Frits van Daalen

De boekpresentatie van de Atjeh-generaal (video)

Atjeh-generaalDe boekpresentatie van de Atjeh-generaal was meer dan ik had durven hopen. Alleen aardige mensen, mannen van het Xe Bataljon KNIL, een cadeau van de commandant Bronbeek en toen ik thuis kwam, bleek de filmopname ook nog eens gelukt te zijn.
Dus die kan ik met u delen.

De opname

Op de filmopname staat wat ik zei bij de lancering van de biografie en ook de reactie van de officiële Eerste Lezer van het Eerste Exemplaar, dat is de commandant van het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek kolonel Van Kuyck. Een man die geen microfoon nodig heeft om een volle winkel toe te spreken. Hij gaf me een cadeau: de Bronbeek-penning voor dit en de vorige boeken over het koloniaal militair verleden.

Speech

Zelf een speech geven op de presentatie van je eigen boek is best een ding. Want wat te zeggen? De inhoud navertellen is saai. Iedereen bedanken die in de afgelopen periode een bemoedigend woordje sprak gaat evenmin. Ik besloot dus iets te zeggen over Van Daalen zelf, en ook over de tijd waarin wij nu leven, vergeleken met de zijne. Het staat op de film, maar als u liever leest, dan komen hier enkele stukjes eruit, een beetje ingekort en bewerkt.

Beroemdste Indo

Dit is het verbijsterende verhaal van een man die een Indische achtergrond had en die toch in de koloniale tijd top-posities wist te bereiken:

  •  hij was de eerste Indische militair en civiele gouverneur van Atjeh en de eerste Indische commandant van het KNIL
  • hij behaalde de hoogste militaire rang, die was alleen weggelegd voor een kleine elitegroep
  • daarbij was hij de grote favoriet van Koningin Wilhelmina
    Al met al: hij was de beroemdste Indo van zijn generatie, de kranten schreven veel en vaak over hem.

Ik zou zeggen: een boek met een nieuw verhaal als dit, dat moet welkom zijn. Maar ik hoorde bezwaren.

Hoe kan dat? Waar komen die vandaan?
Nog voordat het boek in de winkels lag kreeg ik mails en reacties op de inhoud van dit boek. Dat gebeurt wel vaker. Maar deze keer was het anders. De mails waren anders,
de opmerkingen op social media waren anders, er klonken bezwaren en zijn die terecht?
Het eerste bezwaar dat ik hoorde is:
“Je mag geen Indië zeggen dat is koloniaal, je moet zeggen vroeg-Indonesië dat is beter.”
Ik dacht het niet.
Want: wanneer we het verleden willen begrijpen, moeten we de woorden uit dat verleden begrijpen.
Dus: dan moeten we terug gaan naar de tijd van toen, met de woorden die toen gebruikt werden.
Ik schrijf daarom Indie: want zo heette Indie toen.
En daarbij komt iets anders: wie vroeg-Indonesië zegt, gumt daarmee ook een beetje het bestaan van Indie uit en daarmee de Indische cultuur. Is dat de bedoeling? Ik hoop het niet.

Populair en belangrijk

Dan een ander bezwaar wat ik hoorde tegen een boek als dit: wat mag en wat niet mag als het over het koloniale verleden van Nederland gaat.
U heeft het waarschijnlijk ook gezien: als het over Indië gaat, dan is de top drie van populaire onderwerpen:

  1. Militair geweld tijdens de dekolonisatie
  2. De njai dan wel de voormoeder
  3. en de doorwerking van het koloniaal verleden op de generaties van nu.

Populaire en belangrijke onderwerpen. En dan kom ik aanzetten met een biografie van een gewelddadige militair uit de vooroorlogse oude tijd. Kan dat nog wel?
Mijn mening is deze: we moeten eerst de koloniale tijd begrijpen en dan pas kunnen we begrijpen wat de erfenis ervan is.
Begrijpen van de top 3 kan ook met deze biografie:

  1. Militair geweld? Check, geen dekolonisatue maar kolonisatie.
  2. Njai? Check. De vader van Van Daalen had een njai, zij heete Sie Koetis. Uit hun verhouding werd Van Daalens halfbroer Arhur van Daalen geboren, de latere veelgeprezen politie-commissararis van Medan.
  3. en doorwerking in verschillende generaties? Check. Dat is een dynamiek die in de oude tijd begon: van Daalen werd geboren als telg in een belangrijke militaire familie, zijn grootvader gaf al les aan de Koninklijke Militaire Academie, al in de beginjaren. Zoiets moeten we weten: wat betekende de koloniale tijd in de generaties van een familie, welk erfgoed ontstond er toen? Daar geeft dit boek een antwoord op.

