Welke talen sprak je? Javaans, Maleis? Kon je met de vader van je kinderen communiceren?
  3.  Had je zelf enige inbreng in deze partnerkeuze?
  4. Dit is misschien wat impertinent, maar je twee dochters lijken helemaal niet op elkaar. Eentje is jouw evenbeeld, de ander niet. Zijn ze van dezelfde vader?
  5. Hoe zag het gezin eruit waarin je werd geboren? Je ouders, had je broers en/of zussen?
  6. Wat waren je geboorte- en sterfdata?
  7. Heb je mijn opa, jouw kleinzoon, ook gekend?

Ziet u wat belangrijk is? Menselijke relaties. Wie is wie. Wanneer gebeurde wat. Weten waar je vandaan komt.

Schrijftip

Begin vandaag met feiten te noteren op een A4-tje. Namen en jaartallen. Schrijf een half uurtje – kijk op de klok – en denk: mijn verre nazaten hoeven dit in ieder geval niet meer op te zoeken.

Ga naar de bovenkant