Collectie Tropenmuseum/Wikimedea

Baboe met kind. Ooit, ergens, toen. Weet u het? Ach, dat kind! Die baboe! Wie waren zij? Zo zijn er  veel foto’s en elke foto is een verhaal.

“Wij kwamen uit Tjimahi”

“Toen mijn vader werd overgeplaatst, mocht mijn baboe niet mee”

“Baboe Minah hield van mij”

“Soms was ik bang voor haar”

Voor mensen van na Indië is de band tussen baboe en kind niet goed voor te stellen. Terwijl het ooit zo vanzelfsprekend was. Intimiteit. En soms ook angst.

Ik verlang naar een boek vol baboe-verhalen over die uitzonderlijke en bijzondere band. En voor dat boek ben ik totaal afhankelijk van de ouderen die het kunnen weten. Of ze willen vertellen. Of ze hun verhaal willen opschrijven.

Dat is ook een reden waarom ik de Indische Schrijfschool ben begonnen: om te helpen de verhalen te bewaren.  Misschien heeft u kinderen of kleinkinderen die geen vragen stellen.

Maar ja, hoe kun je vragen naar een baboe als je niet eens het woord kent?

Vragen kun je dus het beste beantwoorden, voordat ze gesteld zijn. Dan heeft u ook nog eens de tijd om die herinneringen boven te laten borrelen. Want dat is het merkwaardige van het geheugen. Er zit meer in dan we denken. De ene herinnering brengt de andere voort. Opeens weet u iets, en daarna weet u nog iets, en zo gaat het verder. Probeert  u maar eens namen van oude klasgenootjes op te sommen. Eerst is het eh… eh… en na toen minuten heeft u er al drie of vier. Daarna kijkt op achterop een oude klassefoto of op Schoolbank en dan weet u alles weer. De namen. Wie er lief was en wie niet. Zo is het geheugen: lekker vol.

Dus daar zitten ook herinneringen in aan uw baboe. Als u een baboe had, tenminste.

Ik hoop dat u zich nu optimistisch voelt. Gaat u meedoen met de cursus Levensverhaal schrijven?