Nu per vandaag (zei ik gisteren) is het boek officieel uit mijn handen en reist naar u: de lezers. En hoe u hem beoordeelt, en met welke normen en waarden, dat laat ik over aan u.

Ja en toen had de commandant van Bronbeek nog het een en ander te zeggen. Mooie en pragmatische woorden. Even doorzappen naar het slotstuk en dan hoort u hem.

Video

Het boek: De Atjeh-generaal. Het militaire leven van Frits van Daalen, 1863-1930. Aanwezig of te bestellen in de plaatselijke boekwinkel.

Praat met mij
Als u over familie in de oude Indische tijd schrijft, dan hoort daar ook kennis van de historie bij. Zo wordt uw verhaal beter en interessanter om te lezen. Werkt u aan een levensverhaal? Praat met mij:

voor vrijblijvend advies over historische bronnen, zodat u meer informatie vindt
over de opzet van uw project, zodat u het meteen goed aanpakt, dat scheelt enorm veel tijd en hoofdpijn
maak een afspraak voor telefonisch overleg via mijn digitale kalender: klik hier en kijk hoe dat gaat.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Hoe begin ik? 5 gouden tips waarmee het altijd lukt

gratis ebook

De voorvaders in Atjeh en Frits van Daalen

voorvaders

Er bestaat van Frits van Daalen (1863-1930) één foto waarop hij lacht. Eén! Dat is gek. In zijn tijd (het oude Atjeh) werd al volop gefotografeerd. Van Daalen was een hoge officier van het Oost-Indische leger, later commandant, ook gouverneur van Atjeh, en in het bezit van belangrijke Willems-Ordes.

En hij was Indisch, in zijn tijd zo ongeveer de Indische man die het állerverst kwam.
Dat je denkt: die moest de fotografen van zich afslaan.

Nee hoor.

Ik heb een kleine collectie bij elkaar. Altijd en eeuwig is Van Daalen beheerst, bij het harde af. Op die ene lachfoto is hij in Atjeh, hij bungelt in een hangmat. Op expeditie. Ontspannen. Een gezellige man.

Militair

Dan zie je opeens: zo was hij ook.
En u weet het misschien: Van Daalen is in de Atjeh-oorlog van veel ellendigs beschuldigd, en dan gaat het vooral over de militaire expeditie die hij in 1904 leidden. Het woord massamoord valt dan geregeld. Dus daardoor is iedereen meteen klaar met hem. Maar ik niet.

Indisch

Toen ik mijn biografie van Van Heutsz schreef, dacht ik: er is zo weinig over Van Daalen zelf bekend. Hoe was het voor hem om toen Indisch te zijn, zo zichtbaar aan de top? En wat gebeurde er nu werkelijk op zijn expedities en waarom? Hoe zag hij dat zelf? En hoe ging hij om met de lof en kritiek die hij als militair kreeg?
Zo begon ik dus met het puzzelen op het levensverhaal van Van Daalen. Er is een website: www.inatjehgevochten.nl

Voorvaders

De website gaat over Van Daalen en ook over voorvaders in het Oost-Indische leger, zoals het KNIL toen heten. Die horen toch ook bij onze geschiedenis? Ik dacht het wel.
Maar dat is tegenwoordig een moeilijk verhaal. Het is tegenwoordig lastig om hardop trots te zijn op een voorvader die in Atjeh heeft gevochten, want voor je het weet, begint iemand te schelden met “koloniaal”. Dat heb ik zelf ook meegemaakt. Het verbaasde me. En ik dacht: het gaat hier wèl om mannen die bereid waren te sterven voor de Nederlandse vlag. We kunnen van alles vinden van die oorlog en van de koloniale tijd, maar toen en daar bestond die bereidheid.

Namen

Achter de rug van Van Daalen staan al die voorvaders die ook een naam en een plaats in onze geschiedenis verdienen. Misschien is uw voorvader daar ook bij. Wilt u mij dat laten weten? Wanneer we hun namen kunnen noemen, krijgen ze een plaats in de geschiedenis, en zo horen ze er ook bij. En dat is wel zo eerlijk.


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven door op het plaatje hieronder te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.

levensverhaal

Het levensverhaal van Frits van Daalen

Frits van Daalen“Ten slotte nog dit: Van Daalen was een ‘Indische jongen’ en gaarne wezen wij steeds op hem wanneer de Indo-Europeanen weer eens klaagden, dat ‘den Indo werd belet om iets te bereiken’ .”

Dit komt uit Het Vaderland, februari 1930, bij het overlijden van Frits van Daalen (1863-1930). Hij was commandant van het Nederlands-Indische Leger (het latere KNIL) geweest en hij had bij leven verschillende hoge onderscheidingen ontvangen:

  • Militaire Willems-Orde vierde, derde en tweede klasse
  • Commandeur in de Militaire Willems-Orde
  •  Kroonorde, versierd met de eresabel
  • Ridderkruis 1e klasse van de Orde van de Kroon van Pruisen
  • Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw

Zijn hoge rang van luitenant-generaal had hij vermoedelijk vooral aan koningin Wilhelmina en minister Idenburg te danken. De bevordering kwam erdoor om hem voor de krijgsmacht te behouden; en dat lukte. Van Daalen had het onderspit gedolven tijdens het roemruchte conflict met gouverneur-generaal Van Heutsz. Die periode moet de moeilijkste tijd in zijn leven zijn geweest. De kameraadschap tussen deze twee mannen werd verbroken.

Sinjo

Terug naar wat Het Vaderland schreef: ‘een lichtend voorbeeld’. De krant bedoelt: hij was een uitzondering. Rond 1900 kende het leger in Indië vrij weinig hoge Indische officieren. Hoe hoger, hoe minder. Frits van Daalen was dus zichtbaar, hij viel op. Ik heb brieven van officieren gelezen, waarin hij als ‘sinjo’ werd aangeduid, een akelig scheldwoord als het op die manier gebruikt wordt: een Hollandse man die een Indische man een figuurlijke schop wil geven. Op zijn beurt had Van Daalen een scherp woord over voor totoks die de inheemse bevolking niet konden begrijpen – hij wel.

Hoe was hij? Als koloniaal militair hard en daarmee succesvol, maar ook omstreden vanwege die hardheid. De kritiek kwam, maar de gebieden die Van Daalen veroverde, bleven in koloniaal bezit. Dat is het typische gedrag van de regering in Den Haag. Wel het resultaat nemen, en de man die dat resultaat heeft bereikt, bekritiseren.
Als koloniaal bestuurder kreeg hij de meeste kritiek. Weer vanwege hard optreden, wat ook tot uiting kwam in zijn rechtspraak.
Als mens: loyaal, gevoelig, een temperament dat kon oplaaien, trots. Intelligent met een taalknobbel, gevoel voor kunst. Echtgenoot, vader, grootvader.

In 1914 sloot hij zijn carrière in Indië af. Hij ging met pensioen en besloot in Den Haag te gaan wonen. Over het grote confict met Van Heutsz heeft hij altijd gezwegen, uit liefde voor Atjeh, het leger en het vaderland, en ook omdat hij recht verwachtte.
Dat kwam niet. Dus zo ging Van Daalen de geschiedenis in: negatief. De nazaten van Van Daalen lijken min of meer ondergedoken te zijn. Daar kan ik me iets bij voorstellen.

En nu? Dat staat te bezien.

Indisch in het leger

Vorige maand verscheen mijn biografie van Van Heutsz. Af is af, maar Van Daalen blijft in mijn hoofd zitten. Wat heeft hij nu werkelijk gedaan voor goeds en voor slechts, en wat waren roddels? Hoe zag hij het zelf? Hoe was het om door iedereen gezien te worden als die ene Indische officier?

U voelt het al aankomen. En ja, ik ga dus op zoek naar het levensverhaal van Frits van Daalen. Daarbij zoek ik ook naar het verhaal over een militair met een Indische achtergrond, en hoe dat in de periode ban voor de Tweede Wereldoorlog was. In december komt er een speciale middag over Indische voorvaders in het leger. Over wie ze waren en hoe dat voor nazaten is. Daarbij bent u van harte welkom en ik stuur te zijner  tijd nog meer informatie.

Mijn vraag:
Heeft u een Indische voorvader die toen in het leger zat? En weet u daar nog iets van?

 


Wanneer er een nieuw artikel verschijnt, mail ik een berichtje aan degenen die zich hebben ingeschreven. Dan hoeft u niet te zoeken. Inschrijven kan door op het plaatje te klikken. Dan krijgt u meteen een ebook cadeau: Drie tips om herinneringen door te geven.
indische schrijfschool

Ga naar de bovenkant